Slaagsleutels (6)

Matthias heeft zichzelf net een groot glas ice-tea uitgeschonken als hij de bekende “ping” hoort die aankondigt dat hij een mailtje heeft. Hij neemt een slok en loopt naar zijn computer. De mail is van Joke. Hij was zo trots op haar, gisteren, toen ze alles goed gedaan had. Eigenlijk had het hem niet heel erg verbaasd, na de straf die hij haar de week ervoor had gegeven, maar je weet maar nooit met die meiden. Ja, hij had Joke hard aangepakt. Hij was er zelf een beetje van geschrokken, maar tegelijk wist hij dat het zo moest zijn. Dat dit was wat ze nodig had.
Niet alle meiden die bij hem aanklopten voor studiebegeleiding hadden het. Maar Joke wel, dat had hij intuïtief aangevoeld. De manier waarop ze hem niet goed durfde aankijken terwijl hij haar aansprak op haar studiegewoonten, hoe ze met haar voeten had zitten schuifelen en haar blik neergeslagen had gehouden… Ze had… “iets”. Iets wat hem heel erg aansprak. Toen ze “jaja” had geantwoord nadat hij haar had opgedragen met twee woorden te spreken, niet uit baldadigheid, maar uit oprechte verwarring, toen had hij het erg moeilijk gehad om niet hardop te beginnen lachen. Dat doet hij nu wel, bij de herinnering. Best dat ze toen al over de knie lag en zijn gezicht niet kon zien. Hij betwijfelt of hij zijn gezicht in de plooi had kunnen houden. Daarom had hij haar maar even op weg geholpen. Ze was het nog een paar keer vergeten, maar dat was te verwachten. Een opgetrokken wenkbrauw of een tweetal harde klappen herinnerden er haar meteen aan. Dat bevestigde opnieuw zijn vermoeden dat er een rasechte spankee in haar schuilde. Ook al wist ze het zelf nog niet. Daarom had hij haar straf ook zo hard durven maken. Ze wist het misschien zelf nog niet, maar dit was wat ze nodig had. En kijk, het had zijn vruchten afgeworpen. Een hele week lang was ze op tijd gekomen!
Eens zien wat ze hem te zeggen heeft. Hij opent het mailtje, terwijl hij nog een slokje van zijn ice-tea neemt en laat zijn ogen over het scherm glijden.
Als hij klaar is met lezen, schudt hij zijn hoofd. Het was dus inderdaad te mooi om waar te zijn. Was die zware straf dan echt nog niet genoeg geweest om tot haar door te dringen? Hij heeft haar daarnet geen slaag gegeven, dus hij weet niet hoe het met de staat van haar billen gesteld was, maar hij kan zich niet voorstellen dat alle blauwe plekken al helemaal weggetrokken zijn. Nog eens zo’n harde spanking lijkt hem niet meteen een goed idee. Maar wat dan wel? Nadenkend loopt hij heen en weer in zijn kamer. Er zijn natuurlijk andere opties. Maar kan ze die al wel aan? Het is nog allemaal zo nieuw voor haar… In zijn hoofd begint zich een plannetje te vormen. Plots vastberaden gaat hij weer achter zijn computer zitten en schrijft hij een antwoord. Hij drukt op verzenden en sluit de computer af. Tijd voor ontspanning! Wat gaat hij vanavond eens eten?

Elke twee minuten kijkt Joke of Matthias al geantwoord heeft op haar mail. Na twintig minuten houdt ze het niet meer uit. Ze pakt haar sleutels en haar telefoon en rent de trap af.
Ze staat al bij Marie voor de deur, voor ze beseft dat zij nu les heeft. En daarna had ze ook nog wat te doen. Vanavond geen Marie om haar bij te staan dus. Wat nu? Waar kan ze afleiding vinden? Ze besluit om richting de winkelstraat te lopen. Niet dat ze iets wil kopen, maar ze kan even wat window shoppen. O, en ze moet nog een cadeautje vinden voor de verjaardag van haar zus, volgende maand.
Ze is net de Fnac binnengelopen als ze het mailtje hoort binnenkomen op haar telefoon. Snel gaat ze wat aan de kant staan en opent ze het.

“Dag Joke”, leest ze. “Ik denk dat wij hier even een goed gesprek over moeten hebben. Volgens je lessenrooster is je eerste les morgen pas om 11u. Ik verwacht je om 9u bij mij op kantoor. Tot dan, Matthias.”

Nog twee keer leest ze de mail door, maar ze kan er geen boosheid of andere emoties in ontdekken. Dat “goed gesprek” zal wel een eufemisme zijn, vreest ze. Ze is zwaar de klos. Tenzij… Ze kan net doen alsof ze de mail te laat gezien heeft? Nee, dat gelooft hij nooit.
Haar gedachten zijn er niet echt meer bij als ze een boek uitkiest waarvan ze hoopt dat haar zus het nog niet gelezen heeft. Met zo’n boekenwurm weet je het nooit, maar iets beters dan een boek weet Joke niet te bedenken. En nu al helemaal niet. Morgen om 9u. Dan moet ze wel haar wekker zetten, schrikt ze. Stel je voor dat ze zich morgen weer overslaapt. Dat zou echt niet goed zijn.

Maar daar had ze zich geen zorgen over hoeven te maken. De volgende dag is ze al om 7u wakker. Ze is pas laat in slaap gevallen, omdat ze nog lang had liggen piekeren. Niet dat er veel aan te piekeren valt, ze weet best wat er morgen gaat gebeuren, of dat denkt ze toch. In haar hoofd repeteert ze hoe ze Matthias zal uitleggen wat er gebeurd is. Zoveel mogelijk aan schadebeperking doen, dat is haar plan. En hopen dat hij haar zal geloven.
Om 7u30 besluit ze dat ze nu in elk geval niet meer zal kunnen slapen en rolt ze haar bed uit. Na een boterham met choco te hebben gegeten, gaat ze voor haar kleerkast staan. Geen broek met een dikke stof, dat is zeker. Maar het regent buiten, dus een rokje is ook niet ideaal. Of ze moet een jurk aantrekken, met een legging eronder. Dat is misschien nog de beste optie. Ja, dat gaat ze doen.
En nu? Hoe moet ze de tijd doorkomen tot het 9u is? Als ze een goede indruk op Matthias wil maken, moet ze misschien maar even iets aan haar studie doen. Ze heeft nog een paper te lezen voor verbintenissenrecht. Dat is pas tegen maandag, maar dan heeft ze dat maar gedaan.
Een halfuur later heeft ze de eerste pagina van de paper vijf keer gelezen, maar zou ze nog steeds niet kunnen zeggen wat erin staat. Ze heeft er haar gedachten niet bij. Het is 8u37. Als ze nu vertrekt, is ze ruim op tijd, maar dat is misschien net beter, gezien de omstandigheden.

Om 8u49 staat ze bij Matthias voor de deur. Haar hand trilt als ze de deur van Slaagsleutels openduwt. Kan ze niet beter gewoon wegrennen? Twijfelend blijft ze in het halletje staan. Maar blijkbaar heeft Matthias gemerkt dat ze er al is, want nog geen drie seconden later zwaait de deur van zijn kamer al open.
“Je bent vroeg,” begroet hij haar. Zijn blik staat niet onvriendelijk, maar hij glimlacht ook niet. Hij draagt een zwart hemd, dat hem heel goed staat. Het past bij zijn korte, zwarte haar en zijn donkere ogen. “Je weet de weg,” zegt hij, terwijl hij zijn arm naar achteren zwaait. Zwijgend loopt Joke de kamer in. Ze hoopt dat er een gat zal ontstaan in de vloer dat haar zal opzwelgen. Ze wil overal liever zijn dan hier. Toch gaat ze braaf op een van de stoelen zitten. “Ik moet nog even een paar dingen halen,” zegt Matthias. “Ik ben zo terug.” Dan is ze alleen. Weggaan is geen optie, niet nu Matthias haar al gezien heeft. Het lijkt alsof ze aan de stoel vastgelijmd zit. De zenuwen gieren door haar buik. Dit wordt erg. Heel erg.

