Haar grote zus

Het was gewoon een gemiddeld huis. Het paste niet echt bij het beeld dat ze van haar oudere zus
had. Ze had altijd tegen Nat opgekeken. Nat was stoer, een echte punker, ze herinnerde zich dat ze
schreeuwde tegen haar ouders terwijl ze op de eettafel stond in haar combat boots en stekelige haar.
Hoe ze haar stiekem mee naar punkshows nam toen ze allebei minderjarig waren. Hoe ze op haar
18e het huis verliet en nooit meer terugkeek. Hoe ze haar kleine zus achterliet.
Ze hadden het niet slecht, hun ouders waren saai maar betrouwbaar. Ze sloegen hen niet en de
zussen waren niet geestelijk misbruikt. Als je haar zou vragen, zou ze zeggen dat ze best een
gelukkige jeugd heeft gehad. Kat wist nooit precies wat er gebeurd was tussen haar zus en haar
ouders.
Zij en haar zus hadden sporadisch contact nadat Nat het huis verliet. Meestal via telefoon en e-mail.
De laatste keer dat ze elkaar face to face zagen, was misschien 4 jaar geleden. Nat zag er slecht uit
en Kat was bezorgd, maar Nat stelde haar gerust dat ze zich geen zorgen hoefde te maken. Ze was
kwam er wel weer bovenop. Toen was er lange tijd radiostilte. Te lang. Kat was bezorgd. En toen
een e-mail. Ze had iemand ontmoet, een vrouw die An heette, of Anne, Kat wist het niet zeker. En
nu woonde ze hier. In een fucking Vinex wijk.
Ze zat al 5 minuten in haar auto en probeerde zichzelf op te peppen. Haar handpalmen zweetten.
Haar power anthem speelde niet één, niet twee, maar drie keer.
Uiteindelijk lukte het haar om de auto te openen en op een relatief normale manier naar de voordeur
te lopen.
Nog voordat ze haar hand ophief om aan te kloppen, werd de deur opengegooid en werd ze bijna
omver geblazen door een aanval van pure liefde.
Natalie was de afgelopen jaren helemaal niet veranderd. Ze had felrood haar, een gestreepte trui met
het logo van een obscure band en versleten jeans die een maat te groot zijn.
Ze overlaadde Kat met knuffels en kusjes, iets wat Kat niet erg herkende in haar zus. Maar Kat ging
met de stroom mee, ze was blij om te zien dat het goed ging met haar zus.
‘Oh mijn God, je ziet er prachtig uit.’ Nat zette een stap terug en bekeek haar kleine zusje van top tot
teen. Kat bloosde, een beetje overdonderd, ‘Bedankt…jij ook…hoe…’
‘Laten we eerst naar binnen gaan, er is iemand die je moet ontmoeten,’
‘Ah, de beroemde Kathelijne, welkom. Ik heb zoveel over je gehoord.’
Kat had het gevoel dat ze net een David Lynch-film was binnengestapt. Het hele huis was bijna een
parodie. Pastelkleurige muren, kitscherige snuisterijen, kunst op hotelniveau. Gezellig, zouden
sommigen zeggen, maar Kat was daar niet per se een van. Maar ze was hier niet om te oordelen. En
Nat zag er oprecht gelukkig uit.
Ann stapte de grote keuken uit. Ze droeg een schort met een bloemenprint.
‘Sorry, ik denk niet dat ik in de positie ben om je nu een knuffel te geven.’ Ze wees naar haar handen
en haar schort. Als er vlekken op zaten, kon Kat ze niet ontdekken.
‘Hoi,’ zei ze een beetje onzeker, ‘Jij moet Ann zijn. Aangenaam kennis te maken.’
Dit was helemaal niet wat ze had verwacht. Ze dacht dat haar zus verliefd was geworden op een
biologische hippie, of misschien een boze feministische boekhandelaar, maar Ann was… een tuttige
moeder. Ze was een grote vrouw, laten we gul zijn en haar voluptueus noemen. Haar rood blonde
haar was… niet per se ingewikkeld, maar gaf ook de indruk dat geen enkel haar op haar hoofd
afzonderlijk van de andere kon bewegen. Perfecte make up, Kleding zonder kreukels of ook maar
iets wat niet perfect zat. Naast elkaar staand leken ze niet echt een verliefd stel, Kat kon hun
uitstraling niet helemaal plaatsen.
Nat gaf haar een rondleiding door het huis. Gelukkig was ze niet veel veranderd. Ze was nog steeds

een grofgebekte, zwartgallige punkchick. En het huis veranderde minder in een museum van kitsch
naarmate ze naar boven gingen.
Kat praatte Nat bij, voornamelijk over haar eigen leven. Haar carrière, haar niet-bestaande
liefdesleven, alle landen waar ze naartoe was gereisd. Het deed Kat beseffen dat in het verleden
zoveel van hun gesprekken over haar zus waren gegaan. Over haar avonturen en worstelingen in het
leven. Het voelde vreemd om zo over zichzelf te praten. Maar ook wel weer fijn.
Nat had haar gitaar nog steeds en was nog steeds aan het spelen. Maar voor de lol, voegde ze eraan
toe. Ze zat niet in een band ofzo. Ze zat weer op school om te leren ontwerpen en illustreren. Ann
hielp haar. Alsof ze haar naam hoorde, stond Ann in de deuropening. ‘Ik help haar gewoon haar
passie te vinden’
Ze keek de twee zussen aan met een vreemd warme blik op haar gezicht. ‘Kat en Nat,’ zei ze met
een brede glimlach, ‘net als in een kinderboek.’ Kat lachte.
‘Onze ouders realiseerden het eigenlijk pas toen het te laat was. Kathelijne en Natalie klinken niet
zo vergelijkbaar totdat je het afkort. Ze haatten het absoluut. Mijn vader probeerde me een tijdje
Kathy te noemen, maar dat bleef niet hangen.’
Ann keek haar grondig aan, bijna alsof ze dwars door haar heen keek. ‘Dat zie ik, je bent niet zo
zoet als een Kathy. Je bent een Kat in hart en nieren.’
Kat wist niet hoe ze daarop moest reageren.
‘Bedankt, denk ik.’
‘Het was bedoeld als een compliment. Ik mag en respecteer dat soort meisjes wel. Zelfs de stoute.’
Uit de hoek van haar oog kon ze zien dat Nat bloosde, maar niet op een prettige manier.
‘Ik kwam net zeggen dat de hapjes klaar zijn,’ veranderde Ann van onderwerp, waardoor het
ongemakkelijke moment in rook opging. Nat mengde zich in het gesprek. ‘Ann is een geweldige
kok, ze heeft de hele ochtend in de keuken doorgebracht.’
Ze gaf Ann een kus op de wang.
Het eten was geweldig. Kat was opgelucht dat Nat nog steeds vegetariër was en Ann leek ook al
haar andere kleine eigenaardigheden erg te steunen. Er waren een paar gespannen momenten, toen
Natalie vloekte, of toen ze een ongepaste grap maakte. Er was een incident waarbij Nat bijna een
glas wijn omstootte, nadat Ann haar er herhaaldelijk voor had gewaarschuwd. Ann gaf Natalie een
bepaalde blik en Natalie deed net als een klein meisje dat met haar hand in de koektrommel betrapt
was. Kat had moeite om hun relatie te definiëren. Ze leken over het algemeen elkaar te steunen en
liefdevol te zijn, maar er was iets vreemds aan hun dynamiek.
Ann was lerares op een plaatselijke school. Het was een beetje onduidelijk hoe zij en Nat elkaar
hadden ontmoet, maar wat al snel duidelijk werd, was dat het met Nat veel slechter was gegaan dan
Kat had gedacht. Ze woonde in haar auto en had veel gedronken. Had een reeks misbruikrelaties
gehad. Kat luisterde aandachtig en voelde zich verschrikkelijk dat ze dit niet over haar zus wist, dat
ze niet zo’n relatie had waarin ze haar zus hier doorheen had kunnen helpen. Maar Ann had dat wel.
Ze had Natalie in huis genomen en weer op het goede spoor gezet. Nat had haar zus een paar van
haar ontwerpen en tekeningen laten zien en ze waren echt goed. Het leek er echt op dat alles voor
Natalie de goede kant op was gegaan.
Toen stootte Nat een glas rode wijn omver en morste alles over het hagelwitte tafelkleed. Natalie
verstijfde, haar gezicht lijkwit. Kat probeerde het op te dweilen, maar het hielp niet. Het tafelkleed
was verpest.
‘Natalie Groen! Ik waarschuwde je dat dit zou gebeuren. Maar heb je geluisterd?’
Natalie schudde haar hoofd. De toon in Ann’s stem maakte Kat bang, het voelde alsof er iets ergs
stond te gebeuren.
‘Kom hier, jongedame.’
Ann gebaarde dat Natalie naar haar toe moest komen. Natalie leek terughoudend.
‘Alsjeblieft Ann, kunnen we dit niet later doen?’

