Na een lange dag deed ze de deur van het appartement open. Eindelijk thuis. Nu moest ze enkel nog koken en afwassen en misschien ook nog even wat opruimen en dan kon ze zich nog even rustig zetten. Ze gaf haar vriend, die haar al opwachtte, een kus. Toen liep ze meteen naar de keuken waar ze in de kasten begon te rommelen. Haar vriend was haar echter gevolgd.
“Niet zo vlug…”
Verbaasd keek ze hem aan.
“Kom eerst even hier.”
“Schat, ik moet echt beginnen koken, ik heb honger…”
“Ja, dat weet ik.”
Ze ging voor hem staan, een ongeduldige uitdrukking op haar gezicht.
“Je stuitert alle kanten op, meisje,” zei hij.
Ze rolde even met haar ogen. “Ja en? Het eten zal zichzelf niet koken hoor!”
“Nee, inderdaad, maar dit kan wel helpen,” zei hij terwijl hij haar rok uitdeed en haar onderbroek naar beneden schoof tot vlak onder haar billen.
“Zo. Nu mag je koken, kan ik helpen?”
Ze keek hem kwaad aan. “Nee, je kunt niet helpen en ik heb echt geen zin om hier met blote billen te staan koken!”
“Pech gehad dan, ik vind het nochtans heel mooi zicht.”
Ze keek hem kwaad aan en begon driftig verder met potten en pannen te rommelen. Ze had al zo’n lange dag gehad, hier had ze echt geen zin in. Maar ze wilde ook geen scène maken, want dan zou ze zeker en vast over de knie belanden en daar had ze helemaal geen zin in.
Toen het eten klaar was en ze met de volle borden naar de tafel liep, merkte ze dat er iets op haar stoel lag. Het kokosmatje…
“Schat… Ik ga echt niet eten op het kokosmatje hoor. Komaan, doe niet zo lastig, ik heb een lange dag gehad, ik wil gewoon eten en daarna even rustig zitten.”
“Dat weet ik.”
Ze maakte aanstalten om het kokosmatje weg te nemen, maar hij hield haar tegen.
“Je gaat op het kokosmatje zitten om te eten,” zei hij rustig.
“Maar waarom?”
“Omdat ik het zeg.”
Ze zuchtte. Zijn perfecte reden waar ze niets tegen in kon brengen… Zo frustrerend… Maar ze zou zich niet laten doen: als hij zo graag wilde dat ze op het kokosmatje zat, dan zou ze wel op het kokosmatje zitten. Met een koppige uitdrukking op haar gezicht nam ze plaats en begon ze te eten. Ze deed haar best om over koetjes en kalfjes te praten, om te tonen dat het haar niets deed. Maar eigenlijk deed het haar wel iets. Gaandeweg werd ze wat stiller en voelde ze haar koppigheid afnemen. Toen ze klaar waren met eten, vroeg ze of ze mocht opstaan.
“Nog niet.”
Dat wakkerde haar koppigheid weer wat aan, maar ze werd ook een beetje wanhopig. Wat wilde hij toch? Waarom mocht ze niet gewoon rustig zitten?
Hij ruimde de tafel af en kwam achter haar staan. Ze voelde zijn hand stevig in haar nek, haar kin zakte op haar borst.
“Sta maar recht,” zei hij rustig. Hij hielp haar om de stoel achteruit te schuiven terwijl ze recht stond, zodat het kokosmatje haar niet nog meer pijn zou doen. De haartjes brandden in haar billen. Hij nam haar stevig in zijn armen en ze liet het gebeuren. Gek genoeg was er niet veel meer over van haar oorspronkelijke koppigheid. Ze probeerde helemaal weg te kruipen in zijn armen.
Hij nam haar bij de hand en begon richting slaapkamer te lopen. Als een klein meisje liep ze gewillig mee aan zijn hand. Die hand betekende veiligheid, ook al kon ze nu al raden dat diezelfde hand haar straks pijn zou doen. Maar ze zou zich er niet meer tegen verzetten, haar koppigheid was al gebroken.
Hij ging op het bed zitten en trok haar over de knie, haar billen waren nog steeds bloot, en daar werd ze zich nu weer van bewust. Hij klemde meteen haar benen vast en nam haar rechterhand op haar rug. Niet de pols, maar de hand, zodat ze erin kon knijpen voor steun. Ze stelde zich geen vragen meer, ze was veilig.
Langzaam begon hij te slaan. Het deed meteen al redelijk veel pijn, het kokosmatje had haar billen extreem gevoelig gemaakt. Gestaag ging het tempo van de klappen omhoog. Tot haar billen helemaal aan het gloeien waren. Ze was intussen al lang niet meer echt aanwezig. Alles wat nog bestond waren haar vriend en zij, niets anders… Ze liet zich meeslepen door het geborgen gevoel terwijl hij de borstel nam. Het zou nog even pijn doen, dat wist ze, maar ze voelde zich nu al een heel pak beter…