Na wat een eeuwigheid lijkt, komt Matthias terug binnen. Hij heeft een paar mappen bij zich, die hij in een van de lades van zijn bureau stopt.
“Zo,” zegt hij dan. “Ik heb je mailtje gelezen en het leek me best als we het daar even over konden hebben.”
Zijn ogen doorboren de hare. Joke slikt en slaat haar blik neer.
“Wel?” vraagt hij genadeloos.
“Ik… Het was niet de bedoeling,” stamelt ze stilletjes. “Mijn wekker is niet afgegaan of zo en daardoor heb ik me overslapen.”
Het blijft stil.
“Het spijt me,” voegt Joke er dan aan toe. “Echt!”
“O, daar twijfel ik niet aan,” zegt Matthias. “En straks zal het je nog veel meer spijten, geloof me.”
Bij die woorden trekt er een kriebel door Jokes buik. Ze is bang. Echt bang. Voor de pijn. Voor de vernedering gestraft te worden. En het ergste is: ze weet dat ze het aan zichzelf te danken heeft.
“Wat ik wil weten,” zegt Matthias, “is waarom je het nodig vond om erover te liegen. Dat je je overslapen hebt, goed, daar ben ik niet blij om, maar dat kan gebeuren. Dat je erover liegt, dat kan echter ab-so-luut niet.” De laatste twee woorden worden langzaam en met veel nadruk uitgesproken. “Ik ben hier om je te helpen om je studiegewoontes te verbeteren, om je te helpen om te slagen. Als je tegen me liegt, dan heeft dat geen zin. Dan zit ik hier gewoon mijn tijd te verdoen.”
Oef. Dat is hard. Joke kijkt nog steeds naar het bureau.
“Kijk me eens aan.” Matthias’ stem klinkt plots zachter.
Joke wil alles liever dan hem aankijken. Op dit moment is ze zelfs klaar om gewoon over zijn knie te gaan liggen en hem maar zijn gang te laten gaan. Als ze hem maar niet moet aankijken. Toch richt ze haar blik op tot haar ogen de zijne ontmoeten. Meteen slaat ze haar ogen weer neer, zodat ze naar zijn kin kijkt.
“Kijk me aan,” zegt Matthias weer, strenger deze keer.
Bevend richt Joke haar blik weer op. Het vraagt alles wat ze heeft om in die strenge ogen te kijken en haar eigen ogen niet te sluiten.
“Verdoe ik mijn tijd met jou?” vraagt Matthias.
“Nee Matthias,” fluistert Joke, terwijl ze haar blik weer neerslaat.
“Kijk me aan,” herhaalt Matthias geduldig.
Opnieuw richt ze haar blik op. Een traan rolt uit haar rechteroog langs haar wang naar beneden. Joke veegt hem niet weg.
“Ik denk het ook niet. Ik hoop het niet. Maar dan wil ik niet… ik herhaal: NIET… dat je tegen me liegt. Is dat duidelijk?”
Joke knikt, terwijl er nu ook uit haar linkeroog een traan naar beneden rolt.
“Mooi zo,” zegt Matthias. “Doe dan nu maar die legging uit en ga in de hoek staan.”
Joke staat op en met trillende handen stroopt ze haar legging langs haar benen naar beneden. Ze legt hem over haar stoel en dan loopt ze naar de hoek. Even aarzelt ze. Wat moet ze met haar handen doen?
“Handen op je hoofd en waag het niet achterom te kijken,” redt Matthias haar uit haar dilemma.
Snel doet ze wat hij zegt. Dan voelt ze hoe hij achter haar komt staan. “Doe die jurk ook maar uit,” hoort ze.
Geen haar op haar hoofd dat eraan denkt om te protesteren. Snel trekt ze de jurk over haar hoofd en geeft ze die aan Matthias, die zijn hand uitgestrekt houdt. Daarna neemt ze haar positie weer in. Het geritsel achter zich vertelt haar dat Matthias haar jurk bij haar legging over de stoel heeft gelegd. Dan komt hij weer achter haar staan.
“Ik duld niet dat er tegen mij gelogen wordt. Je moet de verantwoordelijkheden voor je daden opnemen. Door ervan weg te lopen, gedraag je je als een klein kind. Dus word je nu gestraft als een klein kind.”
Intussen trekt hij haar onderbroek naar beneden, tot die rond haar enkels op de vloer hangt. Joke durft niet te bewegen, ook al heeft ze nu enkel nog haar beha aan. Matthias’ voetstappen verwijderen zich en enkele tellen later hoort ze de bureaustoel kraken ten teken dat hij is gaan zitten. Hij heeft vast mooi zicht, denkt Joke beschaamd. Daar staat ze nu: helemaal naakt op haar beha na, met haar handen op haar hoofd en haar gezicht richting de muur. Haar billen vertonen nog gele en een paar bruine plekken van het pak slaag dat ze vorige week gekregen heeft. Straks is daar vast een heel ander kleurenpatroon te zien.
Ze heeft geen idee hoeveel tijd er intussen verstreken is. Staat ze daar al vijf minuten, tien minuten of een halfuur? Dan roept Matthias haar bij zich. Hij is op een van de houten stoelen gaan zitten.
“Ga op je knieën voor me zitten,” zegt hij.
Joke neemt de gevraagde houding aan, waarbij ze ervoor zorgt dat haar handen haar kruis bedekken. Haar blik houdt ze op de grond gericht. Als ze daarnet al hoopte dat ze door de grond kon zakken en kon verdwijnen, dan hoopt ze dat nu nog honderd keer meer. Maar de vloer blijft solide. Het vloertapijt is niet onzacht, maar de korte haartjes prikken in haar knieën. Ze probeert wat te gaan verzitten, maar dat maakt het alleen maar erger.
Enkele seconden blijft het stil. Dan verschijnt Matthias’ rechterhand in haar blikveld. Hij neemt haar kin vast en dwingt haar zo om hem aan te kijken.
“Vertel me eens, waarom vond je het nodig om tegen me te liegen?” vraagt hij zacht.
Joke slikt. Hoorbaar. Ze is niet meteen in staat om geluid uit haar keel te krijgen, maar Matthias wacht rustig af, terwijl hij zijn strenge blik nog steeds in de hare boort.
“Ik was bang,” fluistert Joke uiteindelijk.
“Bang waarvoor?” vraagt Matthias. “Voor de pijn? Voor de straf?”
Joke knikt.
“Je krijgt enkel straf als je dat verdient, dat weet je toch?”
Opnieuw knikt ze.
“Had je de straf van vorige week verdiend?”
Joke knikt.
“Had je gisteren straf verdiend, omdat je niet naar de les geweest was?”
Weer knikt ze.
“Zeg het.”
“Ja Matthias.”
“Heb je nu straf verdiend, omdat je tegen me gelogen hebt?”
“Ja Matthias.” Het is niet meer dan een zacht gefluister. Ze is nog maar een paar centimeter groot. Matthias zit groot en dreigend voor haar. Nu wil ze echt heel graag verdwijnen, maar het is haar niet gegund.
“Kijk me aan,” zegt Matthias, als haar blik naar de grond afdwaalt.
Moeizaam richt ze haar blik weer op. Als ze weer in zijn ogen kijkt, wordt ze zo mogelijk nog kleiner.
“Ik ben hier voor jou. Maar jij moet het ook willen. Jij moet willen meewerken. En dat houdt in dat je niet tegen me mag liegen.”
Joke knikt. “Ja Matthias,” zegt ze.
“Wil je verder gaan met deze studiebegeleiding?”
De vraag komt compleet onverwacht. Is stoppen dan een optie? Even is Joke helemaal in de war. Dan schudt ze haar hoofd. “Nee Matthias, ik wil er niet mee stoppen.”
Wat zegt ze nu? Hier was haar kans om eronderuit te komen. Maar iets houdt haar tegen. Ze wil dit doorzetten. Hoe eng en vernederend ook. Hoe pijnlijk ook. Het werkt. En ze wil slagen. Voor zichzelf, maar ook voor Matthias. Ze wil hem trots maken.
“Dan mag je me nu vragen om je te straffen.”
Ze slikt hoorbaar en slaat haar blik neer. “Wil je me straffen?” mompelt ze tegen het tapijt.
“Dat kan beter.”
Wanhopig kijkt ze hem aan. Is het zo niet al erg genoeg?
“Wil je me alsjeblieft straffen Matthias?” zegt ze iets luider, terwijl ze langs hem heen naar de muur kijkt.
Gelukkig is het deze keer wel goed genoeg.
“Kom maar hier,” zegt hij, terwijl hij op zijn knie tikt. Haast opgelucht komt Joke recht en gaat ze over zijn knie liggen. Het gewicht van zijn rechterhand drukt zwaar op haar billen.
“Dit is voor het missen van de les nadat je je overslapen hebt,” kondigt Matthias aan. Dan begint hij te slaan. Hard, maar te doen. Het volledige oppervlak van haar billen wordt bewerkt door zijn rechterhand. Als alles gloeit, stopt hij.
“Ga maar over het bureau liggen.”
O nee… Niet weer die riem… Of de paddle. Alsjeblieft niet. Maar Joke is slim genoeg om niet te protesteren. Gedwee legt ze haar bovenlichaam over het bureau. Het gladde hout voelt koel aan op haar blote buik.
Matthias loopt naar de kast en haalt er een lange stok uit. Zou dit een cane zijn? vraagt Joke zich af.
“Dit is een cane,” zegt Matthias dan. “Dit werd vroeger gebruikt in Engelse scholen om stoute kindjes een lesje te leren. Heel effectief, dat zul je wel merken.” Hij gaat schuin achter haar staan. “Dit is je straf voor het liegen. Je krijgt er six of the best. Dit keer ga ik je niet helpen door je vast te binden. Je blijft zelf over het bureau liggen, anders beginnen we opnieuw.”
Six of the best. Zes maar. Dat kan ze wel. Ze neemt zich voor om heel stil te blijven liggen. Deze straf heeft ze tenslotte meer dan verdiend.
“Ben je er klaar voor?”
“Ja Matthias,” antwoordt ze. Ze zet zich schrap.
Het dunne hout tikt even zachtjes tegen haar billen. Dan volgt er een luide zwiep en landt de cane hard op haar billen.
Joke schreeuwt het uit. Ze bijt op haar tanden, terwijl de pijn erger en erger wordt voor ze eindelijk begint te zakken. En dit was nog maar de eerste. Ze krijgt er zes. Zes!
Opnieuw voelt ze de cane zachtjes tegen haar billen. Weer dat zwiepende geluid. En dan de pijn. Als ze had gedacht dat de riem en de paddle erg waren, dan wist ze nu beter. De cane is de hel.
Weer een zwiep, weer die pijn die erger en erger en erger wordt. De tranen lopen over Jokes wangen.
Even aait Matthias’ linkerhand over haar billen. “Halverwege,” kondigt hij aan.
Dit kan ze niet. Dit kan ze echt niet. Het is te erg. “Alsjeblieft…” smeekt ze.
“Dit is straf,” hoort ze Matthias zeggen. Zijn stem klinkt rustig. Meedogenloos. “Jij koos ervoor om tegen mij te liegen. Nu moet je de gevolgen dragen.” Joke snikt het uit. “Het spijt me,” roept ze. “Het spijt me!”
“Nog drie.”
Meteen volgt de volgende zwiep en weer die pijn. Joke bijt in haar linkerarm in een poging de pijn in haar billen te overstemmen. Het helpt niet. Weer een slag met de cane. Ze gilt het uit.
“De laatste,” hoort ze Matthias zeggen. “De laatste is altijd de hardste.” Ze registreert het nauwelijks. Nog harder?
Matthias neemt de tijd om rustig de plek op haar billen te bepalen waar de laatste slag met zal neerkomen. Dan verdwijnt de cane van haar billen, waarna hij met een luide zwiep en een harde krak terug neerkomt.
Pijn. Zoveel pijn. Het beneemt Joke de adem. De pijn wordt erger en erger en erger.
Geleidelijk aan wordt ze zich weer bewust van haar omgeving. Matthias is rond het bureau gelopen en aait met zijn handen door haar haar.
“Het spijt me,” huilt ze. “Ik zal niet meer liegen, het was niet de bedoeling. Ik wilde gewoon… Het spijt me zo enorm.”
“Ik weet het,” zegt Matthias. “Het is al goed. Het is je vergeven.”
“Echt?” vraagt Joke.
“Echt,” bevestigt Matthias. “Je hebt je straf gehad. En je hebt het goed gedaan. Heel goed. Je bent niet één keer van je plek gekomen. Ik ben trots op je.”
Joke glimlacht verlegen door haar tranen heen. Ze gloeit vanbinnen.
Na een tijdje kalmeert ze.
“Mag ik rechtkomen?” vraagt ze stilletjes.
“Ja hoor,” zegt Matthias. “Trek je kleren maar weer aan.”
Dat is waar ook… Ze was bijna vergeten hoe naakt ze was. Snel trekt ze haar onderbroek, legging en jurk terug aan. Intussen heeft Matthias een glas water voor haar uitgeschonken.
“Ga zitten en drink wat,” zegt hij. “Ja, je moet zitten,” beantwoordt hij haar onuitgesproken vraag met een glimlach.
Voorzichtig laat ze zich op de stoel zakken. “Ik zal echt nooit meer tegen je liegen,” zegt Joke nogmaals.
“Goed zo,” zegt Matthias. “Ik meende het: ik wil je echt helpen, maar dat kan alleen als je eerlijk tegen me bent.”
Joke knikt geestdriftig. “Ja Matthias,” zegt ze gedwee.
“Hoe laat is het?” schrikt ze plots.
“Bijna half elf,” antwoordt Matthias. “Je hebt nog genoeg tijd om op tijd in je les te zijn.”
Jokes gezicht betrekt als ze denkt aan de harde houten banken waar ze straks de rest van de dag op moet gaan zitten.
“Tja, dat hoort erbij,” lacht Matthias. Joke kijkt eerst zuur, maar moet dan toch ook lachen. “Jah,” zucht ze. “Ergens vind ik het ook wel fijn om het nog even te voelen, vind je dat gek?”
“Nee hoor. Het herinnert je eraan dat er iemand is die je helpt, dat je er niet alleen voor staat.”
“Precies,” knikt Joke. “Bedankt,” zegt ze dan stilletjes.
“Graag gedaan hoor. Maar nu kun je maar beter vertrekken. Anders ben je straks nog te laat. En dat lijkt me geen goed idee, jou wel?”
“Nee,” lacht Joke, terwijl ze opstaat.
“Tot volgende week dan maar.”
“Tot volgende week,” bevestigt ze.

Slaagsleutels (5)

Nee! Nee, nee, nee! Dit kan toch niet! Het is al halftien. De les is al een halfuur bezig. Ze heeft zich overslapen. Maar hoe dan? Ze had toch haar wekker gezet? Toch? Ze weet het bijna zeker. Dan is hij gewoon niet afgegaan. Of ze heeft hem afgelegd in haar slaap. Daar kan ze niets aan doen, toch? Maar een klein stemmetje in Jokes hoofd vertelt haar wat ze al weet: dat Matthias geen excuses aanvaardt. En ze is bont en blauw na de straf van gisteren. Want dat was het: straf. Ze voelde zich zo klein. En het deed zoveel pijn. Zo verschrikkelijk veel pijn. Maar ze had het verdiend. Dat had Matthias haar heel duidelijk gemaakt en ze wist dat hij gelijk had. Ze had zich zo hard voorgenomen om nooit meer te laat te komen. En meteen al de volgende dag overslaapt ze zich. Met een zucht draait ze zich op haar rug, wat haar protest van haar pijnlijke billen oplevert. Ow, hij heeft haar echt goed te pakken gehad. Wacht tot hij hoort dat ze zich nu meteen overslapen heeft… Gelukkig is de volgende afspraak pas volgende week, maar ze betwijfelt of de blauwe plekken op haar billen dan al helemaal genezen zullen zijn. Plots neemt ze een besluit: ze gaat gewoon niet naar deze les. Dan komt ze ook niet te laat. Met een diepe zucht sluit ze haar ogen weer. Vijf minuten later besluit ze om toch maar uit bed te komen. Dan kan ze nog naar de tweede les.

Stipt om 11 uur loopt ze de aula in. Marie heeft haar zien binnenkomen en zwaait naar haar. Joke loopt op haar af en laat zich voorzichtig op de houten banken zakken.
“Zo erg?” vraagt Marie.
Joke knikt.
“Wat had je gedaan? En waarom was je niet in de vorige les?”
“Ik was te laat,” mompelt Joke, terwijl de prof de aula binnenloopt. “Ik vertel het je straks wel.”
Marie kijkt haar nieuwsgierig aan, maar richt haar aandacht nu ook naar de prof.

“Goed, tien minuten pauze, tot straks,” kondigt de professor aan.
Eindelijk! Joke weet niet hoe vlug ze moet rechtstaan. Even haar billen wat rust gunnen.
“Ga je mee even naar de gang, benen strekken?” vraagt ze aan Marie.
Die kijkt haar grijnzend aan. “Geen zin meer om te zitten?” vraagt ze gemeen.
“Nee, liever niet…”
“Hij heeft je goed te pakken gehad zeg. Wat had je nu gedaan?”
Marie en haar vervloekte nieuwsgierigheid…
“Was je echt zoveel te laat?”
“Achttien minuten,” zegt Joke.
“Wat? Maar… Hoe?”
“Eh, tja,… Een boete gekregen voor tegen de richting rijden. In een poging op tijd te komen.”
Marie kan er niets aan doen: ze schiet in de lach.
“Sorry,” grinnikt ze. “Maar je moet toegeven dat het toch een beetje grappig is.”
Nu lacht Joke ook. “Als je het zo bekijkt… Een beetje wel. Helaas vond Matthias dat niet.” Haar gezicht betrekt weer. “Ik heb gezworen dat ik nooit meer ergens te laat zou zijn.”
“Maar je was niet in de eerste les vanmorgen,” merkt Marie op.
“Ik heb me overslapen… Mijn wekker is niet afgegaan of zo.”
“Ow…” Marie kijkt medelijdend.
“Maar he, ik was niet te laat!” Joke grijnst, ook al voelt ze zich een klein beetje misselijk als ze aan Matthias’ reactie denkt.
“Eh, tja, zo kun je het ook bekijken…” twijfelt Marie. “Ik vrees dat Matthias het anders zal zien…”
“Ik weet het… Gelukkig heb ik pas volgende week een nieuwe afspraak, zitten is nu al pijnlijk genoeg!”
“Heeft hij zijn cane gebruikt?” vraagt Marie nieuwsgierig.
“Zijn wat?”
“Cane. Een soort lange stok. Doet vreselijk veel pijn. Echt, erger bestaat niet.”
“Veel erger dan gisteren kan het niet worden,” meent Joke. “150 met zijn riem en dan nog 18 met de grote paddle.”
“Auw, pijnlijk,” leeft Marie mee. “En hij houdt zich ook nooit in hé, slaat nooit zacht.”
Joke schudt haar hoofd.
“Ik moet vanmiddag weer gaan, hopelijk is hij wat in een beter humeur dan bij jou gisteren!”
“Dat hoop ik voor je!”
“We kunnen beter terug naar binnen gaan,” zegt ze dan, met een knikje in de richting van de prof, die de aula opnieuw binnengaat.
“Nog een uurtje zitten, dan kan ik weer rechtstaan. Gelukkig heb ik vanmiddag geen lessen meer. Ik geloof dat ik liggend op mijn bed die papers voor Vanacker ga lezen.”
“Goed idee,” antwoordt Marie, terwijl ze terug plaatsneemt. “En denk dan even aan mij terwijl ik pijn lijd…”
“Aw, dat zal ik doen. Weet je wat, kom nadien naar mijn kot, dan kunnen we samen koken. Dan heb ik nog een excuus om even rond te lopen als ik boodschappen moet doen.”
Marie steekt haar duim op, want de prof heeft intussen de les weer aangevat. Dan richten beide meiden hun aandacht naar hun notities.