Ann schudde resoluut haar hoofd.
‘Ik heb gezegd dat dit zou gebeuren als je je misdroeg, zelfs als zij hier was. Je was je volledig
bewust van de gevolgen.’
‘Het was een ongeluk.’
‘Dat zou het geweest zijn als het de eerste keer was gebeurd, maar ik had je gewaarschuwd,
nietwaar?’ Meerdere keren.’
‘Ja,’ Natalies’ stem klonk heel klein.
Ann draaide zich om naar Kat.
‘Het spijt me, Kathelijne, ik zal het ongepaste gedrag van je zus even met haar moeten bespreken. Ik
begrijp het als je daar niet hier voor wilt blijven. Maar het is belangrijk voor haar om de gevolgen
van haar daden zo snel mogelijk te voelen. Als je je ongemakkelijk voelt, kan je lekker in de
woonkamer gaan zitten. Hopelijk duurt het niet te lang.’
Kat zat bevroren, niet wetend wat er gebeurde of hoe ze op deze situatie moest reageren.
Haar zus stond voor Ann, die haar stoel iets naar achter had geschoven. Ann keek ongeduldig.
‘Mag ik mijn broek aanhouden?’
‘Wat denk je zelf? Weet je wat? Ik ben in een goed humeur, je kunt je ondergoed aanhouden.’
Natalie zag er nu nog ellendiger uit.
‘Ik ben niet… ik draag geen…’
Ann schudde haar hoofd.
‘Een grote dag voor slechte beslissingen, broek naar beneden en over de knie. Nu, jongedame.’
Met ogen zo groot als voetballen zat Kat bevroren toe te kijken hoe haar zus haar wijde broek liet
zakken en plaatsnam over de schoot van haar geliefde.
Ann hief haar hand op, bouwde de spanning op, en liet hem toen hard neerkomen, waardoor er een
rode handafdruk achterbleef. Nat hapte naar adem, stootte een gil uit.
Ann bleef haar billen langzaam, daadkrachtig en hard slaan. Ze gaf Kat’s stoere punkzus een
uitbrander.
‘Ik weet wat je dacht, ze zal het niet doen waar mijn zus bij is, ook al heb ik expliciet gezegd dat ik
het wel zou doen.’
‘Het spijt me,’ wist Nat te antwoorden tussen grimassen en pijnkreten door. Kat zag de billen van
haar zus roder worden met elke klap. Ze wist dat ze weg moest gaan, dat dit geen moment was dat
volwassen zussen samen zouden moeten delen. Maar ze kon het gewoon niet. Ze was bevroren van
schrik en fascinatie. Hoewel dit het niet was, had de scène die zich rond de keukentafel afspeelde
iets volkomen natuurlijks. Ze besefte dat dit hun dynamiek was, als een moeder en dochter. Dat is
wat ze eerder probeerde te definiëren.
Nat zocht oogcontact met haar zus, met een verontschuldigende blik tussen de kleine pijnkreten
door. Haar billen waren felrood. Ann was nog steeds woedend aan het preken en slaan, maar Kat
luisterde eigenlijk niet echt. Nat ook niet, waarschijnlijk. Ze probeerde zich onder Anns grote
handen vandaan te wurmen, waarvan er één haar stevig op haar plaats hield, terwijl de andere
klappen uitdeelde. Haar voeten schopten machteloos in een poging te ontsnappen. Ze murmelde
excuses.
En toen was het voorbij. Ann liet haar jongere minnares van haar schoot af en gaf haar een warme
knuffel. Natalie stond daar en wreef over haar pijnlijke rode billen, voordat ze zich realiseerde dat
haar zus er nog steeds was en probeerde haar broek omhoog te trekken. Ann schudde haar hoofd.
‘Eerst ruim je de tafel af en begin je met de afwas. Je zus en ik gaan naar de woonkamer. Je mag je
broek weer aantrekken als je klaar bent. Kom dan bij ons.’
Anne begeleidde Kat uit de keuken, waarbij ze Nat’s achterwerk nog een laatste liefdevolle klap gaf.
Nat gilde en Kat ving haar laatste glimp op van de rood geslagen billen van haar oudere zus.
Anne begeleidde haar naar de comfortabele bank.
‘Het spijt me dat je dat hebt moeten zien, maar ik moest het doen. Je zus heeft een vaste hand nodig,
voor haar eigen bestwil. Ik wil je verzekeren dat je geen deel uitmaakte van een vreemd seksspel.’
Dat was wel wat Kat dacht.

‘Het was een voorwaarde die ik je zus stelde toen ze hier kwam wonen. Ze was er slecht aan toe,
maar daar heb je alles over gehoord. In het begin was het alleen maar om haar weer op de been te
helpen. Het is raar, ik weet het, maar de klappen helpen haar echt gefocust te blijven en ik zie dat ze
opbloeit. Uit wat ze me heeft verteld, waren je ouders niet zo streng en voor de meeste mensen is
dat een goede zaak. Ik bedoel, kijk naar jou. Maar je zus… zij heeft echt strenge grenzen en regels
nodig. En onmiddellijke gevolgen. Als ik het niet doe…’
Kat knikte. ‘Het is goed, ik denk dat ik het snap. Maar zijn jullie ook… samen?’
Ann knikte. ‘Het is een hele dynamiek, maar ik denk niet dat dat jouw zaak is. Ik wilde alleen even
uitleggen wat je zag en mijn excuses aanbieden. Ik had niet verwacht dat het zou gebeuren.’
Kat stelde een paar vragen, maar meer omdat ze vond dat ze dat moest doen.
Nat kwam uit de keuken en zij en Ann wisselden van plaats. Ann ging een toetje maken.
Nathalie grimaste toen ze ging zitten.
‘Doet het pijn?’
Nat knikte.
‘Ja, maar ik ben het ondertussen wel gewend. Het is meer een beetje gênant. Billenkoek krijgen voor
terwijl je kleine zusje erbij zit.’
Kat lachte.
‘Zolang je er zelf maar geen probleem mee hebt. Ze dwingt je toch niet, hè?’
Nat schudde haar hoofd.
‘Ze zou zelfs doorgaan met het betalen van mijn school als ik haar nu zou verlaten. Maar ik weet dat
ik het zonder haar niet af zou kunnen maken. Ze houdt mijn hoofd helder.’
‘Gebeurt dat vaak?’
Natalie haalde haar schouders op. ‘Een of twee keer per week. Maar soms daag ik haar expres uit.’
‘Nou, je ziet er beter uit, gelukkiger, dus wie ben ik om te klagen.’
‘Ik ben ook gelukkiger. En het spijt me. Ik ga vanaf nu een betere zus zijn, ik weet dat je je zorgen
maakte en daar spijt me voor.’
‘Het is goed.’ Ik vind dit leuk. Ik vind het fijn om je weer te leren kennen, beter. Hoewel, de
volgende keer dat ik kom, kun je misschien proberen je te gedragen, zodat ik je rode kont niet meer
hoef te zien.’

Barbara

‘Ik zweer het je…die man heeft een affaire.’
Hem kan het niks schelen, dat weet ze. Maar hij luistert geduldig. Min of meer. Of hij doet alsof. Goed genoeg.
Hij zegt altijd dat Barbara een soort buurt stasi is.
Alsof dat zo erg is!
Ze wil gewoon graag weten wat er om haar heen gebeurt.
Alsof voor de computer hangen en doen alsof je een of ander raar groen monster bent zo nuttig is. Zij heeft tenminste een beetje
feeling met de buurt. Als er iets aan de hand is, dan weet ze dat. Kan ze helpen…en het misschien met de andere buren delen.
Zo wist ze als eerste dat Frits, de man van Denise, een dijk van een gokprobleem had.
Die hadden hier niet meer gewoond als zij het niet verteld had. En dat de dochter van de Uagoubi’s van nr 42 een kleptomaan was.
Dat is nog steeds niet helemaal bewezen, maar iedereen let nu beter op zijn of haar spullen en dat is maar goed ook.
En zo kan ze nog zeventienduizend voorbeelden geven van crisissen die ze heeft weten te voorkomen.
Nee, denken mensen aan het schrijverkwartier dan denken ze aan Barbara Huizer!
Maar nu is het dus die nieuwe man van nummer 67, het huis tegenover het hunne. Die heeft een affaire. Barbara weet het zeker. En
niet zomaar een, maar met een piepjong ding. Net legaal denkt ze. Ze komt elke week, met haar sletterige korte broekjes en strakke
topjes. En hij…
En het is alleen als z’n vrouw niet thuis is. En dan alle gordijnen dicht. Smerig, gewoonweg smerig.
Het is sowieso een raar stel. Pensionado’s. Best rijk. Ze schijnen een boot te hebben.
Maar vreemd, gewoon vreemd. Een soort van plakkerig warm. Als…Amerikanen. Of alsof ze zo uit een sekte zijn gestapt. Het voelt
gespeeld. Er zit iets onder.
Barbara heeft gehoord dat het swingers zijn en dat ze een SM kelder hebben… of heeft ze dat zelf de wereld in gebracht. Als dat zo
was dan zou ze daar vast een goede reden voor hebben gehad. Hoewel ze die nu zo snel even niet voor de geest kan halen.
En er gaan ook nog wat andere geruchten de buurt rond.
‘Bar ga nou weg bij dat raam. Die mensen worden langzamerhand wanhopig van je gegluur.’
Alsof, als Barbara niet gezien wil worden, wordt ze niet gezien. Hij zeurt, zegt dat hij het gênant vind, maar ze kan er niks aan doen.
Ze moet het gewoon weten. Hij zegt altijd dat als Barbara niet zo’n smetvrees had ze door het vuilnis zou wroeten op zoek naar
roddels. Alsof ze smetvrees heeft!
En dan gaat de bel en staat Aline voor de deur en gaan ze thee drinken en kan hij weer gewoon dat stomme spelletje spelen.
De volgende dagen houdt Barbara natuurlijk niet op. Slinkse blikken hier en daar, geruchten. En dan… een geschenk uit de hemel. Een
pakketje voor de mensen van 67. Verkeerd bezorgd.
Een excuus om langs te gaan en de situatie eens goed te polsen.
Vandaag zijn ze allebei thuis. Barbara twijfelt, zou ze hem moeten confronteren? Of zou ze er bij haar naar kunnen hinten?
Misschien een beter idee om het op z’n beloop te laten en te zien wat de situatie brengt.
Nog even een laatste make up check.
Haar? Fabulous
Klaar om te gaan.
De bel speelt für Elise. Goedkoop.
Een kreet van binnen.
‘De deur is open, kom maar binnen.’
De kans die ze wilde. Meteen geeft ze haar ogen de kost.
Eerlijk is eerlijk, ze zijn redelijk stijlvol. Maar een paar dingen in het interieur waar ze minpunten voor zou geven. Opeens staat de
vrouw voor haar. Ze lacht.
‘Barbara? Toch? Van de overkant? Kom verder. Wat brengt jou hier?’
Barbara gebaart naar het pakje.
‘Deze was bij ons bezorgd.’
De vrouw…Barbara moet even denken…hoe heet ze ook alweer?
‘Deborah,’ zegt ze alsof ze gedachte kan lezen. ‘We hebben nog niet echt de kans gehad om fatsoenlijk kennis te maken. Wil je een
kopje thee? Of heb je het druk?’
Maar Barbara kan wel even tijd maken. Deborah zet thee en ze zitten op de bank te keuvelen. Een beetje oppervlakkig maar op zich
wel gezellig. Over wat ze in het leven deden, het zwarte gat na het pensioen.
En dan komt de man binnen, Jacques.
Hij groet Barbara warm. En er wordt nog wat meer gekeuveld. Natuurlijk wil ze meer, ze wil de vieze, vuile, vunzige geheimen.
Maar die gaat ze natuurlijk niet krijgen. Dus dan maar een rondleiding. Maar als ze erom vraagt, krijgt ze een vreemd antwoord.
‘Waarom?’ Vraagt Jacques, ‘ben je benieuwd naar onze sekskelder?’
Even kijkt Barbara verbaasd en geschokt. Ze kan nauwelijks uit haar woorden komen.
Een serieuze blik van beide buren.
‘Barbara, we weten wat voor onzin je over ons hebt verspreid. Je kan je voorstellen dat we daar niet zo blij mee zijn.’ Jacques kijkt
haar met een strenge blik aan. Deborah springt bij, ‘Als nieuwelingen in de buurt is het al moeilijk om aansluiting te vinden en als
dan ook nog een van je buren allemaal geruchten over je verspreid…. waarom zou je zoiets doen?’
Barbara is flabbergasted, voor het eerst in haar leven weet ze niet wat ze moet zeggen. En dan roept ze het maar gewoon.
‘Je man heeft een affaire!’
Gelach.
Niet de reactie die ze had verwacht.
‘Echt met zo’n jong sletterig ding, ze komt hier elke dinsdag als je er niet bent.’
Het gelach van haar beide buren klinkt nu bijna spottend.
‘Bedoel je Kimberly, ons nichtje? Die komt hier voor pianoles.’ Zegt Jacques door zijn lachen heen.
‘Ik ga altijd weg. Ze is niet erg goed.’ Voegt Deborah er faux fluisterend aan toe.
‘…m-maar de gordijnen?’
‘Dat kind is zo snel afgeleid, met de gordijnen open gaat haar aandacht dwalen. Dan wordt ze weer afgeleid door de overbuurvrouw

