Sannes langste dag (3)

Het is nog lekker zwoel buiten als Sanne het plein oversteekt naar het kantoor van de directeur. Ze is bijna vergeten wat voor een rotdag dit was. Eenmaal binnen klopt ze op de deur. “Binnen,” klinkt het direct. Ze opent de deur en stapt naar binnen. Daar zit de grote baas van dit circus. Een lange man, met een natuurlijke uitstraling van zowel rust als overwicht. Hij kan goed luisteren, had ze gemerkt, maar ook gemeen hard slaan. “Sanne, ga zitten,” zegt hij, zonder op te kijken van zijn papieren. Sanne neemt plaats in een plastic stoel voor zijn grote houten bureau. Zijn bureaustoel staat net 20 cm hoger, had ze bij eerdere bezoeken al gemerkt, zodat hij altijd op je neerkijkt. Een slim trucje, zeker bij de wat agressievere jongens en meisjes in dit kamp.

“Sanne, vertel eens over afgelopen week,” trapt hij af. Sanne begint te vertellen over haar week, de lessen die ze gevolgd heeft en de dingen die ze geleerd heeft, of zou hebben. Met enige aarzeling vertelt ze ook dat vandaag niet zo goed was gegaan. Waarschijnlijk heeft hij nog niet alles gehoord, maar anders kon het gesprek van de week erop wel eens lastig worden. “Hmm, nou dat klinkt alsof het goed gaat, he,” valt de directeur haar op het eind in de rede. Sanne knikt. “Toch is er iets waar ik het met je over wil hebben. Vanuit het dorp hoorde ik klachten dat je abonnementen voor telefoons aan het verkopen was. Klopt dat verhaal?”

Ze denkt razendsnel na. Gaat ze voor ontkennen? Zegt ze dat ze onder druk stond om dit te doen? Biecht ze alles op? Ze besluit voor de eerste optie te gaan. “Hè, nee, dat was ik niet. Ik ga wel elke dag het dorp in hoor, maar ik ga langs bij de ouderen. Ze zijn soms zo eenzaam he.” Ze ziet hoe de directeur opgelucht ademhaalt. “Nou, dat is fijn om te horen, ik was even bang dat je niet zo snel vooruit was gegaan als dat ik gehoopt had. Dan zijn we hier wel klaar denk ik voor deze week.” Sanne staat op. Daar is ze nog goed vanaf gekomen! Ze draait zich om en hoort de directeur weer. “Wacht, nog een klein dingetje. Wil je even met me meekijken op het scherm?” Ze loopt om het bureau en kijkt mee. Ze ziet een hoop schermen openstaan, met Excelformulieren. “Misschien kun jij zeggen wat hier aan de hand is,” vraagt de directeur haar. “Waar kijk ik naar, klopt een van de formules niet?” Dan wordt ze plotseling lijkbleek. Dit zijn haar formulieren! Hij heeft haar complete administratie, van alle wurgcontracten die ze de afgelopen weken heeft afgesloten! Met een bang gezicht kijkt ze opzij, recht in het nu wel heel strenge gezicht van de directeur. Die staat op en torent een flink stuk boven haar uit. Als een hertje in de koplampen blijft Sanne stokstijf staan.

“De afgelopen weken heb jij mooi weer gespeeld en gedaan alsof je herboren bent, maar al die tijd heb jij besteed aan het oplichten van onschuldige mensen, met je vlotte praatjes en je onschuldige blik. Maar ik heb je door, dame! Er zal iets serieus bij jou moeten veranderen wil jij nog op een nuttige manier bijdragen aan deze maatschappij. Mijn taak is om voor die verandering te zorgen. Meiden zoals jij zijn mijn specialiteit. Alle gedachten dat je mij kunt inpalmen of kunt bedwingen kun je wel vergeten. Je kunt buigen, of ik zal je breken. Hoe dan ook ga je niet zo verder. Je zult leren hoe het is om op een juiste manier met je medemensen om te gaan, en dat leerproces begint nu.” Met die woorden draait hij zich om naar de muur. Daaraan hangen drie houten paddles. Hij kiest de grootste en haalt deze van het haakje.

“Naar de andere kant van het bureau en er overheen buigen,” commandeert hij. Met lood in haar schoenen volgt ze het commando op. Ze voelt hoe haar jurk weer op rug gelegd wordt. Deze keer glijdt de stof direct naar beneden. “Dat wordt niks, uittrekken!” Heel langzaam trekt Sanne haar jurk uit en legt deze over de plastic stoel. Dan buigt ze weer voorover. Ze voelt hoe haar onderbroek tot op haar enkels getrokken wordt. “Je benen een stap uit elkaar en handen aan de rand van het bureau. Je krijgt twaalf klappen. Als je loslaat, telt de klap niet mee. Als je vloekt, telt de klap niet mee. Heb je dat begrepen?” “Ja meneer,” zegt ze heel zachtjes. Ze voelt zich heel klein, veel kleiner dan de vorige keren dat ze hier was en kleiner dan toen ze werd veroordeeld. Ze voelt het hout zachtjes op haar billen rusten. Dan wordt de paddle opgetild, met een zoef terug naar beneden gebracht en voelt ze een explosie in haar zitvlak, erger dan ze ooit heeft gevoeld. Direct springt ze met een schreeuw overeind en begint als een bezetene te wrijven. De directeur kijkt haar onbewogen aan. “Ik meende wat ik zei. Ik ga jou niet de show laten runnen. Voorover, bureau vasthouden, we zijn nog bij nul.”