“Hoe ging het?” begroet Joke Marie als ze de deur opendoet. “Ik heb alvast twee kussens op de stoelen gelegd,” knipoogt ze.
Marie lacht. “Dank je, maar het valt mee. Ik had alle notities, maar hij vond dat ze beter konden. Dus we hebben dat samen even bekeken, hij heeft me wat tips gegeven en dan nog even over de knie als aanmoediging.”
“Niet te hard dan, hoop ik?” vraagt Joke. Ze is stiekem best nieuwsgierig naar hoe het tussen Matthias en Marie gaat. Is dat ongeveer hetzelfde als bij haar of doet hij dan andere dingen? Ze moet zichzelf bekennen dat ze het fascinerend vindt. Ergens voelt het fijn om pijnlijk te zitten, maar dat snapt ze niet van zichzelf. Wat is daar nu leuk aan? Waarom blijft ze naar Matthias terugkeren? Ja, omdat haar ouders anders de geldkraan dichtdraaien, maar het is ook wat anders. Het werkt en… het voelt niet verkeerd. Maar daar durft ze niet goed over nadenken.
“Gewoon met de hand,” zei Marie. “Maar zoals we vanmorgen al zeiden: hij slaat nooit zacht. Het gloeit dus wel.”
Marie lijkt het helemaal niet erg te vinden. Integendeel eigenlijk.
“Vind je het leuk?” flapt Joke eruit.
Marie bloost. “Raar om te zeggen, maar ja, eigenlijk wel. Als het gewoon zo is, als aanmoediging, niet als straf… Ik weet het niet, het voelt wel fijn.”
“Zelfs de straf vond ik… niet fijn, maar… ik weet het niet,” hakkelt Joke. Durft ze dit wel toegeven?
“Het is nu tenminste achter de rug,” zegt Marie. “Je hoeft je er niet meer schuldig over te voelen. Je hebt de straf gehad, nu kun je met een schone lei opnieuw beginnen.”
“Ja, dat,” antwoordt Joke opgelucht. “Alleen een beetje jammer dat ik me vanmorgen meteen overslapen heb.” Ze kijkt zuur. “Ik heb echt geen zin in nog zo’n straf…”
“Je hebt nog een week de tijd eer je weer moet gaan. Zorg gewoon dat je de rest wel helemaal goed doet, dan valt het hopelijk mee.”
“Tja, ach, het is gebeurd… Ik ga wel even de ontkenningsfase in tot volgende week. Dus… Zullen we koken?”
“Is goed,” antwoordt Marie opgewekt.
Samen snijden ze de groenten voor de wraps en braden ze spek- en kippenblokjes.
Tijdens het eten komt het gesprekt terug op Matthias.
“Zou ik jouw notities even mogen lenen?” vraagt Marie aan Joke. “Je zei toch dat hij er tevreden over was, hé? Over de mijne niet zo… Misschien helpt het als ik de jouwe even kan bekijken.”
“Ja hoor, geen probleem,” antwoordt Joke. “Neem ze straks maar even mee.”
“Dank je wel.” Marie glimlacht.
“Hé, samen sterk,” knipoogt Joke. “Wij zijn met twee en hij weet het niet eens, dan kunnen we hem toch wel aan!”
“Haha, ja!” roept Marie uit. “Twee tegen één, hij maakt geen schijn van kans!”
“Ik vraag me af of hij het zelfs zou merken als je mijn notities gewoon overschreef,” zegt Joke bedachtzaam. “Volgens mij wil hij toch enkel maar slaan en let hij nauwelijks op de rest.”
“Hm, nee, dat denk ik niet hoor,” antwoordt Marie. “Ik bedoel, het is duidelijk dat hij graag slaat, maar hij wil ook echt dat we het goed doen en dat we slagen voor onze examens.”
“Ja, dat weet ik wel. Maar zou hij door hebben dat hij die notities al eens gezien heeft? Ik betwijfel het.”
“Misschien moeten we dat eens uittesten,” lacht Marie.
Joke lacht mee. “Slaan doet hij toch, dan kunnen we beter zorgen dat hij een reden heeft, of niet?”
“Je zou niet zeggen dat je pijnlijk zit, als je jou zo bezig hoort.”
“Het kussentje helpt,” zegt Joke, wijzend naar haar stoel. “En ik weet nu al dat ik er volgende week toch weer aanhang, ik heb niets te verliezen.”
“Je kunt maar beter zorgen dat er niets meer bij komt,” waarschuwt Marie.
“Ik weet het, ik weet het.” Joke zucht.
“Hoop maar dat hij er de cane niet bijhaalt…”

De rest van de week slaagt Joke er elke dag in om op tijd uit bed te komen én om op tijd in de les te zijn. Ze houdt haar notities bij en doet het werk dat wordt opgegeven. Op die ene les na, heeft ze het helemaal goed gedaan.
Toch is ze erg zenuwachtig als ze weer in de kleine wachtzaal zit. De blauwe plekken op haar billen zijn intussen vervaagd, maar niet weg, zag ze vanochtend in de spiegel. Het doet geen pijn meer als ze gaat zitten, maar ze heeft niet veel zin om uit te vinden hoe het voelt als ze erop geslagen wordt.
Het duurt lang deze keer. De vorige afspraak is vast wat uitgelopen. Of lijkt het maar zo? Haar telefoon geeft aan dat het 16u59 is. Eindelijk gaat de deur open en nodigt Matthias haar uit om hem te volgen naar zijn kantoor. Joke bijt op haar tong om geen opmerkingen te maken over op tijd komen. Dat zou hij vast niet kunnen waarderen…
“Hoe is het gegaan?” begroet Matthias haar.
“Wel goed geloof ik.”
“Mooi zo! Ben je nog te laat gekomen?” vraagt hij dan. Zijn stem klinkt plots streng.
“Nee,” antwoordt Joke snel. Te snel? Maar ze is geen enkele keer te laat gekomen. Voor de les waar ze niet heen is geweest, was ze ook niet te laat, want ze is niet geweest. En de vraag was of ze te laat was gekomen, niet of ze naar de les was geweest. Ze begint te zweten, maar Matthias lijkt het niet op te merken.
“Goed gedaan! Laten we dan nu even je notities bekijken.”
Hij bladert door de map die Joke hem aanreikt.
“Dit ziet er weer allemaal heel goed uit.” Dan zwijgt hij even en fronst hij zijn voorhoofd. “Waar zijn de notities van publiekrecht?” vraagt hij dan.
De les die ze gemist heeft… “Eh, bij een vriendin. Die wilde ze even bekijken om haar eigen notities te verbeteren.” Het is niet eens gelogen: Marie heeft haar notities van vorige week.
“Ok,” antwoordt Matthias. “Heb je nog vragen? Dingen waar je zit? Bepaalde problemen?”
Joke schudt haar hoofd.
“Dan zie ik je volgende week,” zegt hij. “Ik ben trots op je, je hebt het goed gedaan!”
Geen pak slaag dus deze keer, oef. Waarom voelt ze zich dan zo rot? Dat komt omdat ze gelogen heeft, fluistert het stemmetje in haar hoofd, terwijl ze door de deur naar buiten stapt en haar fiets van het slot haalt.
Als ze terug op haar kot komt, zit het haar nog steeds niet lekker. Vorige week had ze tegen Marie verklaard dat het best fijn voelde om met een schone lei opnieuw te kunnen beginnen. Dat heeft ze nu niet. Nu heeft ze alleen een kanjer van een schuldgevoel. Twijfelend bekijkt ze Matthias’ kaartje, dat op haar koelkast vasthangt met een blauwe magneet. “Slaagsleutels”, staat er in grote letters. “Studiebegeleiding.” En dan een telefoonnummer en een mailadres. Zou ze? Is dat wel een goed idee?
In een opwelling start ze haar computer op en opent ze een nieuwe mail.

“Dag Matthias,” typt ze. “Er is iets wat ik daarnet niet verteld heb. Je vroeg me of ik nog te laat was gekomen en ik antwoordde van niet. Dat was ook zo, ik was niet te laat. Maar de eerste dag na onze vorige afspraak heb ik me overslapen. Mijn wekker ging niet af en ik werd pas wakker toen de les al bezig was. Daarom ben ik dan maar niet naar de les geweest. Het spijt me. Ik zal het deze week beter doen. Joke”

Voor ze zich kan bedenken, drukt ze op verzenden.

Slaagsleutels (4)

Als Joke terug bij haar kot is, staat Marie al voor de deur. “Heb je een lekke band?” vraagt ze, als ze Joke naast haar fiets ziet lopen.
“Nee,” antwoordt die. “Ik zag het niet zitten om op het zadel heen en weer te botsen…”
Marie begrijpt de hint en grijnst. “Zo erg?” vraagt ze.
Joke knikt en haalt haar sleutel uit haar zak. Ze opent de deur en nodigt Marie mee uit naar binnen.
“Ik ga me eerst even omkleden hoor,” waarschuwt ze, voor ze naar de badkamer verdwijnt. Moeizaam wurmt ze zich uit haar spijkerbroek. Auw, wat doet dat pijn… Voorzichtig legt ze haar handen op haar billen. Ze stralen warmte uit. Zou ze in de spiegel kunnen kijken? Die hangt vrij hoog, maar als ze op de rand van de douche gaat staan, kan ze misschien wel haar billen zien. Dat lukt inderdaad. Joke slaat een hand voor haar mond als ze de dieprode kleur, doorspekt met hier en daar wat blauw, waarschijnlijk van die paddle, gadeslaat. Geen wonder dat het pijn doet!
Snel trekt ze een rokje aan en dan loopt ze terug naar haar kamer, waar Marie op haar wacht.
“Ik blijf geloof ik maar even rechtstaan,” grimast ze.
“Hij heeft je dus goed te pakken gehad,” antwoordt Marie. “Ik dacht dat je naar alle lessen geweest was?”
“Ja, maar toen kwam hij erachter dat ik een keer te laat was geweest en dat ik ook een keer mijn boeken was vergeten. Hij ging door het lint.”
“Ik kan me er iets bij voorstellen,” knikt haar vriendin medelijdend. “Blijf inderdaad maar even rechtstaan. Dat is trouwens gemakkelijker om bij het fornuis te kunnen om te koken,” knipoogt ze.
“Koken?” vraagt Joke.
“Ja, we zouden toch samen eten. Of heeft hij je geheugen eruit gemept?” Marie grinnikt om haar eigen mop.
“Nee, maar ik dacht dat we pizza konden bestellen of zo. Ik kook eigenlijk nooit,” geeft ze toe.
“Nooit?”
Joke schudt haar hoofd. “Geen zin in. Iets bestellen is veel makkelijker.”
“Zorg maar dat Matthias dat niet hoort.”
“Hoezo, daar heeft hij toch niets mee te maken?”
“In principe niet, nee. Maar ik liet ooit eens vallen dat ik probeerde om wat gewicht kwijt te raken en toen besloot hij om samen met mij een aantal regels op te stellen daarvoor. Ik moet elke dag zelf koken en mag geen chips eten.”
“Echt? Maar… Dat kan hij toch niet zomaar voor je beslissen?”
“Nee, dat hebben we samen beslist. Al heb ik er op sommige momenten wel spijt van hoor… Zoals nu, ik zou best wel een pizza willen.”
“Tja, ik heb echt niets in huis om klaar te maken,” zegt Joke. “En de winkel op de hoek is al gesloten.”
“Dan moet het maar.” Marie haalt haar schouders op. “Een keertje zondigen kan geen kwaad. Het levert hooguit pijnlijke billen op.”
“Weet je het zeker?” Joke twijfelt. “Ik wil niet dat je door mijn schuld…” Ze kan de woorden niet uitspreken.
“Ja, doe maar gewoon. Ik heb echt heel veel zin in een pizza, dat is al tijden geleden!”

Joke loopt heen en weer voor de deur van de aula. De les begint pas over tien minuten, maar ze hoopt Marie eerst nog even te spreken. Die had twee uur geleden een afspraak met Matthias en Joke wil weten of ze niet te hard in de problemen is gekomen door die pizza. Anders is het haar schuld…
Drie minuten voor de les begint, komt Marie toe.
“Hoe gaat het?” schiet Joke op haar af. “Was hij niet te erg?”
“Nee, het viel wel mee,” glimlacht Marie.
“Was hij niet boos over die pizza?”
“Ik heb uitgelegd dat de winkel al dicht was en dat er dus niet veel anders op zat. Hij snapte ook wel dat het maar een keertje was en vond het daarom niet erg.”
“Dus je hebt geen straf gekregen?” vraagt Joke opgelucht.
Marie schudt haar hoofd. “Zolang ik me verder maar gedraag…” Ze steekt haar wijsvinger in de lucht en zwaait die overdreven voor Jokes gezicht heen en weer in een imitatie van Matthias. Beide meisjes beginnen te giechelen. Dan gaan de deuren van de aula open en stroomt de vorige groep naar buiten, waarna zij binnen kunnen. Ze nemen naast elkaar plaats achteraan in de aula.
“Zou hij eigenlijk weten dat we elkaar kennen?” fluistert Joke, terwijl de prof iets op het bord schrijft.
Marie haalt haar schouders op. “Geen idee. Vast niet. Ik bedoel, misschien weet hij dat we sommige lessen allebei volgen, maar kijk eens rond, er zit hier een paar honderd man. Hij gaat er vast niet vanuit dat we elkaar kennen, laat staan dat we van elkaar weten dat we naar hem gaan.”
Joke knikt. Dat klinkt logisch. Om een of andere reden lucht het haar ook op. Het is fijn om een vriendin te hebben met wie ze dit kan delen. Maar Matthias hoeft dat daarom nog niet te weten. En hij hoeft al helemaal niet te weten hoe ze soms de draak steken met hem. Dat lijkt haar beter voor de gezondheid van haar billen en die van Marie…
Dan richt ze haar aandacht op de prof vooraan. Die is al enkele zinnen ver in zijn betoog. Snel buigt ze zich over haar cursusblok en begint ze notities te nemen. De pijn in haar billen is dan wel weggetrokken, bij de dagelijkse inspectie van haar billen in de spiegel, merkte ze vanochtend dat er nog een grote bruingele vlek zit. Een goede herinnering om haar best te doen. Matthias had gezegd dat hij haar notities wilde zien, ze mag dus geen half werk leveren.