die opzichtig naar binnen staat te kijken.’
Het spottende gelach houdt abrupt op.
‘Gelukkig weten we goed hoe we daarmee om moeten gaan.’
Jacques pakt haar opeens bij haar arm en voor ze het weet ligt ze bij hem over zijn schoot. Ze sputtert wat, maar is eigenlijk te
verbouwereerd om echt te reageren.
‘Wat gebeurt er? Wat doe je?’
Een flinke klap op haar linker bil is het antwoord. En daarna haar rechter. Verontwaardigd probeert ze zich een weg uit zijn greep te
vechten, maar Jacques houdt haar moeiteloos tegen terwijl hij vrolijk door mept. Tussen haar boze kreuntjes en grommetjes hoort ze
Deborah op de achtergrond zachtjes giechelen.
‘Ik wist wel dat jullie viezeriken waren!’ Spuwt ze boos uit.
Spottend gelach.
Deborah staat op en loopt langzaam dichter bij. En dan met een ruk…Barbara’s broek omlaag. Barbara spuwt obsceniteiten waarvan
ze niet wist dat ze ze kende.
Deborah grijnst.
Barbara had het zo druk gehad met boos en verontwaardigd zijn , dat ze eigenlijk niet eens doorhad hoeveel pijn haar achterste doet,
maar nu ze even een kort moment van bezinning heeft voelt ze haar billen ineens branden.
Weer komt Jacques harde hand in een rap tempo met volle kracht neer. De kreet die ze dit keer uitslaat is er een van pijn.
Opeens zit Deborah voor haar en kijkt haar recht in de ogen.
‘Buurvrouw, ik weet dat het onbeleefd is om te vragen, maar ik doe het toch. Hoe oud ben je?’
Het moeilijk te concentreren op wat er gevraagd wordt, als een pensionado die zichzelf herontdekt heeft in de sportschool je een flink
pak billenkoek aan het geven is. Het antwoord laat dan ook op zich wachten.
‘Zo’n moeilijke vraag is het niet, toch?’
‘Vierenveertig,’ weet ze tussen de uitingen van pijn uit te brengen.
Deborah kijkt verbaasd.
‘Oh, echt? Ik had je jonger geschat. Toch Jacques? Ze ziet er niet uit als vierenveertig.’
Jacques geeft geen antwoord, maar op dit moment hecht Barbara niet heel veel waarde aan zijn mening. Het gevecht begint haar
langzaam te verlaten.
Even stopt hij en laat zijn hand op haar vuurrode achterste rusten.
‘Hoe voelt het nou om als een vrouw van vierenveertig met je billen bloot over de knie te liggen en billenkoek te krijgen als een klein
kind?’
Het antwoord komt langzaam en zachtjes.
‘Vernederend’
‘Inderdaad. Kan je je voorstellen dat het ook vernederend voelt als je ergens nieuw komt wonen en een wildvreemde buurvrouw
begint allemaal vreemde geruchten zonder enige kern van waarheid te verspreiden? Ik kan je vertellen dat dat vrij vernederend is.’
Deborah kijkt haar met ijzige ogen aan. Jacques zet zijn offensief op haar arme billen voort. Elke reactie is nu onvrijwillig, wat ze
uitkermt, hoe ze spartelt. Ze voelt zich hulpeloos. Ze voelt zich klein. En bovenal voelt ze zich schuldig. Alsof hij het aanvoelt, weet
Jacques zijn laatste klappen met wat extra joie de vivre te geven en Barbara gilt het uit.
Zijn ijzeren grip ontspant zich en Barbara springt op en grijpt naar haar geteisterde achterste. Ze schrikt ervan hoe warm het voelt.
‘Ik hoop dat we elkaar begrijpen?’ Deborah zet een vinger onder haar kin en dwingt Barbara haar in de ogen te kijken. Barbara knikt.
‘Goed, ik hoop geen andere vuile roddels over ons te horen, anders weten we je te vinden.’
Met haar broek nauwelijks opgetrokken stormt Barbara naar haar huis aan de overkant van de straat.
Ze slaat de deur achter zich dicht en fatsoeneert zichzelf. Nog even wrijft ze over haar achterste, ze wou dat ze niet zo’n strakke broek
aan had gedaan.
Manlief zit met een vreemde grijns in z’n speciale game stoel.
‘Hoe was het bij de buren?’
Haar hele gezicht vertrekt als ze gaat zitten, haar man grinnikt in zichzelf.
‘Wie de billen brand, moet op de blaren zitten. Het zag er wel spectaculair uit, vanaf je vaste plekje voor het raam.’
Geschrokken kijkt Barbara uit het raam, waar ze de buren vrolijk ziet zwaaien.

Alba

Alba had een plannetje om wat extra geld te verdienen tijdens de zomermaanden. Het was een
beetje ingewikkeld en omslachtig, maar dat zijn haar beste plannen meestal.
Vanaf dat ze een klein meisje was, was ze al plannetjes aan het smeden. Soms om geld te krijgen,
soms gewoon om haar zin te krijgen. Of natuurlijk gewoon om anderen in de problemen te zien
komen.
Ze kreeg het idee toen ze een klein pad naar een privéstrand ontdekte. Ze wist dat het strand privé
was, ze had het hek en de borden gezien, maar deze plek was zó dicht bij de rand en ze dacht niet
dat iemand het zou merken. Het was zo mooi en rustig. Ze keek snel, maar er was niemand te
bekennen. Dus ze legde haar handdoek neer en trok alles uit behalve haar zonnebril.
Zo’n geweldige plek om aan je kleurtje te werken.
Ze lag op haar buik toen een boom van een man in uniform het strandje opstampte. Ze schreeuwde
en probeerde zich nog te bedekken, maar ze wisten allebei dat ze absoluut de pineut was.
Ze smeekte hem om de politie niet te bellen.
Ze zei dat ze hem zou pijpen, hoewel als ze eerlijk was geweest, had ze waarschijnlijk zijn lul eraf
afgebeten en zou er daarna als een waanzinnige vandoor zijn gegaan.
Ze zei dat ze alles zou doen.
Hij keek haar van top tot teen aan, een vunzige glimlach verspreidde zich over zijn gezicht. Hij zei
dat hij een idee had. En voor ze het wist lag ze over knie.
Helemaal naakt, zelfs haar zonnebril was afgevallen.
Ze had zich nog nooit zo klein gevoeld en ze was al niet de langste. Zijn kolenschop-achtige hand
bedekte haar hele achterwerk. Ze schreeuwde het uit.
Niemand hoorde het.
Ze sloeg machteloos met haar vuisten tegen zijn been.
Haar schattige kleine billen werden felrood en dat kwam niet door de zon.
Hij grinnikte terwijl hij met zijn gigantische hand keer op keer op haar kont sloeg en stopte pas toen
ze volledig buiten adem was en haar billen bijna letterlijk in brand stonden.
Terwijl ze over haar pijnlijke achterwerk wreef, lachte hij en zei dat ze het strand de hele dag kon
gebruiken als ze dat nog steeds wilde. Hij stelde zich voor als Vincenzo en nadat ze zich had
aangekleed, hadden ze eigenlijk best een leuk gesprek.
Dat had haar een idee gegeven.
Zelf was ze niet zo’n fan van het pak slaag dat ze net had gekregen. Maar haar huisgenote Giulia
had haar, toen ze erg dronken was, verteld dat ze het absoluut heerlijk vond om een flink pak voor
haar billen te krijgen en Alba beloofde hem dat ze haar zijn telefoonnummer zou geven.
Maar dat was niet het echte plan, dat kwam later toen ze een heel irritante, dronken Poolse vrouw
moest bedienen. Ze dacht dat het leuk zou zijn om te zien hoe dat kreng een flinke afranseling zou
krijgen. En ze was er zeker van dat er een publiek zou zijn dat bereid was ervoor te betalen.
Dus Alba ging aan de slag.
Dit was het plan:
Alba zou een toerist oppikken. Bij voorkeur een vrouwelijke soloreiziger, daar waren er eigenlijk
best veel van. Waarschijnlijk twintigers op reis tijdens een tussenjaar, of vrouwen van in de dertig
en veertig die zo’n hele Eat, Pray, Love-ding deden. Gokte ze, ze had die film niet gezien. Ze koos
haar slachtoffers terwijl ze tafels bediende in het restaurant waar ze werkte. Ze zou hen paaien door
ze een privétour over het eiland aanbieden, hen vleien met de belofte van een ongerept strand. Dat
was meestal de doorslag gevende factor en ze spraken de volgende dag af voor de tour. Ze was
opgegroeid op het eiland en kende alle beste plekken, de mooiste uitzichten en andere toeristische
onzin zoals dat. Ze maakte foto’s voor hun Instagram, of filmde ze terwijl ze een stom dansje deden
op een UNESCO-locatie. Ze zou hen de weg naar het strand wijzen en zou ‘opeens’ het briljante
idee krijgen om een picknick te houden. Ze kende toevallig een geweldige delicatessenwinkel in de
buurt. Ze zei dat haar slachtoffer naar het strand moest gaan en genieten, en dat zij heerlijk eten en