Heel langzaam buigt Sanne weer in positie. Eigenlijk is nog niets van de pijn verdwenen, wanneer het ritueel van de eerste slag weer van voor af aan begint. Bij de tweede slag weet ze met veel moeite het bureau vast te houden. Met een plof laat ze haar adem ontsnappen. “Dat was dus een,” stelt de directeur koeltjes vast. Ook bij de volgende klappen gebruikt ze haar ademhaling om de pijn op te vangen. Tussendoor hijgt ze en schudt ze met haar billen heen en weer, voor zover haar positie dat toelaat, in een poging het hellevuur uit te bannen. Ze merkt dat haar rechterbil zo mogelijk nog meer pijn doet dan de linker. Blijkbaar is ze niet de enige die dat in de gaten heeft, want nummer zes en zeven landen alleen op haar linkerhelft. Daarna is de pijn gelijkmatiger verdeeld, hoewel dat geen enkele troost biedt. Nummer acht, flits, pijn. Alleen het gevoel in haar billen bestaat nog, voor de rest is er niets. Dan komt ze weer langzaam terug op aarde, tot de volgende slag landt en alles weer pijn is.

Nog vier klappen bedenkt Sanne. Nog vier, nog een dan nog maar drie, nog twee en dan zijn we op de helft van dit stukje, nog drie en ik hoef er nog maar een. Dan landt de volgende. Deze is anders dan de vorige, deze komt van onder en raakt haar hard onder beide billen, zodat ze omhoog en naar voren wordt gedrukt tegen de rand van het bureau. Ze staat op haar tenen en komt dan hard op haar hakken naar beneden. “Fuck fuck fuck!” schreeuwt ze uit. “Die doen we opnieuw,” klinkt het laconiek. Nu springen de tranen in haar ogen. De pijn is alleen maar erger geworden en ze is niks dichterbij gekomen. Bij de volgende klap is haar verzet gebroken. Haar bovenlichaam ontspant en ze ligt verslagen over het bureau. De tranen stromen over haar wangen. De laatste drie klappen zijn hard, maar ze reageert nauwelijks meer. Ze hoort ook niet hoe de paddle op het bureau wordt gelegd. “Overeind komen en aankleden,” registreert ze wel achter in haar hoofd, maar het duurt even voor ze reageert. Dan trekt ze haar onderbroek op over haar opgezette billen en trekt ze haar jurk weer aan.

“Ik hoop dat je hier van leert, jongedame. In elk geval ga je vanaf morgen alle mensen langs om de contracten te laten ontbinden en je excuses aan te bieden, is dat duidelijk?” Sanne knikt, praten lukt nog niet. “Verder wil ik jou morgen weer zien, en dan gaan we samen kijken hoe het hier verder moet. Volgens mij ben je een slimme dame, en is het zonde dat je je tijd met dit soort zaken verdoet. Ook helder?” Opnieuw knikt ze. “Dan is het voor jou tijd om naar je kamer te gaan en te gaan slapen, over een half uur gaan de deuren dicht. Ik zie je morgen.” Woordeloos loopt Sanne het kantoor uit, op weg naar haar kamer. Ze loopt stijfjes en ze grijpt aan de zijkant de stof van haar jurk vast om zoveel mogelijk het contact met haar billen te voorkomen. Op haar kamer aangekomen trekt ze direct haar kleren uit. In de spiegel ziet ze het slagveld. De streepjes van vanmorgen zijn zo goed als verdwenen, maar daar vallen haar ogen niet op. Enorme dieprode vlekken staan op beide billen, met een grote ovale, bijna grijze plek aan de rechterkant en een kleinere, soortgelijke vlek op de linkerbil. Voorzichtig voelt ze eraan. Het is heel gevoelig en ze krimpt ineen. Nogmaals legt ze haar hand erop, nu nog iets voorzichtiger. Het is bijna alsof ze haar hartslag in haar achterste kan voelen.