Ze is laat. Erg laat. Haar afspraak met Matthias is om 17u en het is nu al 16u55. Gelukkig is het niet ver, maar ze zal zich toch moeten haasten om nog op tijd te zijn. Ze vloekt. Snel rent ze de trap af en bevrijdt haar fiets uit het fietsslot. Eigenlijk moet ze naar links vertrekken om dan het blokje om te rijden, anders rijdt ze tegen de richting, maar in een poging om nog op tijd te komen, besluit ze om toch maar naar rechts te rijden. Het is maar een klein stukje, een paar honderd meter.
Ze duwt haar trappers stevig in en fietst zo snel als ze kan de straat uit. Voorbij de bocht, roept iemand haar plots na: “He, juffrouw! Stop eens even.”
Ze kijkt om. Het is een politieagent. Nee hé…
“Gehaast?” vraagt die.
Ja, duh… Waarom zou ze zich anders zo in het zweet trappen? Hijgend knikt ze.
“Tja, ik vrees dat dat toch geen goede reden is om tegen de richting te fietsen. Nu zul je helaas nog wat later zijn.”
Rotzak. Joke kan hem wel slaan.
“Mag ik je identiteitskaart even?”
“Ik ben echt heel laat, kunt u dit niet voor één keer door de vingers zien?” smeekt Joke.
De agent schudt zijn hoofd. “Nee nee,” antwoordt hij betuttelend. “De regels zijn er voor iedereen. En het staat overal heel duidelijk aangegeven dat deze straat eenrichtingsverkeer is.”
Joke rolt met haar ogen en haalt haar identiteitskaart uit.
“Dat zag ik, jongedame. Let maar op dat ik er geen smaad aan de politie bijschrijf.”
Nu komt de stoom vast uit haar oren, maar ze slaagt erin om haar gezicht in de plooi te houden terwijl de agent een boete van 150 euro uitschrijft. 150 euro!
“Ziezo,” zegt hij tevreden, terwijl hij haar het papiertje toesteekt. “Binnen de drie dagen te betalen. En voortaan je aan het verkeersreglement houden hoor.”
Als ze eindelijk het gebouw van SLAAGSLEUTELS betreedt, staat de deur naar Matthias’ kamer al open. Hij kijkt op en wenkt haar naar binnen. De moed zakt Joke in de schoenen.
“Het spijt me,” stamelt ze.
“Nu ben je alweer te laat,” stelt Matthias vast. “Ik dacht dat we daar vorige week nog maar net een gesprekje over gevoerd hadden.”
Ja, vast, een “gesprekje”, denkt Joke stilletjes bij zichzelf, maar ze weet wel beter dan het uit te spreken.
“En nu ben je maar liefst achttien minuten te laat. Achttien!”
“Ik kon er niets aan doen!” roept Joke uit. “Het is allemaal de schuld van die politieagent!”
“Welke politieagent?” vraagt Matthias. Joke is nog steeds te verontwaardigd om de gevaarlijke toon in zijn stem op te merken.
“Die die het nodig vond om me een boete te geven,” briest ze. “Enkel omdat ik tweehonderd meter in de verkeerde richting fietste. Het was maar tweehonderd meter! Wat maakt dat nu voor verschil?”
Verontwaardigd kijkt ze Matthias aan. Ze schrikt als ze de blik in zijn ogen ziet.
“Ga even zitten,” zegt hij. “Begrijp ik het goed dat jij, een rechtenstudent, een boete hebt gekregen omdat je je niet aan de verkeersregels hield?”
“Een belachelijke regel,” stuift Joke weer op. Matthias houdt zijn hand omhoog om haar te laten zwijgen.
“Het doet er niet toe wat jij van die regel vindt. De wet is de wet, daar heb je je aan te houden. Dat zou je als rechtenstudent moeten weten. Of wil je straks een strafblad?”
“Zo’n simpele overtreding komt heus niet op mijn strafblad terecht hoor,” antwoordt Joke verontwaardigd, omdat Matthias niet haar kant kiest.
“Nee, de eerste keer niet. Maar als dit nog gebeurt, dan wellicht wel. Dan blijft het vast niet bij een boete van…” Hij kijkt haar vragend aan.
“150 euro!” vult Joke behulpzaam aan. “Dat is toch ferm overdreven!”
“Blijkbaar niet, want je lijkt niet in te zien dat je dit vooral aan jezelf te danken hebt.”
Eindelijk hoort ze het scherpe randje in zijn stem en ziet ze de donkere blik in zijn ogen.
“Maar… ik… Ik wilde gewoon niet te laat zijn!” stamelt ze.
“Dan had je maar wat eerder moeten vertrekken,” vindt Matthias. “Nu ben je nog veel later, mét een boete erbovenop.”
Joke zwijgt.
“Goed, dat handelen we straks wel af. Laten we het eerst even over je lessen hebben.”
Er trekt een kriebel door Jokes buik. Zou hij bedoelen…? Nee toch… Maar terwijl ze het denkt, weet ze al dat dat precies is wat Matthias bedoelt. Misschien wordt hij wat milder als hij haar notities ziet en hoort dat ze naar alle lessen is geweest. Snel trekt ze haar rugzak open en haalt ze haar mappen eruit.
Zenuwachtig bijt ze op haar nagels terwijl Matthias aandachtig de bladen een voor een bekijkt.
“Dit ziet er vrij goed uit,” zegt hij eindelijk. Ze kijkt op en wordt getrakteerd op een warme glimlach. “Je kunt het best,” gaat hij verder. “Dit zijn prima notities. Hiermee zul je vlot je examens kunnen voorbereiden. Als je zo verder doet en naar alle lessen gaat en dit soort notities neemt, dan zie ik het helemaal goedkomen.”
Joke bloost. Ze is blij dat hij zo tevreden is.
“Dit bevestigt wat ik al dacht: je kunt het best, het ontbreekt je gewoon aan de nodige discipline. Maar daar kan ik je bij helpen.” Matthias grijnst.
De sadist. Hij vindt het gewoon leuk om haar te slaan! Natuurlijk vindt hij dat leuk, schiet het door Joke heen, waarom zou hij het anders doen? Maar het werkt ook wel. Kijk maar naar deze notities. En ze is naar elke les geweest. Dat is haar vorig semester niet één keer gelukt. Ze glundert. Nu zal hij het te laat komen en die boete hopelijk door de vingers zien.
“Was je wel voor alle lessen op tijd?” vraagt Matthias dan. Hij kijkt haar aandachtig aan. Joke schuifelt met haar voeten. Wat is het toch met die blik? Als hij zo naar haar kijkt, wordt ze meteen klein. Dan kan ze ook niet liegen. Gelukkig is hij in een goed humeur door haar notities.
“Ik was één keertje vijf minuten te laat,” geeft ze toe. “Maar de les was nog niet begonnen, dus het gaf niet.”
“Hm,” is Matthias’ enige reactie.
Joke kijkt hem aan, maar moet na enkele seconden haar blik neerslaan.
“Dat te laat komen is toch een terugkerend probleem bij jou,” zegt Matthias dan, terwijl zij de nerven in het hout van het bureau bestudeert.
“De les was nog niet begonnen, zeg ik toch. Het gaf niet.”
“Daar heb je geluk mee gehad, maar dat wist je niet vooraf. Voor hetzelfde geld was de les wel al begonnen en was je echt te laat. Net zoals je vandaag te laat was.”
Joke kijkt op om te protesteren, maar slikt haar woorden in als ze zijn blik opvangt.
“Daar moeten we geloof ik maar even aan werken,” besluit Matthias.
Hij schuift een balpen en wat papier naar haar toe.
“Hoeveel was die boete ook alweer?” vraagt hij dan.
“150 euro,” antwoordt Joke met tegenzin, ook al vermoedt ze dat hij het heus nog wel wist.
“Juist. Dan mag jij 150 keer schrijven ‘Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen’.”
Joke staart hem aan. Strafregels? Echt?
“Moet ik het nog eens herhalen?” vraagt Matthias gespeeld onschuldig. Je kunt het beter opschrijven. En nummer elke regel.”
Verward richt Joke haar blik op het papier. ‘Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen’, schrijft ze. Opnieuw kijkt ze Matthias aan, maar die staart ondoorgrondelijk terug. Met een zucht zet ze de balpen terug op het papier. ‘Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen. Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.’ Keer op keer schrijft ze de zin over. Ze kijkt op als ze Matthias een lade hoort opentrekken, maar zijn ogen dwingen de hare terug naar het papier. ‘Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen. Ik zal voortaan…’ Wat is Matthias intussen aan het doen? Zit hij naar haar te kijken? Nee, hij leest een boek. Ze kan niet zien welk: de omslag ligt op het bureau. Toch kan hij niet heel aandachtig aan het lezen zijn, want meteen als ze opkijkt, trekt hij een wenkbrauw op. Snel schrijft ze verder. ‘Ik zal op tijd komen om…’ Oei, wat doet ze nu? Ze doorkrast de zin en begint opnieuw. ‘Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.’ Dat is beter. Zenuwachtig probeert ze vanuit haar ooghoeken Matthias’ reactie te peilen, maar zijn blik is nog even ondoorgrondelijk als daarnet.
Zin na zin schrijft ze verder. Af en toe stopt ze om haar hand even open en dicht te knijpen tegen de kramp. Matthias zit nog steeds te lezen of doet alsof. In elk geval geeft hij geen reactie meer. Nog voor ze aan zin 100 zit, is de kramp in haar hand permanent aanwezig, knijpen helpt niet meer. Nog iets meer dan 50 te gaan. ‘Ik zal voortaan…’ Wat is dit saai! Joke zucht theatraal. Moet dit echt? Even overweegt ze om de pen neer te gooien, maar ze besluit om dat toch maar niet te doen. Geen goed idee. ‘Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen. Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.’ Haar handschrift wordt steeds slordiger en de woorden beginnen door elkaar te lopen in haar hoofd. ‘Ik zal voortaan op tijd komen door niet…’ Nee, dat klopt niet. Opnieuw schudt ze haar rechterhand even uit voor ze de zin doorstreept. 138. Nog 12 te gaan.
Even later legt ze de balpen opgelucht neer. Ze stopt haar rechterhand tussen haar benen in een poging de kramp tegen te gaan. Deze zin zal ze vannacht dromen, dat weet ze nu al.
“Klaar?” vraagt Matthias overbodig.
Ze knikt. Opnieuw die opgetrokken wenkbrauw en die blik die haar zo klein maakt.
“Ja, Matthias,” zegt ze kleintjes, terwijl ze naar het bureau kijkt.
“Laat eens zien.” Hij neemt het blad en laat er zijn ogen over glijden. “Hmm.”
Gespannen wacht Joke af of er nog een iets minder neutrale reactie komt. Dan staat hij plots recht. “Sta maar op.”
Zenuwachtig doet Joke wat haar gezegd wordt. Hoe moet ze zich een houding aanmeten? Wat moet ze met haar handen? Ze betrapt zichzelf erop dat ze aan haar vingers staat te wriemelen en houdt daar snel mee op.
“Buig je voorover en zet je handen op het bureau.” Matthias legt het blad met de door haar geschreven regels voor haar neus. Dan trekt hij met een snelle haal zijn riem uit zijn broek en legt die ernaast. Hij draagt een brede, zwarte, leren riem. Wat zou hij ermee willen? Gaat hij haar daarmee slaan? Met zijn riem? Jokes hart begint sneller te kloppen als ze de intussen bekende kriebel in haar onderbuik voelt. Zou het veel pijn doen? Daar gaat ze snel achter komen vreest ze.
Intussen is Matthias achter haar gaan staan en tilt hij haar rokje op – deze keer geen spijkerbroek, ze weet intussen wel beter. Hij legt het op haar rug en trekt daarna langzaam haar onderbroek naar beneden tot aan haar knieën. Nu heeft hij vol zicht op haar blote billen, en alles daartussen… Joke is blij dat ze hem niet hoeft aan te kijken. Het voelt onwennig om de lucht rechtstreeks op haar billen te voelen, zonder beschermend laagje stof.
“Twee doorgekraste zinnen,” zegt Matthias. Zonder verdere waarschuwing begint hij haar te slaan met zijn vlakke hand.
“Ow!” roept ze uit. Ze was zo gefocust op haar naakte billen dat ze dit helemaal niet had zien aankomen. Ze danst heen en weer, maar houdt haar handen wel op het bureau.
Even later stopt hij. “Hoeveel waren dat er?” vraagt hij.
Weet zij veel… “Ik weet het niet,” antwoordt ze.
Een harde klap op elke bil volgt.
“Auw, auw!”
“Wat had ik je vorige keer gezegd over met twee woorden spreken?”
“Ik weet het niet, Matthias!” roept ze uit. God, moet hij daar nu echt weer over beginnen? Ze voelt zich boos worden. En hoe moet zij weten hoeveel het er waren, hij had niet gezegd dat ze moest tellen!
“Dan proberen we nog eens.” Hij zegt het heel rustig. Meteen begint hij opnieuw te slaan. Deze keer telt Joke wel. Na twintig klappen houdt het op.
“Wel?” vraagt Matthias.
“Twintig,” zegt ze, na even diep adem te hebben gehaald.
Hij klakt even met zijn tong. “Twintig Matthias,” corrigeert ze snel.
Nu neemt hij de riem van het bureau en wijst met zijn andere hand naar het blad papier. “Om de boodschap nog wat meer te laten doordringen, ga ik je nu slaan met deze riem. Na elke slag zeg je het nummer en lees je de zin die je geschreven hebt.”
Dat zijn 150 klappen. Met de riem. Hopelijk is die niet zo erg als die paddle van vorige keer. Veel tijd om erover na te denken krijgt ze echter niet. De eerste slag landt op haar billen.
“Ow!” roept ze. Dat brandt!
Dan herinnert ze zich dat ze moet lezen. “Eén. Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.”
Meteen landt de tweede slag. “Twee. Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.”
De derde slag landt gemeen op de overgang tussen haar billen en bovenbenen. In een reflex doet ze haar handen naar achteren om zich te beschermen.
“Houd je handen op het bureau,” klinkt het achter haar. “Deze telt niet. Opnieuw.”
Met tegenzin plaatst Joke haar handen opnieuw op het bureau. De riem landt op dezelfde plaats als daarnet.
“Auwauwauw!” Haar voeten dansen in het rond, maar ze houdt met veel moeite haar handen op hun plaats. “Drie. Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.” De pijn klinkt door in haar stem. Nu al.
“Vier. Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.”
De vijfde slag landt opnieuw op de overgang tussen billen en bovenbenen en opnieuw laat ze het bureau los.
“Deze telt niet,” klinkt het onverstoorbaar achter haar.
Weer landt de riem op hetzelfde gevoelige plekje en weer schieten Jokes handen naar achteren.
“Zo werkt het niet,” moppert Matthias. Hij loopt naar de kast en opent een van de deuren. Joke ziet niet wat hij uithaalt, maar daar komt ze al snel achter: met snelle bewegingen bindt Matthias haar polsen aan elkaar. Het andere uiteinde van het touw haakt hij vast aan een lusje achter het bureau. Hij spant het touw strak aan, waardoor Jokes hele bovenlichaam op het bureau belandt. Nu kan ze haar handen niet meer beschermend voor haar billen houden. Veel andere bewegingen laat het touw trouwens ook niet toe. Ze kan nog een beetje met haar voeten dansen, maar niet veel. Geen enkele kans om de riem te ontwijken.
“Zes!” roept ze uit bij de volgende slag. “Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.”
“Nee, niet zes,” zegt Matthias. “De vorige telden niet. We zitten nog maar aan vijf.”
Moedeloos laat Joke haar hoofd op haar armen zakken, om het bij de volgende slag met een ruk op te tillen.
“Zes!” roept ze weer. “Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.”
Ze raakt in een patroon: de klap opvangen, tellen, de zin lezen, de klap opvangen, tellen, de zin lezen. Ze weet nauwelijks meer wat ze zegt en telt nog enkele keren verkeerd, waarna de klap opnieuw moet en ze weer even bij de les is. Matthias verdeelt de slagen over het hele oppervlak van haar billen en bovenbenen. Alles brandt.
Eindelijk zijn ze bij de laatste klap. “Honderdvijftig,” perst Joke eruit. “Ik zal voortaan op tijd vertrekken om niet te laat te komen.” Dan legt ze haar hoofd op haar armen en huilt ze voluit en met lange halen.
Na een tijdje dringt het tot haar door dat Matthias zijn hand op haar rug heeft gelegd en haar voorzichtig aait. Het kalmeert haar. Eindelijk wordt ze weer rustig.
“Stil maar, je hebt het goed gedaan.” Er klinkt warmte door in zijn stem.
“Is het voorbij?” vraagt ze, nog wat nasnikkend. Haar armen liggen nog steeds vastgebonden voor zich uitgestrekt.
“Bijna.”
Dat ene woordje brengt haar bijna tot wanhoop. “Maar de 150 zijn voorbij,” kreunt ze.
“Ja. Maar we moeten ook nog de achttien minuten afrekenen die je te laat was.”
Nog achttien slagen met de riem? Echt? Ze begint opnieuw te huilen.
“Je kunt het,” zegt Matthias. “Ik weet dat je het kunt. En ik weet ook dat je hierna niet snel nog eens te laat zult komen.”
Ondanks de pijn ontsnapt er een klein lachje aan Jokes keel. Nee, dat denkt ze ook niet.
De laatste achttien, een voor elke minuut die je te laat was voor onze afspraak, krijg je met de grote paddle.
De grote paddle? Was de vorige dan een kleine? Blijkbaar wel… De paddle die Matthias nu uit de kast haalt, kan in één keer het volledige oppervlak van haar beide billen beslaan. Achttien klappen…
“Ben je er klaar voor?” vraagt Matthias. Hij aait haar nog een keer over haar rug, dan verdwijnt zijn hand. Ze voelt het hout tegen haar billen leunen.
Joke knikt en zet zich schrap. De eerste klap duwt alle lucht uit haar longen. Ze houdt niets over om te schreeuwen. Dat komt pas enkele seconden later. Matthias geeft haar even de tijd om bij te komen, daarna volgt de tweede slag. Gelukkig moet ze niet tellen, want dat zou ze nu echt niet kunnen opbrengen. Ze kan niet meer denken. Haar hoofd is leeg. Enkel de pijn bestaat nog. Dat, en Matthias’ stem, die rustig de slagen telt. En het gewicht van zijn linkerhand, die hij na de derde klap op haar rug heeft gelegd. Deels om te zorgen dat ze stil blijft liggen, deels als steun. Ze is niet alleen. Hij is bij haar, hij sleept er haar doorheen.
… Zeventien, achttien.
Ze heeft niet meteen door dat het voorbij is. Alles is pijn. Ze huilt hardop en zonder schroom. Alle schaamte, alle barrières zijn weggevallen. Matthias blijft nog een tijdje staan, terwijl zijn hand opnieuw over haar rug aait. Als haar ademhaling weer rustiger en minder gierend wordt, trekt hij haar onderbroek voorzichtig op over haar gehavende billen en laat hij haar rokje terug naar beneden vallen. Dan loopt hij naar de andere kant van het bureau om haar armen los te maken. Nog wat nasnikkend komt ze overeind. Ze draait met haar schouders om de stijfheid eruit te krijgen. Met de rug van haar hand wrijft ze de tranen uit haar ogen. Om zich een houding te geven, zoekt ze naar een zakdoek in haar rugzak. Ze ontwijkt Matthias’ blik terwijl ze haar neus snuit.
“Ga zitten,” zegt hij.
“Moet dat?” antwoordt ze met een klein lachje, dat op een snik lijkt.
Matthias lacht nu ook.
“Daarom heb je zeker van die harde houten stoelen,” zegt Joke met een waterig glimlachje.
“Uiteraard!” Matthias grijnst.
Voorzichtig laat Joke zich op een stoel zakken.
“Ik ben trots op je,” zegt Matthias, terwijl hij een glaasje water voor haar uitschenkt. “Je hebt het heel goed gedaan.”
Joke bloost en kijkt naar het bureau, terwijl ze een paar slokjes neemt. Haar keel voelt inderdaad droog aan. De aders kloppen in haar pijnlijke billen, terwijl ze zo stil mogelijk blijft zitten.
“Ik wil nog even herhalen dat je notities echt heel goed waren. Doe zo verder. Ga naar elke les, wees op tijd. Die laatste instructie krijgt de nadruk. Joke knikt heftig. Ze komt nooit meer ergens te laat. Nooit meer. En ze gaat ook niet meer tegen de richting rijden, hoeveel haast ze ook heeft.
“Gaat het weer?” vraagt Matthias als ze haar glaasje water op heeft.
Joke knikt. En ze meent het ook. Ze voelt zich vreemd licht. Alsof ze alles aan kan. Behalve te lang zitten.
“Goed, dan zie ik je volgende week. Als er tussendoor wat is, dan heb je mijn nummer.”
Snel staat ze recht. Oef, dat is beter. Haar arme billen…
Matthias grijnst als hij haar gezicht ziet en zelf kan ze er ook wel een beetje om lachen. Volgende week krijgt hij geen reden om haar billen te bewerken, dat neemt ze zich heilig voor.