prosecco zou halen. Het slachtoffer ging naar het strand. En daar kwam Vincenzo in beeld. Hij
betrapte ze op privéterrein en gaf ze de keuze tussen de politie bellen en een pak slaag. Elk van hen
koos voor de pak slaag. En dan begon de show.
Een stukje verderop op een heuvel was een plek waar je een uitstekend uitzicht had op het strand en
ze had een kleine groep plaatselijke viezeriken verzameld die bereid waren een flink bedrag te
betalen om te kijken hoe de mooie toeristen over de knie lagen.
Ze zou achteraf opdagen met het eten en de prosecco, die Vincenzo eigenlijk voor haar had
achtergelaten. De mensen voor wie hij werkte waren erg vrijgevig. Zij en Vincenzo deden alsof ze
ruzie hadden en dan gingen ze weg. Haar slachtoffers waren meestal erg beschaamd en wilden terug
naar het hotel.
Lijkt ingewikkeld? Dat was het ook.
Zou het uiteindelijk en fiasco worden waar ze zelf het slachtoffer van zou worden?
Laten we het erop houden dat het een geweldig plan was. Tot het niet meer zo was.
Ze had misschien een half dozijn vrouwen in verschillende talen horen schreeuwen. Vincenzo
beleefde zijn beste zomer ooit. Ze verdiende veel geld en vond het niet erg om die toeristen
billenkoek te zien krijgen.
Het was een geweldige zomer.
Tot Britta.
Ze vond Britta prachtig, Scandinavisch. Spreekt bijna voor zichzelf? Een beetje afstandelijk,
misschien zelfs een beetje koud. Maar Alba hield van een uitdaging. En het werkte.
Ze brachten de dag samen door met een rondrit over het eiland. Alba had misschien net iets te veel
foto’s gemaakt voor de vrouw haar Instagram. Maar wie kon haar dat kwalijk nemen, dacht ze.
Die ogen…
Die billen…
Alba was niet zo van de meisjes, maar ze begon visioenen te krijgen van hen samen met hun drie
geadopteerde katten.
Maar uiteindelijk kwam het moment van de waarheid. Britta stond op het punt een pak slaag te
krijgen. Niet de beste manier om een levenslange relatie te beginnen (alsof daar een kans op was),
maar eerlijk gezegd kon Alba niet wachten om het te zien. Ze had besloten het risico te nemen om
iets dichter bij de actie te komen. Er was een plek in de struiken waar ze zich kon verstoppen zonder
gezien te worden. Ze zou misschien zelfs een foto kunnen maken, gewoon voor zichzelf.
En zo begon het hele toneelstuk. Britta alleen op het strand. Zij ging de picknickmand halen en
verstopte zich in de struiken. Ze zou de rest van haar leven naar dit beeld kunnen blijven staren. Ze
hoorde Vincenzo voordat ze hem zag.
De personificatie van gespierd deed zijn hele act, bel de politie of krijg klappen. Natuurlijk koos ze
voor de pak slaag.
Alba’s hart maakte een sprongetje toen ze de statige schoonheid zich over de knie van het
menselijke vleespakket zag buigen. Ze pakte haar telefoon en maakte een paar foto’s van Britta’s
stuiterende billen.
Oké, misschien was het een video.
De liefde van haar leven schreeuwde haar longen uit in… Zwitserland?… (Alba had bij
aardrijkskunde helemaal niet opgelet). Haar billen waren al heel snel gloeiend rood en de vrouw
trapte machteloos om het paddle achtige hand te weren dat haar achterwerk sloeg. Alba voelde zich
bijna gehypnotiseerd.
En toen sloeg het noodlot toe.
Haar telefoon ging. Ze vergat het uit te zetten.
Ze zag Britta omkijken en door haar tranen heen maakten ze oogcontact.
Daar bestond geen twijfel over.
Ze was betrapt.
Fuck dit.
Alba stond op en rende weg, sprong in de auto en reed weg.

Het was drie dagen later. Ze was te verlegen geweest om Vincenzo te bellen. Ze hoopte dat hij geen
problemen zou krijgen op zijn werk. Hij was een goede kerel en tussen hem en Giulia werd het echt
serieus. Ze ging naar haar werk in het restaurant en hoopte dat ze Britta nooit meer onder ogen
hoefde te komen.
Maar zoals te verwachten viel, liep het niet zoals Alba wilde.
Na haar dienst in het restaurant liep ze naar huis toen ze plotseling een bekende stem hoorde.
‘Daar is ze!’
Ze begon instinctief te rennen, maar een grote hand greep haar schouder vast.
Vincenzo?
Maar toen ze zich omdraaide, keek ze in de helderblauwe ogen van een man die ze nog nooit eerder
had gezien. Ze opende haar mond om hem te bijten, toen ze hen zag. Die doordringende blauwe
ogen.
‘Dat is haar Daniel, dat is ze.’
En zonder pardon voelde ze hoe ze over de schouder van de man werd getild. Ze schreeuwde moord
en brand, sloeg hem op zijn rug, probeerde in zijn schouder te bijten. Hij reageerde helemaal niet.
Maar daar waren die ogen weer. Hoewel haar ogen helderblauw waren, vlamden ze van woede.
‘Houd je mond!’ Het was niet hard, ze schreeuwde niet. Het was kort en fel.
‘Je krijgt wat je verdient.’ Die ogen deden haar zwijgen. Ze bleven haar aanstaren tot ze in de
hotelkamer waren.
Het was niet ver en niemand lette echt op hen. Eenmaal binnen zette de man haar neer en Britta
deed de deur op slot.
‘Kleren uit.’
Alba keek hen onzeker aan. Haar gedachten schoten alle kanten op om een manier te bedenken om
zich uit deze situatie te praten.
‘Nu.’ Haar stem was zacht, maar hard in toon.
‘Wat doen we hier? Wie is hij?’
Britta wierp een blik op de man, die qua postuur kon wedijveren met Vincenzo.
‘Dat is Daniel, mijn man. En we gaan met jou doen wat jij met mij hebt gedaan. Nu uitkleden.’
Het werd steeds moeilijker om niet te gehoorzamen.
‘Jouw grote vriend en ik hebben even gepraat nadat je me daar achterliet. Hij was aardig, hij legde
je plan uit. Hij heeft me teruggebracht naar de stad nadat je me had achtergelaten. Nu uitkleden, of
moeten we dat voor je doen?’
Ze knikte lichtjes naar Daniel, die zich begon te bewegen. Alba deed een paar stappen achteruit.
‘Nee, nee, oké. Ik doe het zelf wel.’
Ze begon langzaam haar shirt uit te trekken.
‘Dus je bent getrouwd? Ik dacht dat je alleen reisde, je zat alleen in het restaurant…’
‘Ik was ziek.’ Het was het eerste wat hij zei.
Haar shirt lag op de grond, ze begon haar broek los te maken.
‘Gaat het nu weer goed met je?’
Hij knikte.
Haar broek viel op de grond.
‘Dat is jammer.’
Ze deed haar sokken uit. Ze stond midden in de kamer in haar ondergoed, met twee paar ijzige
blauwe ogen die in haar ziel brandden.
‘Ondergoed ook. Ik wil dat je je vernederd voelt, net zoals jij mij vernederde. Uit!’
Ze wist zeker dat er geen manier was om zich hieruit te praten. Ze zuchtte en maakte haar bh los. Ze
liet hem op de grond vallen en deed toen haar onderbroek uit.
‘Op je buik op het bed.’ Toen ze niet meteen bewoog, greep Britta haar bij haar oor, sleepte haar
naar het bed en gooide haar neer. Ze klom bij haar op bed en hield haar schouders stevig vast.
Alba’s hartslag versnelde, ze wist wat er ging gebeuren en ze vond het helemaal niks. Ze schopte en
schreeuwde, maar Britta hield haar stevig vast, haar nagels groeven zich in haar schouders en rug.