Dan denkt ze aan Nadine en haar tip van vanmiddag. Ze grijpt in de zak van haar jurk en haalt het bakje met boter tevoorschijn. Voorzichtig gaat ze op bed liggen en trekt haar knieën naar haar borst. Met haar vrije hand doopt ze haar vingers in de boter en begint langzaam te smeren. Hoewel de pijn intens blijft, vindt er wel een zekere koeling plaats, waardoor het gevoel langzaam wat draagbaarder wordt. Tenminste, zolang ze geen druk uitoefent, merkt ze als ze op haar andere zij gaat liggen. Ook deze kant smeert ze zorgvuldig in, met een extra laag over de pijnlijke plekken waar ze zit. Langzaam maar zeker verandert de pijn in een gloed, die op zekere hoogte te hebben is. Ze is uitgeput, merkt ze. Langzaam valt ze in slaap.

Sannes langste dag (2)

Chagrijnig loopt Sanne door de poort naar buiten. Ze loopt langs de krantenkiosk de wijk in. Ze heeft ‘t gevoel dat iedereen haar nastaart, vooral de mannen, en dat iedereen de streepjes op haar benen kan zien. Stom ook, ze had voorzichtiger moeten zijn, dan had ze nu nog fruit gehad en niet dat akelige gevoel van achteren. Haar humeur heeft ook effect op haar zaken. Het sexy, onschuldige meisje uithangen zit er niet helemaal in en ook haar babbel is niet zo vlot als die kan zijn. Er zijn wel een paar mensen die zich laten verleiden tot een onnodig en uiteindelijk duur abonnement, maar ook wel heel veel afwijzingen. Vermoeid van alle afwijzingen, het vele lopen en het verwerken van haar pak slaag besluit ze om 12 uur in het dorp te gaan lunchen.

In een klein eetcafé bestelt ze een omelet. Ze gaat op een bankje zitten in een hoekje van het café, ver van de andere eters. Ze merkt dat een jongen van haar leeftijd naar haar kijkt. Als ze terugkijkt, zwaait hij naar haar Op zich ziet hij er wel leuk uit, met zijn zwarte haar en zo te zien lange en gespierde lichaam, maar hij ziet er ook wel sullig uit. Sowieso zijn al die dorpelingen echt een beetje achterlijk. Snel pakt ze het menu en begint alles uiterst aandachtig door te lezen. Helaas laat de jongen zich niet ontmoedigen door het gebrek aan aandacht. Hij gaat zelfs op de bank tegenover haar zitten. “Hoi, ik ben Daan,” zegt hij enthousiast en hij steekt zijn hand uit. “Sanne,” zegt ze beleefd, maar enigszins kortaf als ze de hand aanneemt. “Leuk je te ontmoeten, Sanne. Ik zie je wel eens door het dorp lopen. Je verblijft in het kamp toch? Mag ik vragen hoe je daar terecht gekomen bent?” Eigenlijk niet, denkt ze, maar ze geeft hem antwoord. Daarna begint hij allerlei vragen te stellen, over hoe ze de handel precies aanpakte, of ze geen spijt heeft, bla bla.

Normaal gesproken was het geen probleem geweest om hier goed mee om te gaan, maar de waardeloze ochtend die ze had gehad en het branderige gevoel in haar billen en benen, zelfs op deze zachte bankjes, zorgden ervoor dat ze heftiger reageert dan ze wil. “Daan, Daan was het toch he? Ik zou het heel erg op prijs stellen als je weg zou gaan zodat ik in rust mijn omelet op kon eten. Zou je weg willen gaan?” Enigszins beledigd kijkt hij terug. “Ik stel teveel vragen he?” probeert hij nog. Sanne houdt zich niet meer in. “Nee, ik vind je gewoon een beetje een creep, net als die gekke dorpsgenoten van je. Laat me met rust!”

“Sanne Jacobs!” hoort ze van een tafel rechts naast haar. Ze kijkt opzij. Nee! Ze heeft weer niet opgelet en nu blijkt er een undercover bewaker uit het kamp naast haar te zitten. Hij staat op en slaat zijn armen over elkaar. “Volgens mij zijn er afspraken over hoe we ons gedragen als we het dorp ingaan, en deze toon staat duidelijk niet in die afspraken. Meekomen jij.” Met één beweging trekt hij haar aan haar bovenarm omhoog en door de zaal. Spottend wordt ze door de andere gasten nagekeken tot ze in de keuken aankomt. “Handen op het aanrecht en bukken,” beveelt de bewaker. In een ooghoek ziet ze hoe hij een flinke pollepel van de muur haalt. Achter hem doet een aantal koks alsof ze hard aan het werk zijn, terwijl ze stiekem naar het beginnende spektakel proberen te kijken. Weer wordt haar jurk omhoog geslagen. “Zo zo, niet de eerste keer vandaag zo te zien. In dat geval…” Met die woorden trekt hij haar ondergoed tot haar knieën naar beneden. Dan begint hij te slaan. Ze voelt direct de harde klappen op haar billen, in een moordend tempo aangebracht. Ze draait met haar heupen en gaat op een been staan om aan de pijn te ontsnappen. “Niks ervan!” zegt de bewaker en hij pakt haar vast in haar zij. Ze gilt het uit van de pijn. “Ga je je gedragen?!” vraagt de bewaker “Ja, ja, het spijt me, au, stop!” gilt ze terug. “Niks van, ik wil zeker weten dat dit de laatste keer is.” Met die woorden haalt hij nog een paar keer hard uit. Sanne haalt de hoogste noten in een poging de pijn weg te schreeuwen. Dan is ‘t gelukkig klaar. “En nu je excuses maken tegen die jongen!” hoort ze, terwijl ze nog staat uit te hijgen. Ze trekt haar ondergoed weer op, waarbij ze voelt dat haar billen een stuk gezwollen zijn. Met tranen in haar ogen loopt ze het café weer binnen. Ze kijkt zoveel mogelijk naar de grond, maar ze weer zeker dat iedereen naar haar staart. “Het spijt me Daan, ik had niet zo lullig mogen doen,” mompelt ze. “Nou, matig geluidsniveau maar het kan ermee door,” zegt de bewaker. “Kom maar met mij mee, dan gaan we terug naar het kamp.”