Slaagsleutels (3)

Ze is naar alle lessen geweest. Een keer was ze wel haar boeken vergeten (oeps) en een andere les was zo saai dat ze nauwelijks notities heeft genomen, omdat ze bijna in slaap viel. Dat ze de avond ervoor tot 2u was weggeweest, terwijl de les om 9u begon, zal daar wel niet bij geholpen hebben. Maar… Ze is naar alle lessen geweest. Matthias zal geen excuus hebben om haar opnieuw over zijn knie te leggen.
Ze wordt nog steeds rood als ze eraan terugdenkt. En straks staat ze opnieuw oog in oog met hem. Hoe moet ze zich gedragen? Welke houding moet ze zich aanmeten? Ze vindt het allemaal maar ongemakkelijk.
Vorige week, tijdens het etentje met Marie, had het zo natuurlijk geklonken. Maar nu weet ze het niet meer zo zeker. De waarheid is dat ze het nooit zeker heeft geweten. Ze zag gewoon geen andere uitweg dan die tweede afspraak maken. De zenuwen vreten zich een weg door haar buik terwijl het college compleet aan haar voorbij gaat. Ze heeft geen idee waar de professor het over heeft. Maakt niet uit, ze is aanwezig in de les. Meer had Matthias niet gevraagd. Dus hij zou niet moeilijk kunnen doen. Toch?