Ze hoorde de doffe voetstappen van de stille echtgenoot achter zich aankomen. Ze wilde die
kolenschoppenhanden nergens in de buurt van haar hebben. Ze begon te schoppen en te
schreeuwen, waardoor ze Britta bijna van zich afgooide. Maar Britta bewoog snel en wist bovenop
haar te komen. En nu zat ze echt vast. Sommigen zouden deze positie benijd hebben.
Een Scandinavische godin bovenop haar
Een Scandinavische god achter haar.
Ze stootte een laatste, nutteloze schreeuw van protest uit. Maar het was te laat.
Dit was geen mannenhand, het was alsof ze met massief eikenhout werd geslagen. Steeds weer
bedekte zijn hand haar hele achterwerk. Na drie klappen voelde ze de tranen achter haar ogen
prikken. Ze wilde ze niet de voldoening geven van huilen, ze probeerde de tranen terug te duwen.
Maar nu fluisterde Britta in haar oor terwijl het geluid van huid op huid de kamer vulde.
‘Dit is karma. Dit is voor alle toeristen die je vernederd hebt, die je pijn hebt gedaan. En je komt er
makkelijk vanaf. Als het aan mij lag, kreeg je dit elke avond de rest van je leven. Dit is karma.’
Haar achterwerk bonkte. Dit was totaal anders dan het pak slaag dat Vincenzo haar had gegeven.
Hoewel dat ongelooflijk veel pijn had gedaan, was het vies, leuk en opwindend geweest.
Dit was…karma.
Dat begreep ze.
Terwijl de Finse Frankenstein haar brandende achterwerk steeds weer sloeg. Ze besefte het.
Dit is karma.
En toen begon ze te huilen.
‘Dat is wat we willen zien. Tranen. Heb je spijt? Wat zeg je? Weet je hun namen nog?’
Hoe kon ze in zo’n moment aan de namen denken van de vrouwen die ze had opgelicht?
‘Ik denk dat je je bij iedereen moet verontschuldigen.’
En zelfs in dit moment van angst, van extreme pijn en vernedering, was Alba nog steeds Alba. Ze
stamelde gewoon wat namen op. Willekeurige namen.
‘Het spijt me, Eloise.’
‘Het spijt me, Katarzyna.’
Enzovoort.
Ze wist niet zeker wanneer ze gestopt waren. Ze lag nu gewoon op bed. Britta was van haar
afgestapt, Daniel had de kamer verlaten.
Britta keek haar met niets dan minachting aan. Misschien was dat wat het meest pijn deed.
‘Ga weg!’
Ze stond op en zocht haastig naar haar kleren, maar die waren nergens te vinden.
‘Je verdient geen kleren. Wegwezen.’
Britta hield de deur open en Alba rende weg zoals ze altijd altijd als ze in de problemen zat. Maar
stiekem was ze toch alweer bezig met haar volgende plannetje.

Huisgenoot (1)

Drie fucking wekkers. Drie wekkers en ze werd nog steeds niet wakker. En het was nu al de vijfde keer dat ik haar wakker moest schudden. Ik dacht dat ik gek werd. Zelfs op de dagen dat ik uit kon slapen. En dan was ze net begonnen met d’r stage, ze moest nog een half jaar. Om over haar werkdagen nog maar niet te beginnen. Dat was al wel langer aan de gang, al sinds we huisgenoten werden. Maar ja dan moest ik meestal zelf ook vroeg op, dus dan was het niet zo erg.
Dus toen ik na twee weken het echt spuugzat was en het een keer er gewoon bij had gelaten en op d’r donder had gekregen omdat ze veel te laat was en ze het gore lef had om boos op me te worden, omdat ik haar niet wakker had gemaakt, had ik het echt gehad.
‘Ik ben je fucking moeder niet!’ Riep ik. Ze leek te begrijpen dat ze te ver was gegaan.
‘Sorry, sorry, ik…ik weet gewoon niet wat ik er nog meer aan kan doen.’
‘Een machine kopen die elke ochtend een emmer water over je kop gooit,’ ik klonk al wat minder boos, ‘misschien moet je gewoon eens op tijd naar bed gaan.’
Ze keek naar haar voeten en begon te blozen.
‘Maar hoe ging dat dan toen je nog thuis woonde?’
Ze lachte een beetje gegeneerd.
‘Toen durfde ik niet door m’n wekker heen te slapen.’
‘Wat? Waarom niet?’
Ze werd nog iets roder, maar begon ook nog harder te lachen.
‘Mijn vader had een keer gezegd dat ie me een flink pak voor m’n blote billen zou geven als ik niet op tijd uit bed kwam.’
Ik keek haar een beetje vreemd aan
‘Serieus?’
Ze knikte
‘Maar nu…sinds ik het huis uit ben…’
‘Oké, maar je hebt dus nooit…’
‘God, nee, echt niet. Ik was als de dood dat ie het echt zou doen.’
‘En als wij dat nou afspreken?’
‘Wat? Dat jij me…billenkoek geeft?’
Ik knikte.
‘De volgende keer dat ik je wakker moet maken.’
Ze lachte.
‘Meen je dat echt?’ Ga je dat echt doen?’
Ik haalde mijn schouders op en knikte
‘Als dat helpt.’
Als ik had geweten wat dit allemaal in gang zou zetten…
Ze aarzelde even en zei toen, ‘Oké afgesproken!’
We gaven elkaar een hand en iets zei me dat ik na het weekend toch vroeg op zou moeten staan.

En Tess stelde niet teleur. Ik werd meteen wakker toen haar wekker ging, maar ik gaf haar het voordeel van de twijfel. Het hielp natuurlijk ook niet dat ze gisteren had zitten blowen en tot 4 uur s nachts youtube had zitten kijken. Ik wachtte even tot de wekker voor de 2e keer afging.
Ik stond zuchtend op en ging naar de kamer naast de mijne. Rustig schudde ik haar wakker. Het duurde even. Pas toen ze op de rand van het bed zat en zich eens even goed had uitgerekt, realiseerde ze zich wat dit betekende. Ze stotterde en stamelde wat en stond op.
‘Maak je voor nu maar geen zorgen, je bent al laat genoeg. We hebben het er vanavond over. Maar even een voorproefje.’
Ik gaf haar een aantal flinke tikken op haar dunne pyjama broek. Ze slaakte een gilletje en greep naar haar achterste.
‘Kom anders kreeg je straks nog ook nog op je donder bij je stage.’
Ze ging douchen en omdat ik toch niet meer kon slapen, maakte ik een ontbijtje voor haar klaar.
Toen ze aangekleed en al aan de tafel kwam zitten durfde ze me niet aan te kijken. Ze at snel voor haar doen en stond zo weer op.’Tot vanavond,’ mompelde ze en ging vlug de deur uit.

Mijn dag ging zoals gepland, ik had college, deed boodschappen en werkte wat aan mijn scriptie.

Ze kwam later dan normaal thuis. Ze keek erg zenuwachtig.
‘Zullen we het nu maar even bespreken of wil je eerst wat eten?’
Ze schudde haar hoofd; ‘Ik heb in de bus al wat gegeten. Laten we het nu maar doen.’ Ze durfde me nog steeds niet aan te kijken.
‘Is goed,’ zei ik, ging op de bank zitten en gebaarde dat ze over m’n schoot moest komen liggen. Ze keek ongemakkelijk,
‘Moet het op m’n blote billen?’
Ik knikte, ‘Dat was wat we hadden afgesproken, maar als je fijn vindt, mag je voor het eerste deel je onderbroek wel aanhouden. Maar we eindigen met de billen bloot.’
Ze begon een beetje onhandig haar riem en het knoopje van haar broek los te maken. Ze liet haar loszittende spijkerbroek zakken, onthulde haar ondergoed met schattige axolotls erop en ging over mijn schoot liggen met haar hoofd in de kussens verborgen.
Ik zuchtte even, legde mijn rechterhand op haar onderrug.
‘Wat ik vooral erg vind, is niet dat je door je wekker heen slaapt. Dat kan, het gebeurt iedereen en misschien kan je er ook niks aan doen. Maar dat je gisteren tot 4 uur ’s nachts jointjes hebt zitten roken en stomme filmpjes heb zitten kijken, terwijl je weet dat we dit hadden afgesproken en misschien nog wel erger, dat je de volgende ochtend gewoon  aan de slag moet. Je hebt daar verantwoordelijkheden en mensen rekenen op je. En je verwaarloost zo ook jezelf, je toekomst. Daarom lig je nu hier. Ik hoop dat je er wat van leert.’
Een onverstaanbaar antwoord tussen de kussens.
Ik tilde mijn hand omhoog.
Liet hem hard neerkomen.
Haar hoofd schoot uit de kussens en ze slaakte een kreetje.
Klap twee, dezelfde reactie.
Langzaam vond ik mijn ritme.
Wriemelend lag ze daar.
Kleine kreetjes uitstotend.
Langzaam kwam er kleur op haar billen.
Even pauze.
Een strelende hand.
‘Begrijp je hoe je in deze positie terecht bent gekomen?’
Ze knikte.
‘Goed, dan begrijp je hopelijk ook dat je dit heel erg serieus moet nemen.’
Langzaam gingen de axolotls omlaag
Een gegeneerd gekerm.
Nog even een moment om de spanning op te voeren.
Het ritme kwam snel weer op gang.
Iets harder en sneller.
Ze ademde zwaarder
Kreetjes werden snikjes.
Haar mollige billen werden steeds roder.
Ze trappelde en wriemelde,
Ze werd stevig vast gehouden.
Ze kon nog nergens naar toe.
Het was net alsof mijn hand van de ene naar de andere bil stuiterde.
Haar kreetjes werden gilletjes.
Ze spartelde heviger.
Mijn tempo werd minder, mijn kracht niet.
‘Ga je beter voor jezelf zorgen?’
Een snikkend ja
‘Ga je wat meer je verantwoordelijkheid nemen?’
Alleen luide snikken
Een extra ferme tik
Een luid ja.
Nog een aantal ferme tikken en ik hielp haar omhoog op mijn schoot. Haar hoofd viel op m’n schouder, ze was aan het snikken.
‘Het spijt me,’ het was zachtjes maar gemeend.
‘Het is al goed.’
Ik aaide haar zachtjes over haar rug en liet haar uithuilen. Later nadat er wat crème op haar billen was gesmeerd en ik wat te eten voor ons had klaar gemaakt, zaten we samen aan tafel.
‘Dank je,’ zei ze zachtjes.
Ik gaf haar een kleine lach.
‘Denk je dat je het nodig hebt als ik af en toe voor ouder speel?’
Ze werd rood, maar knikte.
‘Oké, misschien kunnen we wat afspraken maken en als je daar niet aan houd ga je weer over de knie. Zie je dat zitten.’
Weer een beschaamde knik.
‘Kijk me eens aan.’
Haar grote blauwe ogen keken me verlegen aan.
‘Het is niet erg als je dit af en toe nodig hebt. Ik weet niet of ik het leuk vind om voor je ouders te spelen, maar als ik je daarmee help dan wil ik dat best doen. Maar neem je het wel serieus?’
‘Ja natuurlijk.’
‘Dan kunnen we straks even bedenken wat je allemaal nodig hebt om wat beter voor jezelf te zorgen.’
Het was natuurlijk niet de enige keer dat ik haar op d’r sodemieter moest geven. Soms kreeg ik het idee dat ze het erom deed.