Zwijgend zit ze in het busje. Bij elke drempel voelt ze de pijn in haar billen weer hevig terugkomen. Ze heeft ‘t idee dat hij er expres zo hard overheen rijdt, maar ze besluit niks te zeggen. Wie weet wat die engerd dan nog met haar gaat doen! Gelukkig is het ritje naar het kamp niet heel lang. Nadat ze is uitgestapt, staart ze het busje nog boos na. Met een zucht besluit ze maar naar de bibliotheek te gaan. Daar zijn computers waarop ze haar illegale praktijken kan bijhouden. In lange spreadsheets noteert ze waar ze geweest is, welke huizen nog een keer bezocht kunnen worden omdat er niemand thuis was, en wat de reacties waren bij de huizen waar iemand had opengedaan. Ze noteert de geschatte leeftijd, het geslacht, haar inschatting van het etnisch profiel, allemaal om een schets te krijgen van het ideale slachtoffer.

Met een enigszins hersteld humeur slaat ze haar bestand op en sluit de computer af. Het is tijd om naar haar verplichte sporttijd te gaan. Alle jongens en meisjes waren ingedeeld in groepen met een vaste tijd op de dag. Daar kregen ze nog ouderwets sportles van een leraar met een fluitje, een iets te korte broek en een veel te strak shirt voor het lichaam dat misschien ooit strak was geweest, maar nu vooral moest zwoegen onder de extra kilo’s die komen bij het bereiken van de middelbare leeftijd. De gymles is bedoeld om saamhorigheid en discipline bij te brengen, en te zorgen voor een gezonde geest in een gezond lichaam. Verder lijkt het voor enkele leraren ook een uitstekende kans om naar mooie vrouwenlichamen te kijken en excuses te zoeken om onderdelen daarvan ook hardhandig te bewerken, maar Sanne is tot nu toe altijd ontsnapt aan die aandacht. Dat heeft er vast mee te maken dat ze hier niet op de achtergrond blijft, maar vrij fanatiek is. De meisjes die achteraan lopen, krijgen er regelmatig van langs, maar zij die hun best doen worden nog aardig gespaard.

Sanne kleedt zich om, zonder te praten met de andere dames in de kleedkamer. Ze vouwt haar jurk op en legt deze in de locker. “Wow, jou hebben ze goed te pakken gehad!” hoort ze achter zich. Ze draait zich half om en ziet een medegevangene naar haar kont staren. Ze kijkt naar beneden en ziet een stukje van de rode contouren en de dunne vage streepjes op haar been. Ze haalt haar schouders op. “Mwa, viel mee” zegt ze stoer. “Bij mij zie je het niet zo snel” lacht het meisje. Ze draait zich om, trekt haar ondergoed een stukje naar beneden en laat haar billen zien. Op die donkere huid zie je inderdaad niet zoveel rood, maar wel enkele donkergekleurde strepen. “Nee, maar je voelt ‘t vast wel!” zegt Sanne. Het meisje pruilt even en begint dan te lachen. “Helaas wel. Dit was voor het uitschelden van een van de bewakers. Wat heb jij gedaan?” Sanne denkt even na en besluit min of meer eerlijk te zijn. “Ik wilde wat fruit en dat mocht niet, en ik mocht ook geen lastige dorpelingen afwijzen, blijkbaar.” “Blijkbaar,” beaamt het meisje. “Nadine,” stelt ze zich voor. “Sanne,” antwoordt Sanne. Ze kleden zich verder aan en lopen samen de sportzaal in.