Iets na 17u staat ze weer in het deprimerende halletje. Ze is een beetje te laat omdat ze nog snel na de les terug naar haar kot is gegaan om een jeansbroek aan te trekken. Die heeft dikkere stof, waardoor ze minder zal voelen, en dan loopt ze ook niet het risico dat de aanzet tot haar billen te zien zal zijn, zoals vorige keer. Niet dat hij haar zal slaan, want ze is naar alle lessen geweest. Dus ze heeft geen straf verdiend.
Ze gaat de wachtkamer binnen en ploft neer op een stoel. Zenuwachtig bijt ze op haar nagels. Was het wel zo’n goed idee om terug te komen? Ze wil hier eigenlijk helemaal niet zijn. Wat als hij straks toch weer… Haar kaken zijn vast nu al vuurrood, dat ziet Matthias natuurlijk ook meteen. Ze kan zich nu al geen houding geven, wat wordt dat als ze straks oog in oog met hem staat?
Nee, nope, echt niet. Geen sprake van. Ze doet dit niet. Vastberaden neemt ze haar handtas, die ze op de stoel naast zich had gegooid, en staat ze recht. Vlak voor ze de klink van de deur wil vastnemen, vliegt deze echter open.
“Kom maar binnen,” begroet Matthias haar. Stik. Te laat. Hij kijkt haar even spottend aan, omdat ze zo vlak voor zijn neus staat en duidelijk terug op weg naar buiten was. Of verbeeldt ze zich dat nu maar?
Nu kan ze in elk geval niet meer zomaar weglopen. Gedwee volgt ze hem naar de andere kamer. Alles ziet er nog hetzelfde uit als vorige keer: hetzelfde imposante, ouderwetse bureau, dezelfde twee harde, houten stoelen, waar ze op plaatsneemt.
“Hoe is het gegaan?” steekt Matthias meteen van wal, nadat hij om het bureau heen is gaan lopen en is gaan zitten. Hij heeft zijn ellebogen op het bureau geplaatst, steunt met zijn kin op zijn handen en kijkt haar aandachtig aan.
“Ik ben naar alle lessen geweest,” antwoordt Joke snel.
“Heel goed!” Matthias kijkt haar glunderend aan. Dan verandert zijn blik. Die wordt… donkerder. “En was je daar wel telkens op tijd? Of kwam je net zoals hier te laat?”
“Ik was maar twee minuten te laat,” vaart Joke uit. “En toch moest ik nog in de wachtzaal wachten, dus wat maakt het uit?”
Ai… Dat had ze misschien beter niet gezegd. Nu wordt Matthias blik pas echt donker. Strak kijkt hij haar aan. Even doet ze een poging om terug te kijken, maar dan slaat ze toch haar ogen neer. “Het maakt uit, omdat het een vorm van respect is om op tijd te komen. Dat ik nog het dossier van de vorige persoon aan het wegstoppen was, doet er niets aan af dat jij hier op tijd had moeten zijn.”
“Het was toch maar twee minuten,” mompelt Joke tegen het donkerbruine hout van het bureau.
“Was je in de les ook telkens maar twee minuten te laat?” vraagt Matthias, met extra nadruk op het woord “maar”.
Nu zwijgt Joke.
“Kijk me eens aan.”
Ze richt haar blik op tot haar ogen de zijne ontmoeten. Wat heeft die man een enge blik. Nee, eng is niet helemaal het woord. Doorgrondend. Alsof hij zo door haar heen kijkt. En dat is eng. Maar er is ook iets anders. Het is niet alleen maar eng. Hij wil haar niet tot de grond brengen, haar vernederen om haar te vernederen. Hij wil tot haar doordringen om haar te helpen. Interesse, dat is het. Hij is oprecht geïnteresseerd in haar. Wil haar helpen om goede resultaten te bekomen. Ook als hij daarvoor even streng moet zijn. En streng is hij zeker.
Joke slikt. Hoorbaar.
“Ik was één keer een kwartier te laat,” zegt ze dan stil. “Maar ik ben naar alle lessen geweest! Daar ging het toch om, niet of ik op tijd zou zijn of niet,” windt ze zich op, terwijl ze hem nu recht aanstaart. Verdorie zeg, ze zou zich toch niet zomaar laten doen. Ze is geen klein kind!
“Jawel, daar gaat het wel om,” antwoordt Matthias rustig. “En dat weet je best. Daar gewoon aanwezig zijn en zitten te slapen, of de helft van de les missen omdat je te laat komt, daar heb je niets aan. Je moet naar je lessen gaan om er wat van op te steken. Anders kun je evengoed je boeken thuislaten en daar wat op je telefoon door Facebook gaan zitten scrollen.”
Wist hij het? Verwonderd kijkt Joke hem aan. Nee, dat kan niet, dat kan hij niet weten. Hij zegt maar wat.
Maar Matthias heeft haar verwarring al gezien.
“Wat?” vraagt hij. “Vertel me niet dat dat exact is wat je gedaan hebt…” Zijn stem klinkt dreigend.
“Eh…” Paniek. Wat moet ze zeggen? Dit gesprek gaat helemaal de verkeerde kant op.
“Joke… Kijk me aan.”
Ze doet een poging om haar blik op te richten, maar meteen als ze de strenge blik op zijn gezicht ziet, laat ze haar blik terugzakken naar het bureau.
Matthias staat op en loopt naar de andere kant van het bureau. Hij torent boven haar uit, terwijl zij kleintjes op haar stoel zit. Met zijn rechterhand neemt hij haar kin vast en tilt hij haar hoofd op, zodat ze niet anders meer kan dan hem aankijken. Dat, of haar ogen sluiten.
“Wil je me iets vertellen?” vraagt hij. Zijn stem klinkt gevaarlijk kalm.
“Eh… Ik, ehm… Ik ben één keer mijn boeken vergeten naar de les,” zegt ze. Ze zou overal willen zijn, behalve hier. Overal willen kijken, behalve naar Matthias, die er schijnbaar heel rustig onder blijft. Ze voelt de bui al hangen.
“Dat kan toch niet,” dondert hij dan. Hij laat haar kin los en neemt haar in plaats daarvan bij de arm. Joke zet zich schrap, ze denkt dat ze wel weet wat er nu gaat komen. Maar ze is verkeerd: Matthias gaat niet zitten en hij trekt haar ook niet over zijn knie. In plaats daarvan marcheert hij haar naar de hoek van de kamer tegenover het grote bureau.
“Ga hier maar even in de hoek staan,” zegt hij. “En denk maar even na over waarom je daar staat. Waarom in de les aanwezig zijn, niet genoeg is. En waarom je dat zelf had moeten weten, aangezien je toch oud genoeg bent om zover na te denken. Je studeert rechten aan de universiteit, je hoort in elk geval zover te kunnen nadenken.”
Hij duwt haar richting de muur. Joke durft niet protesteren. Met haar gezicht naar de muur gericht, blijft ze in de hoek staan. Ze hoort hoe Matthias terug achter zijn bureau gaat zitten. Daar heeft hij vast goed zicht op haar.
“Leg je handen maar op je hoofd,” hoort ze hem zeggen.
Nee… Hoeveel vernederender kan dit nog worden? Even aarzelt ze, maar de spanning in de kamer is om te snijden. Ze durft zich niet te verzetten. Dus brengt ze langzaam haar armen omhoog en legt ze haar handen op haar hoofd, dat ze naar beneden laat zakken tot ze de vloer kan zien.
In de hoek gezet als een klein kind, met haar handen op haar hoofd… Ze is verbijsterd. En ze voelt zich heel, heel, heel klein. Want Matthias heeft gelijk, ze wist best dat gewoon in de les aanwezig zijn niet was wat hij bedoelde. Ze moet opletten en notities nemen.
Na een paar minuten zegt Matthias dat ze zich om mag draaien en naar hem mag komen. Opgelucht haalt ze haar handen van haar hoofd. Ze ontwijkt zijn blik. Ze kan hem nu echt niet aankijken. Met gebogen hoofd staat ze voor het bureau.
“Waarom doe je dit, meisje?” vraagt Matthias zacht. “Waarom saboteer je jezelf zo? Je zit al in de les, dan is het een kleine moeite om ook echt op te letten. Voor mij hoef je niet naar de lessen te gaan. Je moet het voor jezelf doen. Omdat JIJ wil slagen. Niet omdat ik wil dat jij slaagt. Natuurlijk wil ik dat en ik zal er alles aan doen om je te helpen, maar je moet het vooral zelf doen. Ik kan je enkel een duwtje in de juiste richting geven.”
Een traan loopt over Jokes wang. Ze veegt hem weg met de rug van haar hand.
“Ik geloof dat de boodschap begint aan te komen,” merkt Matthias op, terwijl hij recht staat. Hij neemt plaats op de stoel naast Joke. “Volgens mij weet je wel wat er nu gaat gebeuren. Je hebt straf verdiend. Vind je ook niet?” Joke knikt. Ze is bang. Bang voor de pijn, voor de vernedering. Bang om opnieuw over zijn knie te moeten. Maar Matthias heeft wel gelijk. ZIJ heeft de kantjes ervan af gelopen. ZIJ heeft zich niet genoeg ingezet.
“Doe die broek maar uit,” hoort ze Matthias zeggen.
He, wat?! Gealarmeerd kijkt ze op. “Uit,” zegt hij ongeduldig. “Met die dikke stof ertussen voel je er toch niets van. En een echt pak slaag wordt op de blote billen gegeven.”
“Maar…”
Matthias trekt een wenkbrauw op. God, wat kijkt hij streng. “Laat het me niet nog eens zeggen.”
Ze durft niet verder protesteren. Na wat onhandig gefriemel aan de rits trekt ze haar broek naar beneden en stapt ze eruit. Ze legt hem over de leuning van de andere stoel, die waar Matthias niet op zit. Nu staat ze in haar onderbroek voor hem. Nu zou hij zeker het grootste deel van haar billen zien!
“Kom maar over mijn knie liggen,” gebiedt Matthias haar.
Moet ze… zelf? Ze had gedacht dat er niets ergers was dan over de knie getrokken worden, maar zelf moeten gaan liggen. Ze voelt zich diep vernederd. Onhandig plooit ze zich over zijn benen. Matthias wacht even tot ze goed ligt en legt dan zijn rechterhand op haar rechterbil. Ze voelt de warmte van zijn hand door de dunne stof van haar onderbroek heen. Onwillekeurig knijpt ze haar billen samen.
“Dit is straf,” spreekt Matthias haar toe. “Straf omdat je de kantjes ervan af hebt gelopen. Als je naar de lessen gaat, dan moet je opletten, notities nemen. NIET te laat komen, NIET je boeken vergeten zijn, NIET op je telefoon zitten spelen. Is dat goed begrepen?”
Joke knikt. Een harde klap landt op haar rechterbil.
“Ik vroeg: is dat goed begrepen?”
“Auw! Ja!” roept ze.
Een even harde klap landt op haar linkerbil.
“Met twee woorden spreken,” zegt Matthias onverstoord.
Joke is in de war. Twee woorden? Ze snapt het niet.
“Ja ja?” antwoordt ze vragend.
Een salvo aan klappen landt op haar billen.
“Auw auw auw auw auw!” Ze spartelt, maar Matthias heeft haar stevig vast. Ze kan niet weg.
“Dat is dus ‘Ja Matthias’,” zegt hij haar voor. “Laten we dat nog een keer proberen: is dat goed begrepen?”
“Ja Matthias,” antwoordt Joke kleintjes. Ze had kunnen weten dat hij dat bedoelde, maar ze kan niet nadenken in deze positie.
“Goed zo. Ik zal ervoor zorgen dat je dit niet meer vergeet.”
Dan voelt Joke hoe zijn twee handen de rand van haar onderbroek beetnemen en langzaam over haar billen schuiven.
“Nee…” zegt ze, terwijl ze haar handen naar achteren zwaait om haar tegen te houden.
“O jawel, een pak slaag wordt op de blote billen gegeven, dat zei ik net al.”
“Nee,” smeekt Joke weer. Maar haar onderbroek is al tot aan haar knieën afgezakt en Matthias is opnieuw begonnen met slaan. Zijn hand bewerkt elk plekje van haar billen en ook de overgang tussen haar billen en benen.
Het doet pijn. Echt pijn. Veel meer dan vorige keer. Dat was niets geweest, beseft ze nu. Slechts een voorproefje om zijn … methoden duidelijk te maken. Als het niet zoveel pijn deed, had ze gegrinnikt omwille van de pauze voor methoden, maar de situatie is daar nu echt niet naar en het doet veel te veel pijn.
Plots stopt het. Even blijft Joke liggen, daarna probeert ze recht te krabbelen. Oef, het is voorbij. Haar billen zijn vast vuurrood. Maar Matthias houdt haar tegen.
“We zijn nog niet klaar,” zegt hij rustig.
Niet? Maar… Het doet al zoveel pijn! Plots verschijnt er iets in haar blikveld. Het is een soort houten plankje waar enkele gaten in geboord zijn.
“Weet je wat dit is?” vraagt Matthias haar.
Joke schudt haar hoofd. Een harde klap landt op de overgang tussen haar rechterbil en -bovenbeen.
“Auw! Nee Matthias,” corrigeert ze zichzelf.
“Dat is beter,” klinkt het tevreden. “Dit is een paddle. Daar ga ik je nu nog twintig klappen mee geven, tien op elke bil, zodat de boodschap echt goed doordringt, zeg maar.”
Wat? Wil hij haar slaan met dat ding? Ze krijgt echter niet veel tijd om erover na te denken. Even aait het hout over haar beide billen, dan landt de eerste klap op haar linkerbil.
“AAAAUUUWWWW.” Ze schreeuwt het uit. Dit is heel wat erger dan de hand. Ze had gedacht dat het daarnet al pijn deed, maar dit is nog tien keer erger. Wat zegt ze, honderd keer erger. Twintig klappen… Dat overleeft ze nooit!
De ene na de andere harde klap met de paddle landt op haar billen. Joke gilt en kronkelt om onder de slagen uit te komen, maar Matthias houdt haar stevig vast. Ze kan geen kant op.
Eindelijk valt de laatste klap. Snikkend blijft Joke liggen. Haar weerstand is gebroken. Matthias geeft haar even de tijd.
“Sta maar op,” zegt hij dan. “Je mag je broek weer aantrekken.” Zelf loopt hij terug naar de andere kant van het bureau. Nasnikkend wurmt Joke zich in de broekspijpen. Ze grimast even als ze de broek over haar billen trekt. Nu was een rokje stukken comfortabeler geweest. Het voelt alsof haar billen behoorlijk gezwollen zijn. Ze is vast bont en blauw.
“Ga nog even zitten,” wijst Matthias naar de stoel als ze klaar is.
Heel voorzichtig laat ze zich op de harde, houten stoel zakken. Een fonkeling in Matthias ogen wijst erop dat hij een grijns onderdrukt.
“Goed, dan maken we nog een paar afspraken voor komende week,” zegt hij. “Jij gaat naar alle lessen. Je komt op tijd voor alle lessen. Je let op in de les en je neemt notities. Volgende week kom je terug en je neemt je notities mee. Dan kunnen we die samen bekijken om te zien of daar iets aan bijgeschaafd moet worden.”
Joke knikt. Ze neemt zich vast voor om het deze week goed te doen. Helemaal goed te doen. Niet meer de kantjes ervan af te lopen.
Even later staat ze buiten in de zon. Mensen lopen af en aan, komen uit winkels, gaan andere winkels binnen. Gek, hoe de wereld gewoon door is gegaan, terwijl zij daarbinnen was. Terwijl zij in de hoek stond en een pak slaag kreeg. Een blos stijgt opnieuw naar haar wangen. Haar billen gloeien en branden in haar broek. Ze kan niet wachten tot ze op haar kot is en die broek uit kan doen om de schade te inspecteren in de spiegel. Dan krijgt ze haar fiets in het oog en ze kreunt. Ze wil nu echt niet op dat zadel gaan zitten… Dan gaat ze maar te voet. Met haar fiets aan de hand neemt ze zich opnieuw voor om het de komende week echt goed te doen. Dat ze de komende dagen vast pijnlijk zal zitten, zal daar wellicht wel bij helpen om haar eraan te herinneren.

Slaagsleutels (2)

Ze gaat niet terug. Ze maakt geen tweede afspraak. Absoluut niet. Wat denkt die man wel? Haar over de knie leggen?! Dat gaat toch zomaar niet! Neenee, ze gaat echt niet terug. Ze ijsbeert heen en weer op haar kot. Is dit serieus echt gebeurd?
Plots staat ze stil. Vanavond zal haar moeder bellen om te vragen hoe het gegaan is. Wat moet ze haar vertellen? Ze kan toch moeilijk gaan zeggen dat ze als een klein kind over de knie werd gelegd. Dat gelooft ze nooit. Of erger: ze zou misschien vinden dat Matthias er goed aan gedaan had. Nee… Dat niet. Maar ze kan dit echt niet gaan vertellen. Niemand mag dit ooit te weten komen. Maar hoe legt ze dan aan haar moeder uit dat ze geen tweede afspraak wil maken? Dat kan ook niet. Ze zit vast. Geen uitweg mogelijk. En niemand die ze in vertrouwen kan nemen. Want niemand mag dit ooit te weten komen! Ze gaat door de grond als ze er alleen nog maar aan denkt. Zij, Joke, een negentienjarige vrouw, over de knie gelegd door een man die ze nog maar net ontmoet had. Omdat ze niet naar al haar lessen was geweest. Als straf. Het schaamrood stijgt haar opnieuw naar de wangen. Plots kan ze wel inzien hoe dit soort studiebegeleiding werkt. Niemand wil dit een tweede keer meemaken, dus doet iedereen netjes wat er gevraagd wordt. Zoals Marie: die is echt in elke les aanwezig, doet alle opdrachten en ze had heel goede punten bij de examens. Marie! Waarom heeft ze daar niet eerder aan gedacht? Marie weet vast hoe Matthias te werk gaat. Marie is degene die haar naar hem gestuurd heeft, nota bene! Ze moet met haar praten. Misschien kan zij haar helpen om een uitweg te vinden. Of kunnen ze elkaar helpen. Niemand gaat toch vrijwillig terug naar die schoft om een pak slaag in ontvangst te gaan nemen.
Jokes verontwaardiging groeit met elke seconde die ze er meer over nadenkt. Uiteindelijk heeft ze zichzelf zo opgewerkt dat de vier muren van haar kot op haar afkomen. Ze moet hier weg. Ze pakt haar telefoon en haar sleutels en loopt naar buiten.