Keuzes (169)

Niet meedoen Irene

Je zegt ja

Je zegt nee

      Keuzes (168)

      Je kijkt Doortje vragend aan, “Denk je dat we ermee wegkomen?” “Tuurlijk!” antwoordt ze enthousiast, “ze letten hier zo slecht op, en iedereen kan het gedaan hebben. Jou verdenken ze al helemaal nooit, je bent helemaal veilig!” Nienke rolt met haar ogen. “Je moet het zelf weten, maar ik zou er echt niet aan beginnen.” Je denkt even na. In principe hoef je je niet te laten straffen als je betrapt wordt, maar je weet ook wel dat je dan met zoveel schuldgevoel zou zitten dat je liever nog wel over de knie zou gaan. Nienke had wel gelijk, dit soort spelletjes loopt zelden goed af. Maar.. het klinkt wel leuk, en spannend. Toen je nog student was had je nooit iemand om je verlangens te delen, nu kon ze wat van die tijd inhalen. “Waar gaan we beginnen?” vraag je grijnzend aan Doortje. Ze lacht en trekt je mee aan de arm terwijl Nienke nog eens met haar ogen rolt. Amira rent ook gauw mee. Met zijn drieën ren je de gang op. Doortje stopt en kijkt je je aan. “Ok, dit is het plan!” fluistert ze.

      Irene

      Je zegt ja

      Je zegt nee

          Keuzes (167)

          Je gaat door twee grote openslaande deuren naar de eetzaal. Michiel wijst aan waar je een dienblad kunt halen. Er is een ruime keuze en alles ziet er lekker uit! Je gaat voor soep en een broodje, daarnaast natuurlijk ook een koffie. Je hoeft zelf niet af te rekenen, want Michiel schiet het voor. “We kunnen daar wel even gaan zitten,” wijst hij, “dat zijn wat studentes die hier al wat langer rondlopen. Ze halen ook wel veel kattenkwaad uit, maar hun cijfers zijn prima, dus dan is daar wat ruimte voor. Tot op zekere hoogte natuurlijk.” Je gaat zitten en Michiel stelt je voor. “Dat is Doortje, Amira, Nienke en Jasmine. “Irene, aangenaam,” beantwoord je de begroeting. “Ben je een nieuwe studente? No offense, maar je ziet er niet uit als achttien,” zegt Doortje brutaal. Michiel kijkt haar even streng aan, maar ze beantwoordt de blik vrijpostig. “Nee, ik ben vandaag op bezoek om meer te weten te komen over de leermethoden hier. Ik werk voor een school en mijn baas wil graag weten hoe jullie aan zulke goede cijfers komen. Al weet ik niet zeker of de methoden die ik tot nu toe heb gezien, bij ons ook toepasbaar zijn.” De andere vrouwen lachen. “Nee, dit is niet voor iedereen,” geeft Nienke toe. Dan zie je hoe Michiel zijn telefoon tevoorschijn haalt, even met een frons kijkt en opstaat. “Het spijt me, dames, maar zo te zien ben ik even ergens anders nodig.” Voor het geval het nog niet duidelijk was, zegt Amira woordeloos “straf” en maakt nog even een slaand gebaar met haar hand. “Irene, als jij vanmiddag een uur bij dit groepje aansluit terwijl ze zelfstudie hebben, dan zie ik je daarna weer.”

          Zelfstudie? Wat moet je studeren dan? Terwijl je je afvraagt of Michiel hier wel goed over nagedacht heeft, blijkt dat je niet de enige bent met deze gedachten. “Zelfstudie? Soms denk ik dat Michiel zelf slaag nodig heeft. Wat moet je studeren dan?” zegt Jasmine. Je lacht. “Ja, dat weet ik ook niet zo goed.. Ik ben al een tijdje klaar met studeren.” “Tsja, en straf krijgen zul je ook wel niet,” zegt Nienke er onmiddellijk achteraan. Je voelt dat je ontzettend gaat blozen en je ziet Nienkes ogen groot worden. “Ow, wel dus! Krijg je dan net als wij op je billen?” Je probeert haar blik te ontwijken. “Misschien …?” “Nee, niet misschien, ik zie het aan je,” gaat ze door. “En van wie krijg je dan billenkoek?” Je voelt dat je hier niet uit gaat komen door te zwijgen en weg te kijken en tenslotte ben je ook onder mensen die het snappen. Dat maakt het iets gemakkelijker, al neemt het de schaamte niet helemaal weg om zo ‘betrapt’ te worden. “Nou, door mijn vriend, Paul. Als hij vindt dat ik me niet goed gedragen heb of gewoon als ik het ‘nodig heb’.” Je maakt quotes in de lucht en rolt met je ogen. De andere dames lachen. Je voelt dat je een band hebt.

          “Pff, ik heb hier echt he-le-maal geen zin in,” zucht Amira als Nienke na een kwartiertje kletsen oppert de boeken er toch maar eens bij te pakken, voordat een overijverige docent komt controleren wat ze aan het doen zijn. “Ik ook niet,” sluit Jasmine aan. Doortje krijgt een twinkeling in haar ogen en kijkt je aan. “Eigenlijk hoeven we dit helemaal niet te doen, alleen, ze komen steeds dreigen met die stomme straffen en daarom moeten we wel. Je zou ons kunnen helpen! In elk lokaal hangt wel iets, een strap, een paddle of een cane om ons straf te geven, terwijl we dat helemaal niet verdienen natuurlijk.” Even kijkt ze je met een pruillip aan. “Als we nu eens al die spullen jatten en verstoppen, kunnen ze ons niet meer slaan!” Amira giechelt, Jasmine rolt met haar ogen. “Dat is echt zo’n dom idee, uiteindelijk krijgen ze ons te pakken en dan zijn we nog niet jarig.” “Nou ja, dat is toch leuk!” werpt Doortje tegen. “Voor jou misschien, ik heb vandaag wel weer genoeg gehad,” zegt Jasmine. Doortje kijkt vragend naar Nienke. “O nee, de vorige keer dat je me meesleurde met een van die gekke plannetjes van je heb je me keihard verraden. Ik wil morgen liever gewoon kunnen zitten, dankjewel.” Nu kijkt Doortje jou vragend aan. “Doe jij mee? Jij komt er wel mee weg denk ik.” Daar heb je je twijfels over, maar is dit wel een goed idee?

          Je zegt ja

          Je zegt nee

              Keuzes (166)

              Je gaat door twee grote openslaande deuren naar de eetzaal. Michiel wijst aan waar je een dienblad kunt halen. Er is een ruime keuze en alles ziet er lekker uit! Je gaat voor soep en een broodje, daarnaast natuurlijk ook een koffie. Je hoeft zelf niet af te rekenen, want Michiel schiet het voor. “We kunnen daar wel even gaan zitten,” wijst hij, “dat zijn wat studentes die hier al wat langer rondlopen. Ze halen ook wel veel kattenkwaad uit, maar hun cijfers zijn prima, dus dan is daar wat ruimte voor. Tot op zekere hoogte natuurlijk.” Je gaat zitten en Michiel stelt je voor. “Dat is Doortje, Amira, Nienke en Jasmine ken je al.” Jasmine kleurt rood bij die woorden, maar strekt toch haar hand uit. “Irene, aangenaam,” beantwoord je de begroeting. “Ben je een nieuwe studente? No offense, maar je ziet er niet uit als achttien,” zegt Doortje brutaal. Michiel kijkt haar even streng aan, maar ze beantwoordt de blik vrijpostig. “Nee, ik ben vandaag op bezoek om meer te weten te komen over de leermethoden hier. Ik werk voor een school en mijn baas wil graag weten hoe jullie aan zulke goede cijfers komen. Al weet ik niet zeker of de methoden die ik tot nu toe heb gezien bij ons ook toepasbaar zijn.” De andere vrouwen lachen. “Nee, dit is niet voor iedereen,” geeft Nienke toe. Dan zie je hoe Michiel zijn telefoon tevoorschijn haalt, even met een frons kijkt en opstaat. “Het spijt me, dames, maar zo te zien ben ik even ergens anders nodig.” Voor het geval het nog niet duidelijk was, zegt Amira woordeloos “straf” en maakt nog even een slaand gebaar met haar hand. “Irene, als jij vanmiddag een uur bij dit groepje aansluit terwijl ze zelfstudie hebben, dan zie ik je daarna weer.”

