“Dus, hoe vind je zelf dat vandaag moet verlopen?” 

Shit, denk ik, ik heb een hekel aan deze vraag. Het antwoord weet ik heel goed, ik wil het moeilijk hebben, al dagen ben ik ontevreden met mezelf en voel ik die behoefte voor een ontlading, maar om er dan om te vragen, dat is toch een partij moeilijk.

“Nou?” Hoor ik hem vragen, en hij kijkt me doordringend aan. 

Ik laat mijn hoofd zakken en mompel dat hij best weet dat erom vragen heel moeilijk is voor mij. “Dat maakt mij niet uit,” zegt hij standvastig, “ik wil het je horen zeggen.” 

Ik hou me maar stil, in de stiekeme hoop dat dat iets bij hem losmaakt waardoor hij me toch wel over zijn knie trekt. Even denk ik te hebben gewonnen, hij staat op en zet zijn stoel pontificaal in het midden van de kamer neer en hij komt vervolgens voor me staan. Dan doet hij iets wat ik niet verwacht, hij pakt me bij mijn oor en trekt me richting de hoek. “Ga hier maar even nadenken over mijn vraag, als ik je zo bij me roep verwacht ik een duidelijk antwoord.” 

Daar sta ik dan, in de hoek. Ik voel dat ik gefrustreerd begin te raken. Hij kent mij zo goed, hij weet toch wat ik wil? Wat ik nodig heb? Hij had me zelfs via de telefoon beloofd het te geven vandaag. Waarom moet ik het nou nog uitspreken? 

Achter me hoor ik gerommel en ik waag het erop even te spieken. Al snel draai ik mijn hoofd weer terug, de tafel ligt vol met instrumenten die ik maar al te goed ken, instrumenten waarvan ik weet dat ze echt flink zeer doen. Dan hoor ik niks meer en weet ik dat hij op de stoel zit en me innig aan het bekijken is. Ik voel m’n wangen warm worden en begin met mijn handen te friemelen, ik voel me klein en machteloos tegenover hem.

“Kom maar even hier voor me staan meisje.” 

Langzaam draai ik me om en loop ik naar hem toe. Hij zet me tussen zijn benen neer en kijkt me vragend aan. “Nou? Je hebt een kwartier de tijd gehad om na te denken, dus ik verwacht dat je nu wel een antwoord voor me hebt.” Ondertussen heeft hij mijn hand gepakt en knijpt hij er even in, een kleine geruststelling. 

Heel zacht, met mijn ogen naar een punt op de muur gericht stamel ik: “Ik wil billenkoek, meneer”. “Ja meisje, zover was ik. Maar jij weet heel goed dat dat niet is wat ik wil weten. Dus, en nu duidelijk uitgesproken, hoe moet vandaag lopen?” 

Ik slik, hij weet precies goed in mijn hoofd te kruipen. “Ik wil het graag moeilijk hebben, ik heb die ontlading nodig… Alsjeblieft.” Spreek ik deze keer duidelijk uit. Weer voel ik een geruststellend kneepje in mijn hand. “Heel goed meisje, was dat nou zo moeilijk?” Nog voordat ik een antwoord kan geven trekt hij me over de knie en voel ik de eerste klappen op mijn jurk vallen. Hij houdt zich nog in, maar ik weet maar al te goed dat een rustige opwarming als deze betekent dat we lang en hard doorgaan. Na een tijdje trekt hij mijn jurk omhoog en slaat hij verder. Ik kronkel wat, die klappen komen nu wel veel harder aan. 

“Blijf jij eens heel snel stil liggen jongedame, dit is nog niks.” Spreekt hij streng uit, en om dit te benadrukken slaat hij me een paar keer op volle kracht. “Auw!” Kerm ik uit terwijl ik mijn hand naar achter rijk in een tevergeefse poging mijn arme billen te beschermen. Hij ziet dit meteen en houdt ze stevig vast, terwijl hij met zijn vrije hand naar de pollepel grijpt. Al snel voel ik de gemene tikken van de lepel over mijn billen en bovenbenen vallen, maar net als ik het uit wil roepen verminderd hij het tempo om me even op adem te laten komen. Dit is helaas van korte duur en al snel voel ik de lepel in een hoger tempo harder neerkomen. Mijn hand trek ik los om in mijn vinger te bijten ter afleiding. Man man, wat doet dit pijn. Na nog een paar harde klappen wordt de lepel weggelegd en voel ik zijn handen over mijn billen wrijven. 

“Zo,” hoor ik hem zeggen, “ik denk dat dat genoeg opwarming is.” Ik vlieg omhoog. “Opwarming?” Vraag ik verontwaardigd, “weet je wel hoe veel pijn je me al doet?” “Zeker weet ik dat, maar jij zei zelf dat je het moeilijk wilde hebben.” En met dat hij de laatste woorden uitspreekt begint hij weer met slaan, ditmaal met zijn zware badborstel. Al gauw voel ik de tranen prikken, maar het lukt me niet te laten gaan. Wes merkt dit meteen en spreekt me tussen de klappen door toe. “Laat maar gaan meisje, het is goed, je hoeft je bij mij niet groot te houden.” Na nog een paar harde tikken precies op het midden van mijn billen beginnen de tranen te lopen en vermindert hij de intensiteit van de klappen. Hij laat me even snikken met zijn hand aaiend over mijn rug. “Kom maar rustig overeind,” zegt hij, en onhandig klim ik van zijn schoot af. We knuffelen tot ik gekalmeerd ben en zegt vervolgens dat ik nog even het mijn neus in de hoek mag staan. Hij moet de verbazing in mijn gezicht hebben gezien want hij legt gelijk uit dat we nog niet klaar zijn, dat hij merkt dat ik nog meer nodig heb. Ik wil het niet toegeven want ik heb al het gevoel dat mijn achterste in brand staat maar hij heeft gelijk. Als ik met mijn neus tegen de muur sta trekt hij ook mijn onderbroek nog naar beneden. Ik voel me heel klein, met betraande wangen, rode billen en mijn ondergoed op mijn enkels, en ik voel de verandering in mijn hoofd. Die ontlading waar ik zo naar verlangde begint rustig te komen.

Geef een reactie