Marie kijkt niet verbaasd als ze Joke voor de deur ziet staan. “Kom binnen,” zegt ze. “Ik ging eigenlijk net beginnen koken, eet je mee?”
“Eh, wat? Ja, ik… Ja, is goed.” Joke voelt zich nogal overdonderd. Ze was in een opwelling naar Maries kot gegaan en had bij haar aangebeld. Nog geen halve seconde later had ze daar spijt van gekregen, maar voor ze zich kon omdraaien en weglopen, had Marie de deur al opengedaan. Bijna alsof ze haar verwacht had, maar dat kon toch niet? Had Joke haar verteld dat ze vandaag een afspraak had bij Slaagsleutels? Ze zoekt haar geheugen af. Misschien had ze het laten vallen in de les vanochtend, ze weet het niet meer.
Joke legt haar sleutels en telefoon op tafel en laat zich op een stoel neerploffen. Ze grimast. Haar billen zijn nog wat gevoelig door de brute behandeling die ze eerder hebben moeten ondergaan.
Intussen zet Marie een pot water op het vuur en begint ze worteltjes te snijden. Ze schuift Joke een snijplank, mesje en een bundel selder toe. “Snij jij de selder? Ik maak spaghetti. Hopelijk vind je dat lekker.” Joke knikt en gaat aan het werk. Even blijft het stil, op het gehak van de messen op de houten planken na.
“Ben je al bij Slaagsleutels geweest?” vraagt Marie dan.
“Daar kwam ik eigenlijk voor,” zegt Joke. “Wist jij van zijn… “methoden”?” Ze maakt met haar vingers twee aanhalingstekens in de lucht en houdt een pauze voor het woord, net zoals Matthias had gedaan.
Marie schiet in de lach. “O wauw, dat is zo’n goede imitatie,” grinnikt ze.
Joke kan niet anders dan meelachen. Eigenlijk is het ook best grappig, zoals hij dat zegt.
“Maar dat wist je dus?” vraagt ze.
“Ja,” antwoordt Marie.
“Waarom doe je dat? Waarom blijf je daarheen gaan?”
“Omdat het werkt,” antwoordt ze eenvoudig.
Als ze Jokes blik vol onbegrip opvangt, gaat ze verder: “Kijk, jij voelt je rot over je resultaten van vorig semester, toch? En je weet zelf ook wel dat je meer had kunnen doen. Maar dat heb je niet gedaan. En je weet ook dat de kans klein is dat je dat dit semester wel zult doen.”
Joke opent haar mond om te protesteren, maar sluit die daarna weer. Marie heeft gelijk: het semester is nog geen twee weken ver en ze heeft al een les gemist en nog geen enkele opdracht gemaakt. Ze is wel al elke avond uit geweest. Het is nog maar het begin van het semester, dat haal ik nog wel in, denkt ze, maar al terwijl ze het denkt, weet ze dat ze zichzelf wat zit wijs te maken.
“En na zo’n pak slaag, dan voel je je beter. Dan hoef je je niet meer schuldig te voelen of voor de kop te slaan. Dan is het je vergeven en kun je met een schone lei opnieuw beginnen, opnieuw proberen. Al doet het natuurlijk wel verdomd zeer.” Marie trekt een lelijk gezicht.
Joke weet niet goed wat zeggen. Ze snapt wel ergens wat Marie bedoelt. Beschouw dit maar als straf omdat je er vorig semester zo’n potje van gemaakt hebt, had Matthias gezegd. En het had zeker als straf aangevoeld: de vernedering, de pijn,… Maar er was nog iets geweest. Iets wat ze op het moment zelf niet had kunnen benoemen, maar wat door Maries woorden kwam bovendrijven. Zorgzaamheid. Matthias was streng geweest. Ze rilt nog als ze terugdenkt aan zijn doordringende blik, maar hij had haar ook het gevoel gegeven dat hij er voor haar wilde zijn. Dat hij wilde dat ze zou slagen. Dat hij alles zou doen om haar daarbij te helpen en te ondersteunen. Inclusief haar straffen als ze mislukte, om haar te motiveren.
“Maar…” sputtert Joke. “Hij kan dat toch niet zomaar doen?”
Marie haalt haar schouders op. “Blijkbaar wel. Zolang er mensen zijn die naar hem toe gaan… Voor mij werkt het in elk geval. Ook al zie ik vreselijk tegen elke afspraak op,” geeft ze toe. “Het doet ook zo verdomd zeer.”
“En hij kijkt zo streng,” rilt Joke. “Net alsof hij dwars door me heen keek. Ik kon wel door de grond zakken.”
“Zie je wel, je bent er ook bevattelijk voor,” knikt Marie.
Joke wordt rood. Wil ze daar wel bevattelijk voor zijn? Dit gesprek met Marie loopt helemaal anders dan ze verwacht had.
Intussen is de spaghetti klaar. Marie schept twee borden uit.
“Heb je de prof van verbintenissenrecht nu al gemaild?” vraagt ze, het onderwerp veranderend.
“Nog niet,” Joke schudt haar hoofd. “Misschien kan ik hem volgende les gewoon aanspreken?”
“Dan moet je wel gaan,” grijnst Marie.
“Jaja, ik ben niet van plan om vlug nog een les over te slaan.”

Als Joke een uurtje later terug naar haar eigen kot wandelt, weet ze niet meer goed wat te denken. Dit was ook de eerste keer dat ze echt tijd doorbracht met Marie, buiten de lessen dan, en ze vond haar sympathieker dan ze had gedacht. Tijdens het eten hadden ze over koetjes en kalfjes gebabbeld en alle proffen even overlopen. Elk om beurt hadden ze een imitatie ten beste gegeven tot ze allebei niet meer bijkwamen van het lachen. Ja, het was geheel onverwacht een gezellige avond geworden.
Ze is net bezig haar schoenen uit te trekken als haar telefoon gaat. Haar moeder. Om te vragen hoe de studiebegeleiding gegaan was.
“Wel ok, neem ik aan,” antwoordde Joke.
“Hebben jullie ook afspraken gemaakt? Gaat hij je concreet begeleiden? Wanneer ga je terug?” Een spervuur van vragen wordt op haar afgevuurd.
“Hij wil dat ik eerst en vooral naar alle lessen ga. Als ik dan vragen heb, dan kunnen we die samen bekijken.”
“Mooi zo. Houd je er maar aan!” Even klinkt de stem van haar moeder net zo dreigend als die van Matthias. “Wanneer is je volgende afspraak?”
“Daar moest ik morgen voor bellen. Hij had zijn agenda niet bij,” verzint ze snel.
“Hmm…” Hierdoor daalt hij in de achting van haar moeder, weet Joke. Dat kan nooit kwaad… Als ze er dan toch mee wil ophouden, dan is de deur op een kier gezet. Want zonet heeft ze haar eigen lot bezegeld: morgen moet ze bellen om een tweede afspraak te maken. Daar komt ze niet meer onderuit. Ze krijgt er kriebels van in haar buik. Zenuwen. Ze kan maar beter zorgen dat ze écht naar alle lessen gaat deze week…

Slaagsleutels (1)

O-o… Joke staart naar het scherm. Al haar vakken staan opgelijst, met ernaast het behaalde cijfer. En het is niet goed. Helemaal niet goed. In paniek klikt ze de pagina dicht. Ok, dit is niet gebeurd. Ze sluit haar ogen. Dan opent ze haar webbrowser opnieuw en gaat ze naar het studentenportaal. Ze geeft haar studentennummer en wachtwoord in en klikt op “examenresultaten”. Dezelfde lijst verschijnt. De cijfers zijn niet veranderd. Natuurlijk niet. Ze had ook wel aangevoeld dat het niet zo goed was gegaan. Het was haar eerste semester aan de universiteit geweest en ze had geen idee gehad wat te verwachten. Bovendien, aan de universiteit studeren, dat was toch uitgaan, drinken en daarna lang uitslapen? Naar de lessen gaan en uren boven je boeken hangen, nah. Ze had wel een poging gedaan hoor, maar het lukte haar gewoon niet zich te concentreren. De stof was ook zo droog. Daarom heette het waarschijnlijk les-”stof”.
Het volgende semester zou ze het beter moeten doen. Veel beter. Anders zouden haar ouders de geldkraan dichtdraaien en mocht ze gaan werken. “Mocht”, alsof het een voorrecht was. Zonder diploma zou het moeilijk worden om iets te vinden. Iets wat ze wilde doen dan. Ze zou vast wel een baantje aan de kassa bij de supermarkt of als poetsvrouw kunnen vinden, maar daar haalt ze haar neus voor op. Goed dan, volgend semester beter.
“Nu weet ik waar me aan te verwachten,” zei ze tegen haar ouders. “De eerste keer als je examen aflegt aan de unief, heb je helemaal geen idee wat voor vragen er gesteld gaan worden. Veel mensen maken die fout. Maar nu weet ik het wel en zal het beter gaan.”
Haar vader had ongelovig gekeken, maar haar moeder had geknikt. Goed dan. Volgend semester beter, anders ga je volgend jaar gaan werken.
Met een steen in haar maag vertrekt ze op zondagavond opnieuw naar Leuven. Ze is niet de enige met teleurstellende resultaten, leert ze van studiegenoten die eveneens de trein nemen. Geen ramp, vinden de meesten. Dat was te verwachten. Volgende keer beter.
“Ga je straks mee nog wat drinken?” vraagt Stephanie.
“Ik weet niet,” antwoordt Joke. “Morgen heb ik om 9u al college.
“We gaan toch niet lang. En iedereen gaat! Kom gewoon mee!”
“Goed dan.” Stephanie heeft gelijk. Het semester is nog niet eens begonnen, ze kan best wat gaan drinken. Ja, ze moet betere resultaten halen, maar uitgaan is ook deel van het studentenleven.

De volgende ochtend wordt ze om 8u55 wakker. Ze heeft barstende hoofdpijn. En ze heeft al haar kleren nog aan. Blijkbaar heeft ze zonder zich uit te kleden op haar bed laten vallen. Dat bespaart haar in elk geval de tijd die ze normaal nodig heeft om zich om te kleden. Onder dreunend protest van haar hoofd, haast ze zich naar buiten. Ze neemt haar fiets uit het rek en twijfelt even, maar aangezien er geen politie-agent te zien is en ze zo al te laat is, besluit ze om toch maar tegen de richting te fietsen. Dat stomme eenrichtingsverkeer ook. Om 9u07 stormt ze de collegezaal binnen en neemt ze achterin plaats. De prof kijkt even verstoord op, maar reageert niet.

Marie zit enkele stoelen verderop en zwaait even naar haar. Zwakjes zwaait Joke terug. Auw, wat doet haar hoofd pijn. Te veel gedronken natuurlijk. Ze had niet moeten meegaan met Stephanie. Maar het klonk zo verleidelijk. En het was ook erg gezellig.
Veel kreeg ze niet mee van wat de professor vertelde. Gelukkig was het nog maar het eerste college met veel algemene informatie. Niets al te belangrijks dus.
Na de les komt Marie haar tegemoet. “Hoe gaat het?” vraagt ze.
“Koppijn,” antwoordt Stephanie nors.
Marie grijnst even.
“Ik had niet willen komen, maar mijn ouders waren woedend over mijn slechte resultaten. Ik moet het dit semester echt beter doen. Heb ik wat belangrijks gemist tijdens de eerste minuten, voor ik er was?”
Marie schudt haar hoofd. “Nee, hij heeft zichzelf gewoon even voorgesteld. Je weet wel, de gebruikelijke blabla.”
Joke knikt. Oef, dat is al iets. De eerste les heeft ze toch al niets gemist. Goed begonnen,…
“Hoe doe jij dat toch?” kreunt Joke. “Je gaat naar alle lessen, haalt goede resultaten,… Waarom kan ik dat niet? Ik had me vorig semester zo voorgenomen om het goed te doen, maar toch heb ik veel te veel lessen gemist en te weinig tijd aan mijn bureau doorgebracht. Waar haal jij de discipline vandaan?”
Marie kijkt haar even nadenkend aan. Discipline… Het codewoord.
“Tja,” zegt ze. “Mijn studiebegeleider helpt me daar wel bij.”
“Heb jij een studiebegeleider?” Joke kijkt haar verwonderd aan.
“Hij motiveert me om naar de lessen te gaan en om het werk te doen,” legt Marie uit.
“En helpt dat dan?”
“Ja hoor. Het is echt begeleiding op maat. Wacht, ik geloof dat ik zijn kaartje heb zitten.”
Ze rommelt even in haar tas. Een heleboel papiertjes dwarrelen naar de grond.
“Ach, hier heb ik het.” Ze steekt Joke het kaartje toe. “Houd het maar, ik heb het niet meer nodig. Zijn nummer staat intussen in mijn telefoon en het adres ken ik ook al.”
SLAAGSLEUTELS, leest Joke.
“Bedankt,” zegt ze, terwijl ze het kaartje in haar broekzak steekt. “Ik zal er eens over nadenken.”
“Doe dat. Nu moet ik wel naar mijn volgende les, anders kom ik al meteen in het begin van het semester in de problemen.” Met een knipoog verdwijnt Marie naar haar fiets. Joke kijkt haar even na en gaat dan op zoek naar haar eigen fiets. Misschien is die studiebegeleiding nog niet zo’n slecht idee.