              Zelfstudie? Wat moet je studeren dan? Terwijl je je afvraagt of Michiel hier wel goed over nagedacht heeft, blijkt dat je niet de enige bent met deze gedachten. “Zelfstudie? Soms denk ik dat Michiel zelf slaag nodig heeft. Wat moet je studeren dan?” zegt Jasmine. Je lacht. “Ja, dat weet ik ook niet zo goed. Ik ben al een tijdje klaar met studeren.” “Tsja, en straf krijgen zul je ook wel niet krijgen,” zegt Nienke er onmiddellijk achteraan. Je voelt dat je ontzettend gaat blozen en je ziet Nienke’s ogen groot worden. “Ow, wel dus! Krijg je dan net als wij op je billen?” Je probeert haar blik te ontwijken. “Misschien …?” “Nee, niet misschien, ik zie het aan je,” gaat ze door. “En van wie krijg je dan billenkoek?” Je voelt dat je hier niet uit gaat komen door te zwijgen en weg te kijken en tenslotte ben je ook onder mensen die het snappen. Dat maakt het iets gemakkelijker, al neemt het de schaamte niet helemaal weg om zo ‘betrapt’ te worden. “Nou, door mijn vriend, Paul. Als hij vindt dat ik me niet goed gedragen heb of gewoon als ik het ‘nodig heb'”. Je maakt quotes in de lucht en je rolt met je ogen. de andere dames lachen. Je voelt dat je een band hebt.

              “Pff, ik heb hier echt he-le-maal geen zin in,” zucht Amira als Nienke na een kwartiertje kletsen oppert de boeken er toch maar eens bij te pakken, voordat een overijverige docent komt controleren wat ze aan het doen zijn.” “Ik ook niet,” sluit Jasmine aan. Doortje krijgt een twinkeling in haar ogen en kijkt je aan. “Eigenlijk hoeven we dit helemaal niet te doen, alleen, ze komen steeds dreigen met die stomme straffen en daarom moeten we wel. Je zou ons kunnen helpen! In elk lokaal hangt wel iets, een strap, een paddle, of een cane om ons straf te geven, terwijl we dat helemaal niet verdienen natuurlijk.” Even kijkt ze je met een pruillip aan. “Als we nu eens al die spullen jatten en verstoppen, kunnen ze ons niet meer slaan!” Amira giechelt, Jasmine rolt met haar ogen. “Dat is echt zo’n dom idee, uiteindelijk krijgen ze ons te pakken en dan zijn we nog niet jarig.” “Nou ja, dat is toch leuk!” werpt Doortje tegen. “Voor jou misschien, ik heb vandaag wel weer genoeg gehad,” zegt Jasmine. Doortje kijkt vragend naar Nienke. “O nee, de vorige keer dat je me meesleurde met een van die gekke plannetjes van je heb je me keihard verraden. Ik wil morgen liever gewoon kunnen zitten, dankjewel.” Nu kijkt Doortje jou vragend aan. “Doe jij mee? Jij komt er wel mee weg denk ik.” Daar heb je je twijfels over, maar is dit wel een goed idee?

              Je zegt ja

              Je zegt nee

                  Bunker in het bos

                  “Wat is dat toch met jou?” vraagt hij. “Je lijkt de muren op te lopen.”

                  Ze zucht. Het is waar: ze is vreselijk ongedurig.

                  “Geen idee,” antwoordt ze. “Ik weet echt niet hoe het komt. Ik weet gewoon geen blijf met mezelf.”

                  “Ga even wandelen,” spoort hij aan.

                  Ze haalt haar schouders op. “Geen zin in.”

                  Heb je ergens wel zin in?

                  Ze denkt even na en schudt dan haar hoofd.

                  “Dan ga je dus wandelen,” besluit hij.

                  Aan zijn blik te zien kan ze maar beter niet te hard protesteren.

                  “Waar zou ik dan heen moeten?”

                  “Gewoon, even het bos in. Als je de knooppunten volgt, kom je uit op ongeveer 5 kilometer dacht ik. Een uurtje stappen. Daar kom je vast van tot rust.”

                  “Is het niet al een beetje laat om nu nog te gaan wandelen?” probeert ze.

                  Hij schiet in de lach. “Het is nog niet eens 20 uur,” antwoordt hij. “Het duurt nog twee uur eer de zon ondergaat. Ruim tijd. Zeker als je niet blijft treuzelen en gewoon vertrekt.”

                  Urgh. Het zal dan wel. In zichzelf mopperend trekt ze haar wandelschoenen aan. Een rugzak neemt ze niet mee. Ze zal immers maar een uurtje weg zijn? Dan is het veel minder vervelend om wat dorst te hebben, die ze na dat uur meteen kan lessen, dan om een heel uur lang haar rug te verwarmen door een rugzak mee te slepen.

                  Het duurt even, maar na een tweetal kilometer moet ze toegeven dat Bas gelijk had. De gedachten lopen over elkaar heen in haar hoofd, maar daarna verdwijnen ze geleidelijk aan op het ritme van haar voetstappen.

                  Er zijn niet veel andere wandelaars op pad in dit deel van het bos. Toch was er daarnet een man die langs haar heen kwam gejogd. Gek. Hij zou net rustig de tijd moeten nemen om van de omgeving te genieten, vindt Zoë. En niet alle dieren wegjagen met zijn haastige gedoe. Tot nu toe hoorde ze minstens drie konijnen of eekhoorns wegschieten tussen de struiken. Ook sprongen vier kikkers met een plons in het water toen ze een bruggetje overstak. En daarnet zag ze zelfs, voor het eerst in haar leven, een specht met zijn snavel tegen de boom tikken. Dat klonk veel luider dan ze had gedacht. En die vogel was slechts piepklein! Wat een sterke snavel moet die hebben…

                  De joggende man van daarnet staat iets verderop vertwijfeld stil bij een kruispunt. Net wanneer ze rechtsaf wil slaan richting wandelknooppunt 53, zoals het bordje aangeeft te doen, spreekt hij haar aan.

                  “Sorry, weet u soms welke richting ik uit moet om naar nummer 53 te gaan?”

                  “Ja hoor, gewoon rechtdoor,” antwoordt ze.

                  “Bedankt!” roept de man over zijn schouder, terwijl hij alweer verder jogt.

                  Zoë giechelt in zichzelf. Eigenlijk is ze een beetje geschrokken over zichzelf. Hem zomaar de verkeerde kant op sturen… Ach, dan leert hij het bos misschien waarderen, praat ze het voor zichzelf goed. Als hij niet zo’n haast had gehad, had hij misschien ook het bordje gezien met de pijl erop. Akkoord, het stond niet vlák naast de weg, maar zo moeilijk was het nu ook weer niet te spotten. In elk geval is er nu al niet veel meer aan te doen. De man is al uit het zicht verdwenen. Zelf slaat Zoë wel rechtsaf, op weg naar knooppunt 53. Die man komt ook wel uit waar hij moet zijn. Uiteindelijk. Zo gigantisch is dit bos nu ook weer niet.

                  Ze wandelt verder en eenmaal ze bij knooppunt 53 aangekomen is, slaat ze linksaf op weg naar knooppunt 52. Ze is de man al bijna vergeten. Ze geeft het niet graag toe, maar Bas had gelijk dat hij haar even naar buiten stuurde. De wandeling doet haar goed. Ze is nu ongeveer halverwege. Ze blijft even staan om haar schoenveter opnieuw te strikken. Wanneer ze overeind komt, schrikt ze. Op een tweehonderdtal meter voor haar uit ziet ze de man van daarnet. Waar komt die nu vandaan? Vast vanuit een zijweggetje ergens. Alle wegen in dit verdomde bos lopen in kringetjes die elkaar regelmatig kruisen. Belangrijk is om te weten of hij haar gezien heeft. In elk geval komt hij vastberaden deze kant op. Paniekerig kijkt ze om zich heen, maar er zijn geen vluchtroutes. Geen zijwegen, alleen bomen, bramenstruiken en brandnetels. Als ze zich nu omdraait, ziet dat er ook maar gek uit. Dus loopt ze verder en hoopt ze maar dat hij haar niet herkent en haar gewoon laat passeren.

                  IJdele hoop, zo blijkt al snel.

                  “Wat dacht je wel niet?” zegt hij boos, zodra hij binnen gehoorsafstand is. “Me zomaar de verkeerde kant opsturen. Dat vond je zeker wel grappig?”

                  Een beetje wel, maar dat durft ze nu echt niet meer toegeven.

                  “Ik zou je moeten arresteren voor smaad aan de politie en obstructie van de rechtsgang.”

                  “Pardon?” Ze verslikt zich bijna.

                  “Wat als ik een boef achterna had gezeten en jij me de verkeerde kant opstuurde? Daar staan strenge straffen op, hoor.”

                  “Bent u een politieagent?”

                  De man knikt.

                  “Dat kon ik toch niet weten?”

                  “Mooi, dan werkt m’n undercoveroutfit. Maar dat wil nog niet zeggen dat je mensen zomaar de verkeerde kant mag opsturen. Heel m’n operatie had wel in het water kunnen vallen.”

                  “Loopt die boef hier nu dan nog ergens rond?” Ze kijkt nerveus om zich heen.

                  “Nee, nee,” stelt hij haar gerust. “Hij blijkt er vandaag niet te zijn. Maar als hij er wel was geweest en ik was hem door jou misgelopen…”

                  “Tja, eh, sorry?” zegt ze. Wat moet je daar nu ook op gaan zeggen?

                  “Sorry? Daar koop ik niets voor,” bromt de man. “Jij gaat met mij mee naar het politiebureau. Dan gaan we samen een paar documenten invullen.”

                  “Politiebureau? Documenten? Wat voor documenten?”

                  Een officiële waarschuwing voor obstructie van de rechtsgang. Misschien leert dat je om je voortaan wat socialer op te stellen.

                  “Hé, ik kon dit toch niet weten!” roept Zoë uit. “Wie zegt trouwens dat je een echte politieagent bent?” merkt ze plots slim op. “Straks vertel je me dat alleen maar om me te kunnen meelokken en ontvoeren.”

                  Hij reikt in zijn borstzak en haalt er een badge uit, die hij haar voorhoudt. Het ziet er legitiem uit. Dan steekt hij zijn hand in zijn kontzak en houdt haar een stel handboeien voor. “Ga je nu netjes met me mee of moet ik je deze omdoen?”

                  “Ho, wacht even.” Ze deinst achteruit. “Moet ik echt mee naar het politiebureau? Kunnen we dit niet op een andere manier oplossen?”