Na het inlopen staan er al twee lotgenoten tegen de muur voor een portie met de slipper. Sanne niet, want die weet wel dat ze voorop moet blijven lopen. Tijdens de turnoefeningen ziet ze hoe drie meisjes in handstand tegen de muur worden gezet en worden geslagen omdat ze teveel met elkaar aan het giechelen waren. Op het eind wordt er trefbal gespeeld. Stiekem vindt ze dat wel leuk. Hier kan ze haar agressie kwijt zonder dat het problemen oplevert. Tijdens het spel gooit ze de ene na de andere tegenstander uit. Er zijn nog maar twee dames over aan de overkant, maar zij is alleen. Met een katachtige sprong weet ze een bal te vangen. In een beweging stapt ze door en gooit de bal hard tegen een van haar tegenstanders. Een tegen een! Ze ziet hoe de bal naar de zijkant rolt, naar een paar leraren die met elkaar aan het kletsen zijn. Ze kijkt de bal na en ziet tot haar schrik dat er een andere bal keihard tegen het hoofd van de dikste leraar wordt gegooid. Ze kijkt verschrikt terwijl de leraar zich naar haar omdraait.

“Jij! Waarom gooide jij die bal naar mijn hoofd!” schreeuwt de leraar terwijl hij met een priemende vinger naar haar wijst. “Ik, ik was het niet,” stamelt ze. “Smoesjes jongedame, en aan je benen te zien misdraag je je wel vaker. Misschien dat ik wel voor beter gedrag kan zorgen. Naar de kant, handen tegen de muur!” Ze probeert het nog een keer. “Ik was het echt niet, ik gooide de bal tegen haar aan!” Ze wijst naar haar tegenstandster. “Ik heb genoeg van jouw gesputter, meewerken of je kunt je melden bij de directeur,” dreunt de leraar. Met een misselijk gevoel loopt ze naar de kant. Drie keer op een dag! En deze keer kon ze er echt niets aan doen. Ze neemt de positie aan die haar is opgedragen. De leraar gaat achter haar staan en trekt met een lompe beweging haar sportbroekje en ondergoed tot halverwege haar dijen. Dan slaat hij haar hard met de gymschoen die speciaal voor dit doeleinde wordt gehanteerd door de leraren. Het nare gevoel in haar billen, dat langzaam was gaan liggen na haar aanvaring bij de lunch, komt onmiddellijk weer terug. Ze probeert nog stil te blijven, maar de afgemeten klappen die op volle kracht worden uitgedeeld maken dat onmogelijk. Ze schreeuwt het uit van de pijn. Alles voelt witheet en ze knijpt haar ogen hard dicht in een poging aan de werkelijkheid te ontsnappen. Na 25 klappen is het eindelijk voorbij. Gelukkig is dit ook het einde van de les, zodat niet met haar beurse billen nog verder moet sporten.

Onder de douche na de les voelt ze hoe de hoe de warme druppels over haar rug naar beneden lopen. Daar aangekomen voelen ze al gauw te heet. Snel smeert ze wat water onder haar oksels en zet de kraan koud. Ze draait zich zo dat haar billen recht onder de koude straal staan. Eindelijk wat verlichting. Het kan haar niet schelen wat de andere meiden denken. Gelukkig is ze zeker niet de enige die ervan langs heeft gekregen, en de rest heeft geleerd dat leedvermaak hier vaak maar heel even leuk blijft. Met tegenzin gaat ze na vijf minuten onder de douche vandaan. Als ze niet weg zijn voor de volgende groep arriveert, is dat een nieuwe reden voor straf. Als ze haastig haar kleren aantrekt, ziet ze dat Nadine nog bij de deurpost staat. “Heb je iemand om mee te eten?” vraagt ze. Sanne twijfelt even. Ze eet vaak alleen, maar ze kan nu wel wat afleiding van dat akelige gevoel gebruiken. Samen lopen ze richting de eetzaal.

Nadine begint direct te kletsen over haar verblijf tot nu toe, wat ze gedaan heeft om hier te komen en uiteraard, het favoriete onderwerp van alle gevangen, hoe verschrikkelijk het er is. Tot nu toe heeft Sanne nog niet veel contact gemaakt, maar het vrolijke gekletst van Nadine werkt aanstekelijk. Daarnaast is het wel fijn dat iemand even het gesprek maakt in plaats van dat ze alleen in een hoekje gaat zitten, omdat ze wel wat afleiding van haar zeurende achterwerk kan gebruiken na deze zware dag. Om 6 uur sluiten ze samen aan in de rij voor de chili. Met een grote lepel worden ze om de beurt opgediend. Daarna zitten ze met lange tanden aan hun eten. Chili is zeker niet de beste maaltijd die hier wordt geserveerd.

“Ik heb nog wel een gouden tip voor je,” zegt Nadine tijdens de vanillevla die ze als toetje hebben gekregen. “Dit kun je zeker wel gebruiken vandaag.” Ze haalt een potje met crème tevoorschijn. “Wat is dat?” vraag Sanne nieuwsgierig. “Dit is sheaboter. Het is enorm hydraterend en werkt tegen rimpels, maar daarvoor zijn we misschien nog wat jong. Belangrijker is dat als je dit op je billen smeert, ze lekker afkoelen en sneller herstellen. Volgens mij kun je dat na vandaag wel gebruiken,” zegt Nadine met een lachje. Sanne kan er inmiddels ook wel weer om lachen, een klein beetje. “Ja, vandaag was een dag om gauw te vergeten. Mag ik wat van je lenen?” “Tuurlijk!” zegt Nadine, en ze likt het bakje vla schoon om vervolgens er met haar vingers wat crème in te doen. Vervolgens vouwt ze de aluminiumfolie weer dicht. “Hopelijk kun je het zo goed bewaren, maar iets beters heb ik niet.”