De eerste week gaat redelijk goed. Enkel het college op vrijdagochtend haalt ze niet, ook al start het pas om 11u. De eerste donderdagavond van het semester betekent feest en ook Joke kon de verleiding niet weerstaan. Pas na de middag kwam ze uit haar bed gerold. Ach, wel, geen ramp.
De les van 11u is de enige van de dag, dus besluit ze vast te pakken en de trein te nemen. Op het station komt ze opnieuw Marie tegen, die dezelfde trein wil nemen.
“He, ik zag je niet vanochtend bij verbintenissenrecht,” merkt ze op.
“Klopt, ik heb me overslapen. Heb ik iets belangrijks gemist?”
“Ja, nogal. Hij heeft een hele uitleg gegeven over hoe het examen werkt. Bovendien moet iedereen een presentatie houden. We hebben allemaal onze naam op een lijst moeten zetten, zodat hij de onderwerpen kon verdelen.”
“Shit,” kreunt Joke. “Hopelijk wordt die lijst volgende week nog aangevuld.”
“Misschien,” zegt Marie, maar ze kijkt weifelend.
Verdorie, al meteen in de eerste week heeft ze haar slaagkansen voor een vak aanzienlijk kunnen doen slinken. Hopelijk kan ze het nog rechtzetten door een mailtje te sturen naar de prof. Ze kan zeggen dat ze ziek was. Niet helemaal onwaar, aangezien ze ‘s nachts een paar keer heeft overgegeven, ook al kwam het dan door de drank en niet door een virus…

“Hoe was je eerste week?” vraagt haar moeder als ze thuis komt.
“Best goed hoor,” antwoordt Joke.
“Ben je wel naar al je lessen geweest?”
Joke rolt met haar ogen. Het ondervragen begint al.
“Ja-ha. Enkel die van vanochtend niet, ik voelde me echt niet goed.”
Haar moeder kijkt sceptisch. “Te veel gedronken gisterenavond zeker? Dat begint al goed!”
“Hé zeg, heb eens een beetje vertrouwen in me.” Joke zet een beledigd gezicht op.
“Vertrouwen moet je verdienen. Je resultaat vorig semester was beneden alle peil. Dus zolang jij niet toont dat het je menens is, heb ik geen vertrouwen.”
“Wel, ik ga studiebegeleiding volgen.” Meteen nadat ze het eruit gefloept heeft, heeft Joke er al spijt van.
Haar moeder daarentegen kijkt op. Ze lijkt blij verrast. “Kijk, dat bedoel ik,” roept ze uit. “Eindelijk toon je initiatief! Wat een goed idee! Wij zullen het betalen. Maar dan moet je me beloven dat je naar elke sessie gaat.” Plots klinkt haar stem weer streng. “Eén gemiste afspraak en je kunt gaan werken. Zullen we het zo afspreken?”
“Wat? Maar…” sputtert Joke tegen.
“Neenee, geen gemaar. Jij gaat studiebegeleiding volgen. Een schitterend idee! Maak maandag maar meteen een afspraak.” En ze loopt de kamer uit. Joke blijft achter, zichzelf vervloekend om haar loslippigheid. Ze was helemaal niet van plan geweest om naar die studiebegeleiding te gaan. Dat had ze niet nodig, ze kon het best zelf. Ze wilde alleen dat haar moeder haar met rust liet. En nu hing ze eraan vast. Ze zuchtte heel diep.

Maandagavond wil ze net haar jas nemen om de deur uit te gaan, nog even wat gaan drinken met Stephanie, als haar telefoon overgaat.
“Hallo?” antwoordt ze.
“Heb je al een afspraak gemaakt met die studiebegeleider?” Haar moeder valt meteen met de deur in huis.
“Ook hallo,” antwoordt Joke. “En nee, ik heb geen tijd gehad, ik had de hele dag college.” Dat is waar, maar ze had over de middag best even kunnen bellen. Maar toen had ze er geen zin in gehad. Dat zou ze vast nooit hebben.
“Morgen wil ik dat je belt, hoor. Je mag dit niet uitstellen. Morgenavond bel ik je opnieuw en dan kun je maar beter een afspraak gemaakt hebben!”
De telefoon gaat uit. Joke moppert in zichzelf. “Ik zal een afspraak maken, voor over vijf jaar!” Maar ze weet ook dat ze daar nooit mee wegkomt. Als ze niet elke avond een telefoontje wil, dan kan ze maar beter morgen even bellen. De telefoon niet opnemen is geen optie, ze ziet haar moeder er best voor aan om de trip naar Leuven te maken om te controleren of alles wel goed gaat.
Met een binnenmondse vloek trekt ze de deur achter zich dicht. Ze kan wel een biertje gebruiken nu.

“Met slaagsleutels.” De stem is van een man en klinkt warm en vriendelijk.
“Eh goeiedag, met Joke,” stamelt ze. “Ik hoor dat u studiebegeleiding doet en eh ik zou graag een afspraak maken.”
“Dat kan zeker. Even kijken. Ik heb straks nog een gaatje zie ik. Past 17u voor jou?”
“Eh,” aarzelt ze. Vandaag al? Dat is snel. Ze had gedacht minstens twee weken uitstel te krijgen, maar dat zal nu dus niet lukken.
“Ja, goed dan,” geeft ze toe.
“Dan zie ik je straks,” zegt de man. “Zorg dat je op tijd bent!” Plots heeft zijn stem een strenge bijklank.
“Goed,” stamelt ze, maar de man heeft al neergelegd.
Wil ze dit echt gaan doen? Eigenlijk niet, maar ze heeft geen keuze. Haar moeder heeft het duidelijk genoeg gemaakt: geen studiebegeleiding, geen geld meer. En zonder geld kan ze niet verder studeren. Dus ze zal wel moeten.

Om 16u56 staat ze voor de deur. “SLAAGSLEUTELS” staat er in het groot boven. Ze doet haar fiets op slot en belt aan. Uit pure baldadigheid had ze overwogen om vijf minuten te laat te komen, maar ze besloot het toch maar niet te doen, om geen slechte eerste indruk te maken.
De deur zwaait automatisch open. Ze stapt naar binnen in de donkere gang. Een zwak peertje straalt zijn gele licht op de blauwgeschilderde muren. Wat een lelijke kleur. Er zijn drie deuren, twee ervan met een bordje: “wc” en “wachtkamer”. De derde deur heeft geen bordje. Het is net alsof je bij de dokter komt, denkt Joke. Ze legt haar hand op de klink van de wachtkamer en duwt die naar beneden. Het is eigenlijk meer een hok dan een wachtkamer. Er staan slechts vier stoelen en daarmee is de ruimte dan ook helemaal gevuld. In het midden staat nog een klein tafeltje met boeken en folders. Geen tijdschriften of strips, maar informerend materiaal. Saai.
De deur valt vanzelf weer dicht als Joke naar binnenloopt en gaat zitten. Blijkbaar is het niet de bedoeling dat ze kan zien wie er voor haar een afspraak had als die persoon naar buiten komt.
Ze zit echter nog maar net als de deur alweer openzwaait. Een man van eind de twintig met kort, zwart haar staat voor haar. Hij draagt een donkere spijkerbroek met een lichtblauw hemd erboven. De hand die hij naar haar uitsteekt, ziet er verzorgd uit met lange, elegante vingers. Geen korte stompjes gelukkig. Dat vindt Joke belangrijk. Ze verafschuwt mensen met stompige vingers en slordige nagels.
“Jij moet Joke zijn,” zegt hij, terwijl ze zijn hand aanneemt. Hij heeft een stevige handdruk. “Ik ben Matthias.”
“Hallo,” antwoordt ze. Haar stem verraadt haar zenuwen.
“Kom maar verder,” zegt Matthias. Ze mag mee door de deur zonder bordje. Deze kamer is wel ruim, en ook lichter dan de gang en de wachtkamer, ook al zijn de ramen geblindeerd.
Er staat een groot, houten bureau met een bureaustoel erachter en twee houten stoelen ervoor. Tegen de muur links van haar staat een enorme kast, uit hetzelfde donkere hout als het bureau zo te zien. De bureaustoel ziet er een stuk comfortabelder uit dan de houten stoelen, waar Matthias naar wijst om op plaats te nemen terwijl hij zelf in de bureaustoel gaat zitten. Net alsof ze in de jaren vijftig beland en bij de directeur geroepen is.
De stoel is even oncomfortabel als hij eruit ziet.
Matthias kijkt haar aandachtig aankijkt. “Vertel het eens, waarom ben je hier?” vraagt hij.
Ze merkt dat ze het moeilijk vindt om zijn intense blik te beantwoorden, dus praat ze tegen zijn voorhoofd.
“Wel, eh, mijn resultaten van het eerste semester waren niet zo heel goed, dus ik dacht dat studiebegeleiding me zou kunnen helpen.” Ze haalt haar schouders op.
“En hoe kwam het dat je resultaten niet zo goed waren? Was je naar alle lessen geweest?”
Joke voelt dat ze wat begint te blozen. Ze schudt haar hoofd.
“Had je alle opdrachten gemaakt?”
Opnieuw schudt ze haar hoofd.
“Heb je naar je eigen gevoel genoeg gestudeerd voor de examens?”
Nu haalt ze haar schouders op, terwijl ze naar het bureau kijkt. Iets aan Matthias maakt dat ze zich klein voelt. Als hij het zo stelt, klinkt het heel logisch dat ze niet geslaagd is. Maar zo eenvoudig is het nu ook weer niet!
“Het is niet dat ik niet mijn best gedaan heb, hoor,” schiet ze in de verdediging.
“Dat zeg ik ook helemaal niet,” knikt Matthias. “Maar wellicht zie je zelf ook in dat je gedrag niet bepaald voorbeeldig is geweest.”
Ze zwijgt.
“Daar kunnen we samen aan werken, daarvoor ben je hier, is het niet?”
“Ja,” zegt ze. Er klinken veel emoties door in dat ene, korte woordje: opstandigheid, vooral, maar ook iets van vernedering. Een gevoel van tekortschieten.
“Goed,” zegt Matthias. “Ik heb bepaalde… methodes. Die zijn niet voor iedereen, maar ik denk dat jij er wel vatbaar voor zult zijn. Als je na vandaag geen nieuwe afspraak maakt, dan is dat zo, daar zal ik je niet op aankijken. Maar als je na vandaag terugkomt, dan stem je ermee in dat we dit op mijn manier zullen doen. En dan zullen er ook gevolgen zijn als je je niet houdt aan de afspraken die we samen zullen maken. Kun je je daarin vinden?”
Ze heeft geen idee wat hij bedoelt, maar het zal wel zeker? “Ja,” zegt ze daarom. Niet dat ze veel keuze heeft. Als ze geen tweede afspraak maakt, krijgt ze geen geld meer van haar ouders. Dus ze zal wel moeten.
“De eerste vereiste,” gaat Matthias verder na haar bevestiging, “is dat je naar alle lessen gaat. Dat is echt de eerste stap. Als je dat niet doet, dan kun je het al bijna vergeten om te slagen.” Joke is het hier niet mee eens, maar hij klinkt zo vastberaden, dat het haar niet het moment lijkt om tegen te spreken. Ze vindt hem al bij al maar een intimiderende figuur. En toch voelt ze zich vreemd genoeg niet helemaal ongemakkelijk. Iets aan hem maakt dat ze hem wel vertrouwt. Ook al kijkt en klinkt hij best streng.
“Heb je gehoord wat ik zei?”
Geschrokken kijkt Joke op. Blijkbaar had hij het meteen doorgehad dat ze even met haar gedachten elders was.
“Eh, ik moet naar alle lessen gaan?” Het klinkt meer als een vraag dan als een antwoord.
“Klopt en nu ga ik je even een voorproefje geven van wat er gebeurt als je dat niet doet. Op die manier kun je kennis maken met mijn… methodes. Dan kun je beslissen of je nog een tweede afspraak wil maken of niet.”
Opnieuw die rare pauze voor het woord “methodes”. Joke is nu eigenlijk best benieuwd wat hij bedoelt.
Matthias staat op en loopt om het bureau heen. Hij gaat op de stoel naast haar zitten. “Wat er nu gaat gebeuren, is een voorproefje. Een waarschuwing zeg maar. Al kun je het ook als straf beschouwen omdat je er vorig semester zo’n potje van gemaakt hebt.”
Zijn woorden zijn nog niet helemaal tot Joke doorgedrongen – waarschuwing, straf, waar heeft hij het toch over? – als hij haar bij haar arm vastgrijpt en zo over zich heen trekt. Haar benen bungelen over zijn schoot, het bloed stroomt naar haar hoofd dat naar de grond wijst.
“Als je je niet aan de afspraken houdt,” zegt Matthias kalm, “dan beland je over mijn knie en dan krijg je een goed pak slaag.”
Intussen landt zijn rechterhand op haar linkerbil. En daarna op de rechterbil. De dunne stof van haar rok biedt haar niet veel bescherming. Bovendien heeft ze het gevoel dat het vrij minieme kledingstuk wat verder omhoog is gekropen dan wenselijk is, waardoor de aanzet naar haar billen vrij te zien moet zijn.
“Dit kun je niet maken!” roept Joke uit.
“Zeker wel”, zegt Matthias. “Dit is wat er gebeurt als je je onverantwoordelijk gedraagt door niet naar alle lessen te gaan. Dit is wat je nodig hebt, dit is wat je krijgt: gevolgen voor je daden, voor de keuzes die je maakt.”
Intussen slaat hij in een gestaag tempo verder. Haar billen beginnen lichtjes te gloeien. Joke probeert van zijn schoot af te glijden, maar Matthias klemt haar arm op haar rug en doet zijn linkerbeen over haar benen, waardoor ze geen kant op kan. Hij verhoogt het tempo en de intensiteit van de klappen die op haar billen neer regenen.
“Deze week ga jij naar alle lessen, is dat afgesproken?”
“Wat, maar…”
“Geen gemaar, jongedame. Jij gaat deze week naar alle lessen. Is. Dat. Afgesproken?” De laatste drie woorden worden begeleid door de hardste klappen tot nu toe.
“Auw! Ja, ja! Ik zal naar alle lessen gaan!”
Eindelijk laat hij haar los. Snel krabbelt ze overeind. Haar ademhaling gaat in horten en stoten. Haar haar hangt in wilde pieken om haar gezicht, maar ze is te druk bezig met over haar pijnlijke billen te wrijven om daar aandacht aan te besteden.
Matthias kijkt haar onverstoord aan terwijl hij weer in zijn bureaustoel gaat zitten.
“Zo, nu weet je wat ik bedoel, hoe ik te werk ga. Zoals ik daarnet al zei: het is aan jou of je nog een tweede afspraak wilt maken of niet. Je hebt mijn telefoonnummer.”
Joke knikt, helemaal in de war door wat haar net overkomen is.
“Dan mag je nu gaan.” Matthias wijst naar de deur. “En naar al je lessen gaan hoor,” knipoogt hij.