                  “Wat stel je voor?”

                  “Ik heb al mijn verontschuldigingen aangeboden,” begint ze. “Ik beloof u dat ik voortaan nooit meer mensen de verkeerde kant op zal sturen.”

                  “En ik moet dat zomaar geloven?”

                  Ze knikt heftig. Ja, alsjeblieft, geloof het.

                  “Als je mijn vrouw was, zou ik je een pak slaag geven waardoor je drie dagen niet meer kon zitten.”

                  Een pak slaag. Zoë’s hersenen draaien op volle toeren. Zou hij veel harder slaan dan Bas? Zijn armen zien er best gespierd uit en hij heeft ook grote handen.

                  “Zo te zien spreekt dat idee je wel aan,” grijnst hij. “Ben je al eens eerder geslagen?”

                  Ze voelt hoe haar wangen rood worden. Stil knikt ze.

                  “Dan hoef ik je vast niet meer uit te leggen dat een pak slaag op de blote billen gegeven wordt?”

                  Nu kijkt ze naar de grond. Gebeurt dit echt?

                  “Wel?”

                  “Nee, meneer,” mompelt ze.

                  “Hmm.” Hij denkt even na. “Weet je zeker dat je dit wil?”

                  “Zolang ik maar niet mee hoef naar het politiebureau,” zegt ze stil.

                  “Dan regelen we het onder ons,” gaat hij akkoord. “Maar je doet wel deze aan, zodat je er niet vandoor gaat.” Hij zwaait met de handboeien. “Draai je maar om.”

                  Ze slikt even. Dan draait ze zich om en houdt haar handen op haar rug. Even later zitten haar handen vast. Het metaal voelt koud en hard tegen haar huid.

                  “Iets verderop is een gebouwtje van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening. Weet je dat zijn?”

                  Ze knikt, haar rug nog steeds naar hem toe. “Daar gaan we heen. Jij gaat voorop.”

                  Als ze nu maar niemand tegenkomen… Gelukkig is het niet ver. De betonnen constructie is omheind door prikkeldraad en een gesloten poort met daarop een bordje “verboden toegang – privédomein”.

                  De politieagent haalt een sleutel tevoorschijn. “Ik lig hier regelmatig op wacht, daarom heb ik een sleutel. Niemand zal ons hier storen.”

                  Hij sluit de poort achter hen en gaat haar voor, een bunkerachtig gebouw binnen. Er staat niet veel in het gebouw. Een groot reservoir met water en verder wat leidingen. Maar ook een stoel, die de man nu in het midden van de beperkte ruimte zet. Hij graaft even in zijn rugzak en haalt dan, tot Zoë’s grote verbazing, een kleine houten paddle tevoorschijn. Is dit nu ook al standaard uitrustig voor politieagenten, vraagt ze zich af.

                  “Kom maar even hier voor me staan,” geeft de man aan. “Weet je zeker dat je dit wil? Je kunt nu nog terug. Zoals je ziet, ben ik niet van plan om mild voor je te zijn.”

                  Weet ze het zeker? Geen idee. Maar een pak slaag is straks voorbij, terwijl een officiële waarschuwing vast twee jaar op haar strafblad gaat staan. Eigenlijk heeft ze geen idee wat ze van een officiële waarschuwing moet verwachten. Wat ze van een pak slaag kan verwachten, weet ze wel. Dan kiest ze liever voor het bekende en de korte pijn.

                  “Laatste kans,” geeft hij aan.

                  “Nadien is het klaar?” vraagt ze nogmaals, ter bevestiging.

                  “Dan ga jij even niet kunnen zitten, maar er zullen geen verdere gevolgen zijn,” herhaalt hij.

                  Dus knikt ze.

                  Hij tikt op zijn bovenbil en ze gaat naast hem staan. “Zoals ik daarbuiten al zei,” kondigt hij aan, “gebeurt een pak slaag op de blote billen. Hij maakt de knoop van haar broek los en trekt die naar beneden. Haar onderbroek volgt meteen.

                  Zoë schaamt zich dood, maar kan er niet veel tegen beginnen, met haar handen geboeid op haar rug. Dan neemt hij haar bovenarm vast en begeleidt hij haar over zijn knie. Oef. Haar voeten komen niet aan de grond, merkt ze. En haar billen steken hoog de lucht in. Hij legt zijn ene arm om haar heupen, zodat ze niet kan vallen.

                  Zoë zet zich schrap, maar hij begint niet meteen te slaan. In plaats daarvan doet hij zijn preek van daarnet nog even dunnetjes over.

                  “Je mag mensen niet zomaar de verkeerde kant opsturen als ze je de weg vragen. Je weet nooit of ze haast hebben en waarom ze ergens heen moeten. Je hebt echt heel veel geluk gehad dat er geen ernstigere gevolgen van jouw kleine grapje zijn. Niet omdat ik toevallig politieagent ben, maar omdat je bij niemand, helemaal niemand, ooit kunt weten welke reden ze hebben om ergens snel heen te willen. Het is helemaal niet netjes om hen dan opzettelijk te vertragen en misschien zelfs in de problemen te brengen door hen de verkeerde kant op te sturen.”

                  Ze laat het stilletjes over zich heen komen. Hij heeft natuurlijk gelijk. Geen idee wat haar bezielde. Het was gewoon een opwelling.

                  “Ik heb er niet bij nagedacht,” antwoordt ze uiteindelijk.

                  “Nee, dat denk ik ook niet,” reageert hij meteen. “Dus ik ga er nu even voor zorgen dat je een pak slaag krijgt dat je nog lang zal heugen. Volgende keer als iemand je de weg vraagt, zul je er wel degelijk over nadenken, dat garandeer ik je.”

                  Dan begint hij te slaan. Niet zacht, maar ook niet heel hard. De klappen weergalmen luid in deze bunker. jammer genoeg v oor Zoë lijkt de man door te hebben dat ze meer gewend is, want hij voert het tempo op en begint ook steviger te slaan. Na een tijdje kan ze niet meer stil liggen en trapt ze met haar benen. Gelukkig heeft hij haar stevig vast aan haar heup, want doordat haar handen nog steeds vastgebonden zijn op haar rug, kan ze moeilijk zelf haar evenwicht houden.

                  “Zo, begint de boodschap al door te dringen?” vraagt hij uiteindelijk.

                  Zoë hijgt. “Ja!” roept ze. “Ik zal voortaan nooit meer iemand de verkeerde kant opsturen.”

                  “Goed zo,” zegt hij. “Die boodschap gaan we er nog wat steviger in slaan.”

                  Hij neemt de houten paddle en legt die op haar billen.

                  “Nee, alsjeblieft…” kreunt ze.

                  “Oh jawel,” zegt hij ferm. “Dit is je verdiende loon. Jij zult leren om geen grapjes uit te halen met onschuldige voorbijgangers die genoeg vertrouwen in jou hadden om je om hulp te vragen.”

                  Shit. Als hij het zo stelt, klinkt het wel heel erg wat ze gedaan heeft. Veel tijd om er lang bij stil te staan, krijgt ze niet, want hij begint meteen opnieuw te slaan. En zo’n houten paddle doet echt veel meer pijn dan zijn hand, hoe hard zijn handen ook waren. Algauw staan haar billen in brand. Ze jammert en smeekt, maar het haalt allemaal niets uit.

                  “Ik had je gewaarschuwd dat je hierna minstens een paar dagen niet meer zult kunnen zitten,” zegt hij zonder een spoortje van medelijden in zijn stem. “Ik wil dat de boodschap goed doordringt.”

                  “Het is doorgedrongen!” jammert ze. “Ik ga het echt nooit meer doen.”

                  “Echt?” Hij slaat ongenadig door.

                  “Echt!” belooft ze. “Auwww.”

                  “Het klinkt in elk geval alsof we de goede kant opgaan,” geeft hij toe. “Maar ik wil heel zeker zijn.” En dus slaat hij verder.

                  Pas na wat een eeuwigheid lijkt, houdt hij op. Waarderend laat hij zijn rechterhand over haar gezwollen billen gaan.

                  “Die voelen warm,” geeft hij aan.

                  “Het doet pijn,” jammert Zoë.

                  “Mooi zo. Dat is namelijk exact de bedoeling.”

                  Even is het stil. Het voelt vreemd stil, want de akoestiek in de bunker zorgde dat de klappen en haar gejammer enorm versterkt werden doordat ze tegen de betonnen muren aan galmden.

                  “Wat denk je? Ga je nog mensen de verkeerde kant op sturen?”

                  “Nee!” roept Zoë meteen. “Dat doe ik helemaal nooit meer.” Ze meent het hartsgrondig. “Nooit, nooit, nooit meer.”

                  De man glimlacht. “Mooi zo.”

                  Een sleutel klikt in haar handboeien en dan zijn haar handen plots vrij. Haar schouders zijn stram door haar armen zo lang gedwongen naar achter te hebben gehouden. Voorzichtig helpt hij haar overeind.

                  Ze bloost bij het besef dat haar broek nog steeds rond haar enkels had en bukt zich snel om die op te trekken.

                  “Alles oké?”

                  Ze knikt. En glimlacht. “Ik weet eigenlijk niet hoe je heet,” zegt ze dan.

                  “Je hebt mijn badge toch gezien?”

                  “Tja, eh, ik ben je naam een beetje vergeten,” geeft ze toe.

                  “Foei, foei,” grapt hij. “Ik ben Sander.”

                  “Zoë,” zegt ze en ze steekt haar hand uit. “Aangenaam.”

                  Hij grinnikt. “Aangenaam.”

                  Dan opent hij de deur. “Na jou,” gebaart hij galant. “En laat ik niet merken dat je nog mensen de verkeerde kant op stuurt!”

                  “Nee, nee,” haast ze zich te zeggen. “Dat doe ik nooit meer.”

                  En dan maakt ze dat ze wegkomt. Ze is al veel langer dan uur weggebleven. Hoe moet ze dit straks aan Bas uitleggen?