Ze tafelen nog even na, tot Sanne aangeeft dat ze door moet. “Vanavond heb ik mijn wekelijkse afspraak met de directeur” kondigt ze aan. “Oei, moet je je zorgen maken na vandaag?” zegt Nadine verschrikt. “Neuh, dat zal wel meevallen. Over het algemeen heb ik me gedeisd gehouden en als ik me een beetje berouwvol opstel over vandaag, denk ik niet dat er nog straf bij gaat komen. Ik denk dat ik hem inmiddels wel redelijk heb overtuigd van mijn inzet om mijn leven te beteren.” Bij de laatste zin trekt ze een engelachtig gezicht en weet Nadine aan het lachen te maken. “Nou, veel succes dan en fijne avond. Misschien tot morgen?” “Ja, misschien wel, en fijne avond!”

Sannes langste dag (1)

Stipt om 7 uur ’s ochtends gaat Sannes wekker. Het ouderwetse ding dat ze gebruikt omdat haar telefoon is afgenomen, begint onmiddellijk een oud deuntje te spelen. Ze kent het wel ergens van. Ze gaat rechtop zitten, wrijft de slaap uit haar ogen en zingt mee met de paar regels refrein die ze kent. “I got you babe.” Dan stapt ze in haar slippers en loopt naar de oude, houten kleerkast. Ze bekijkt zich eens goed in de spiegel. Haar lange kastagnebruine haar zit behoorlijk in de war. Daar moet ze straks even met een borstel doorheen. Ze maakt de knoopjes van haar pyjama een voor een los. Daaronder komt een welgevormd lichaam tevoorschijn, niet slank maar ook niet dik. Ze pakt een bh die ze de vorige dag over de deur van de kledingkast heeft gehangen. Ze had geluk, vond ze zelf, dat ze al vroeg een mooi stel had gekregen. Belangrijker, ze wist ook hoe ze ze in kon zetten. Ze had menig man al het hoofd op hol weten te krijgen. Zo wist ze overal mee weg te komen. Nou ja, tot voor kort dan toch.

Ze trekt haar pyjamabroek uit en schopt deze aan de kant. Even draait ze met haar heupen voor de spiegel. Voor die paar mannen die niet overtuigd zijn wanneer ze even voorover buigt om ze een blik op haar decolleté te gunnen, is een kleine show met haar billen de druppel om hen naar haar pijpen te laten dansen. Ze heeft een mooie kont, met een flinke ronding boven een stel volle dijbenen. Om te stellen dat elke latina jaloers zou zijn, is misschien overdreven, maar klachten zouden ze niet hebben. Uit de kast pakt ze een vrij kort, zwart jurkje en trekt dit aan. Een panty hoeft ze niet aan. Het is veel te warm en bovendien zijn ze onmogelijk over haar enkelband te krijgen. Fluitend loopt ze naar haar nachtkastje en pakt haar haarborstel. Terwijl ze naar beneden loopt, begint ze haar lange haar te kammen.

Beneden loopt ze de eetzaal binnen. ‘Dinsdag: chili con carne’ staat op het krijtbord met het dagmenu. “Ugh, inspiratieloos” zegt ze binnensmonds. Ze pakt een dienblad van de stapel en begint haar ontbijt bij elkaar te pakken. Liefst eet ze elke dag hetzelfde. Een bakje yoghurt met wat druiven, walnoten en havervlokken met daarbij een glas sinaasappelsap. Bij de kassa wordt ze vrolijk gegroet door de dame die haar bediening aanslaat. De vrolijke “goedemorgen” wordt door Sanne niet beantwoordt. Zoals elke dag eigenlijk. Alleen maar irritant dat ze het überhaupt blijft proberen, denkt Sanne. Tenminste, als het dezelfde vrouw is. Ze heeft niet genoeg opgelet om daar zeker van te zijn. Ze houdt haar cliëntenpas voor de scanner en loopt zonder verder contact door. Met haar dienblad loopt ze naar een klein tafeltje in de hoek en begint haar ontbijt op te eten. Haar blik houdt alle andere jongeren in de ruimte op grote afstand.

