“En, heb je op je buik geslapen?” knipoogt Sandra als Lieze haar goedemorgen wenst.
“Ja … Het doet nog steeds vreselijk veel pijn. Ik denk dat ik maar veel zal rechtstaan vandaag. En morgen. En de dag daarna. Ik heb ook een jurk aangetrokken, mijn broek kreeg ik er niet overheen, alles zit zo hard gezwollen.”
Sandra grijnst. “Ach, troost je. Hoe vaker je geslagen wordt, hoe sneller je geneest.”
“Moet ik dan hopen dat ik vaker geslagen word om sneller te genezen? Die logica lijkt me niet echt ideaal.”
“Goeiemorgen iedereen!” klinkt het door de ruimte.
“Goedemorgen Mark!” roepen Lieze en Sandra braaf terug.
“Vandaag let ik maar op mijn tellen,” grimast Lieze. “Ik heb echt geen zin in meer slaag. Het doet nu al vreselijk veel pijn!”
“Ja, het helpt wel om te zorgen dat je je even gedraagt,” grijnst Tine, die ook net binnenstapt.
“Lieze! Hoe gaat het?” Mark steekt zijn hoofd vanachter de plant en stapt dan hun kleine eilandje binnen.
“Het doet pijn!” klaagt ze.
“Laat eens zien.”
Ook al had ze het ergens wel verwacht, toch bloost ze diep. Ze weet intussen echter beter dan te protesteren.
“Zet je handen maar op het bureau,” geeft Mark aan.
Dan tilt hij haar jurk op. Even zwijgt hij. “Zo zo, geen onderbroek,” merkt hij op.
“Het deed veel te veel pijn!” verantwoordt Lieze zich snel. “Alles zit zo gezwollen!”
“Toch vind ik dit niet echt een gepaste dresscode om naar het werk te komen, hm?”
Mark heeft er duidelijk plezier in, ze hoort het aan zijn stem.
“Ja zeg, het is niet mijn schuld dat het zo’n pijn doet!”
Twee scherpe petsen op haar billen doen haar ineenkrimpen van de pijn. Ze verdroeg vanochtend toen ze zich aankleedde al geen onderbroek over haar billen, dan kun je je wel indenken hoeveel pijn nieuwe klappen doen.
“Auw, fuck!” roept ze.
“En nog vloeken ook?” Mark klinkt nog steeds geamuseerd, maar toch ook streng. Hij neemt haar oor tussen duim en wijsvinger. “Dat doen we hier niet jongedame. Dat worden nog eens tien klappen. Je houdt je handen op de tafel en je voeten op de grond, anders beginnen we opnieuw.”
Lieze slikt even. “Ja Mark,” zegt ze dan toch.
Meteen landt zijn hand vol op haar rechterbil. Dan haar linkerbil. Dan weer rechts, en links.
Het kost haar de grootste moeite, ze kermt van de pijn nu haar paarsblauwe billen alweer zo onder vuur genomen worden, maar het lukt haar om de gevraagde positie aan te houden.
“Je leert snel,” zegt Mark goedkeurend. “Ik ben ervan overtuigd dat je hier een mooie toekomst tegemoet gaat.”
Lieze bloost.
Mark wrijft nog even keurend over haar billen en geeft dan een gemeen kneepje in de kern van het paars. “Aan het werk,” kondigt hij aan.
Voor ze kan reageren is hij verdwenen.
Met een vuurrood gezicht staat ze recht, waardoor haar jurk weer naar beneden valt.
“Zal ik ooit nog kunnen zitten?” vraagt ze Sandra en Tine.
“Af en toe eens,” lachen ze.
Lieze zucht dramatisch. “Aan het werk dan maar,” zegt ze. “Ik denk niet dat ik vandaag nog meer klappen kan verdragen. Help me onthouden dat ik nooit op maandag iets verpruts, ik mag er niet aan denken om op deze manier naar een teamvergadering te moeten.”
“Elke!” horen ze Mark plots door de ruimte roepen. “Kom eens hier!”
“Wat is er?” vraagt Lieze geschrokken.
“Ach, ze zal wel weer wat hebben uitgespookt,” haalt Tine haar schouders op.
“Straks even blauwe plekken vergelijken,” knipoogt Sandra.
Lieze grinnikt. Ze hoort er duidelijk helemaal bij. Ze zou zich geen betere collega’s kunnen wensen.