Vrienden hoeft ze niet te maken. Liefst is ze hier zo snel mogelijk weg. Dat betekent lieftallig glimlachen naar de leiding en verder zo min mogelijk contact met leeftijdsgenoten. In principe kan ze hier dan binnen een paar maanden weer naar buiten wandelen en verdergaan met haar leven. Het was de bedoeling dat ze hier wat zou leren, had de rechter gezegd, maar dat had ze direct al gedaan: eenmaal buiten moest ze haar zaken gewoon wat beter verbergen, vooral voor haar ouders. Drie maanden terug woonde ze nog bij hen op zolder en wisten zij niets van de handel in illegale elektronica die ze runde. Het grootste deel was ook makkelijk te verbergen geweest. Door haar lichaam in te zetten wist ze genoeg domme mannen voor haar karretje te spannen om het zware werk te doen. Op een avond had ze echter haar administratie open laten staan toen ze naar school ging. Haar bemoeizuchtige moeder had tijdens het schoonmaken op haar computer lopen neuzen en toen ze thuiskwam, stonden haar ouders al met een medewerker van de plaatselijke rechtbank op haar te wachten. Met welgetimede huilbuien wist ze de straf te minimaliseren, maar het lukte haar niet om alles te laten verdwijnen. Daarom zat ze nu in deze minimum security-hel voor jongvolwassenen op het verkeerde pad.

Natuurlijk kan ze haar imperium niet zo lang negeren. Hier kan ze geen telefoons opslaan zonder op te vallen, maar in het dorp naast het kamp waar ze verblijft, wonen een hoop ouderen die goedgelovig genoeg zijn om fictieve abonnementen te nemen. Voor ze erachter komen dat de extra kosten de pan uit rijzen, is ze hier al lang vandaan. Daarnaast heeft ze de rol van dom, vrolijk meisje goed genoeg onder de knie om te zorgen dat niemand zou bedenken dat zij zelf de spin in het web is. Deze ochtend heeft ze ook weer tijd voor een rondje. In het dorp zijn ze gewend dat delinquenten aan de deur komen. Dat is onderdeel van het low-security-concept waar het kamp deel van uitmaakt. De gedachte is dat samenleven in de maatschappij een positief effect heeft op de rehabilitatie van de veroordeelden. Van dat vertrouwen weet ze goed misbruik te maken.

De andere helft van het concept is iets vervelender. Sinds enkele jaren mogen lijfstraffen namelijk weer ingezet worden. Anders gezegd: ze krijgt billenkoek als ze zich niet gedraagt. Gestraft als een klein meisje dat met een correctie op het rechte pad moet worden gebracht. De eerste dagen vond ze het moeilijk om niet uit haar vel te springen wanneer ze weer in een of andere zweverige les terecht was gekomen. Na een paar, achteraf gezien, kleinere botsingen met het kamppersoneel, werd ze gesommeerd zich bij de directeur van het kamp te melden. Hij deed zich voor als een vriendelijke man die het beste met haar voor heeft, maar de manier waarop hij haar zitvlak met een stuk hout had bewerkt nadat hij klaar was met zijn preek over oplichting buiten de muren en haar onveranderde gedrag daarbinnen, was alles behalve vriendelijk geweest. Sindsdien vloog ze onder de radar en had ze verdere straffen weten te vermijden. Maar schijn bedriegt: ze heeft niets geleerd, behalve dan misschien beter te verbergen wat ze doet.

Ze zet het dienblad met de lege bakjes en het gebruikte bestek in het rek. Een paar meter verderop ziet ze een medegevangene met zijn handen tegen de muur en zijn broek op zijn enkels. Met een leren paddle wordt duidelijk gemaakt dat gooien met het dienblad geen verstandige keus is. Sanne haalt haar neus op. Er zijn wel wat interessante, intelligente mannen, maar de meesten zijn slechts dommekrachten, bedoeld om het zware werk te doen en het nadenken aan anderen over te laten. Kijk nou, wat haalt zo’n kleine rebellie nu eigenlijk uit? Je kunt nergens heen, overal zijn wel gezagsdragers en je verliest altijd. Bizar dom, eigenlijk. Je moet gewoon zorgen dat je niet opvalt, dat is veel gemakkelijker.

Ze loopt de eetzaal uit en naar de uitgang van het kamp. Ze denkt na over hoe ze het dadelijk gaat aanpakken. Haar vlotte babbel heeft altijd wel veel succes, maar met haar haar draaien en op een lolly zuigen doet het ook altijd wel aardig. Alles hangt een beetje van de doelgroep af. Onderweg loopt ze naar het schuurtje bij de moestuin. Over haar schouder kijkend loopt ze naar de achterkant en lokt Jamie, die al naar haar toeloopt. “Alsjeblieft Sanne, ik heb weer aardbeien voor je klaargezet voor de daklozen in het dorp.” “Dankjewel!” Antwoordt ze met haar liefste glimlach. Dat ze zo elke dag gratis fruit heeft voor haar dag in het dorp, vertelt ze er niet bij. Ze pakt een aardbei en stopt deze in haar mond. Dan voelt ze plots een hand op haar schouder. “Dus jij zorgt ervoor dat hier elke dag de aardbeien verdwijnen met je smoesjes over daklozen, kleine dievegge!”

Ze draait zich om en kijkt recht in de ogen van een van de bewakers. Shit! Ok, damage control. “Het spijt me meneer, ik dacht dat het hier mocht.” Even ziet hij een blik van twijfel. Dan verharden zijn ogen. “Niks van! Je kunt die jongens wel om je vingers winden, maar mij niet. Blijf staan!” Ze ziet hoe hij wegloopt en met een heggenschaartje een tak afknipt. Met een paar handige bewegingen ontdoet hij de tak van blaadjes en zijtakjes. Hij zwiept een paar keer met de tak en kijkt tevreden naar de baan die het uiteinde beschrijft. “Voorover!” Commandeert hij, “Ik zal je leren misbruik te maken van onze jongens en om fruit te jatten.” Sanne gehoorzaamt. Dit is een verloren zaak. Haar streak van ongeschonden dagen komt ten einde. Hij voelt dat hij haar jurk dubbelvouwt op haar rug. Een klein beetje waardigheid blijft behouden, haar ondergoed wordt slechts strakgetrokken tussen haar billen. Ze voelt hoe hij de tak tegen haar billen houdt en dan neer laat zwiepen. Voordat ze de volledige, brandende pijn heeft geregistreerd, heeft hij nog eens geslagen. In een moordend tempo laat hij de tak op haar billen zwiepen. Ze wiebelt heen en weer en heeft moeite om te blijven staan. Langzaam gaat de pijn naar beneden, tot halverwege haar benen. Het schroeit verschrikkelijk en de tranen springen in haar ogen. Gelukkig is het voorbij nadat hij haar billen een tweede keer met een dozijn vlotte striemen heeft bezocht. Haar benen blijven deze keer gespaard. Ze mag weer overeind komen en begint als een bezetene haar billen te wrijven. Het helpt iets, maar niet zoveel als ze zou willen. “Bedankt meneer,” weet ze nog uit te brengen wanneer hij met zijn tweede preek klaar is, maar van binnen vervloekt ze deze bemoeial. Gelukkig is het buiten zonnig en is er nog genoeg tijd om van de dag te kunnen genieten.

De Barones (2)

Op deze specifieke ronde is er echter nog niets aan te merken geweest. De stallen waren helemaal spik en span. Het hooi was keurig opgestapeld, er was geen spatje modder te bekennen op de paarden, die ook nog eens allemaal een prachtig glanzende huid hadden. Met enige terughoudendheid moest ze haar staf complimenteren. Complimenten worden natuurlijk niet zomaar uitgedeeld, daarvan ga je te veel op je lauweren rusten. Soms zijn ze echter volledig verdiend, en dit was zo’n ochtend. In de keuken liep ook alles op rolletjes. De enige communicatie had te maken met het doorgeven van de gerechten, die vervolgens in een keurige looppas naar het volgende station werden gebracht. Elk spatje werd direct opgedoekt, elke gebruikte pan direct afgespoeld, elk bereid voedsel direct afgedekt en gecodeerd. Na ongeveer 15 minuten de gang van zaken te hebben geobserveerd, moest ze ook hier haar opperste waardering uitspreken.

Vele edele dames zouden dolgelukkig zijn met zo’n goedlopend huishouden. Hélène houdt er echter een knagend gevoel van irritatie aan over. Is ze haar scherpte soms verloren en zijn er allerlei verborgen gebreken die haar personeel handig voor haar verborgen hebben weten te houden? Is ze misschien te mild geworden en heeft ze te lage standaarden voor haar staf gezet? Dat zou verschrikkelijke gevolgen kunnen hebben! Vanmiddag zou niet alleen haar man terugkomen van een lange veldoefening en had ze haar vriendin de gravin uitgenodigd, er komt ook nog een hele delegatie aan hooggeboren vriendinnen van de gravin mee om te zien hoe haar huishouden reilt en zeilt. Ook hun echtgenoten zijn erbij, op wie ze een goede indruk moet achterlaten ter bevordering van de carrière van haar man. Ze hebben vast lovende verhalen gehoord over de gedisciplineerde samenwerking waardoor alles op rolletjes loopt. Als de gasten merken dat het eigenlijk een zooitje is, zullen ze haar zeker uitlachen en wordt ze nooit uitgenodigd voor het jaarlijkse soirée der gravinnen, een enorm opstapje voor een barones zoals zij. Hoe langer ze erover nadenkt, hoe zekerder ze wordt van haar zaak: ze is laks geweest, ze heeft haar oordeel laten vertroebelen en dat is de reden waarom ze nog niemand heeft bestraft deze ochtend. Maar zo kan het niet langer!

Als een roofdier op zoek naar een prooi beweegt ze zich door de slaapvertrekken. En warempel, bij de derde kinderkamer, als ze het niet dacht! Gerimpelde lakens in de hoek van het bed! Ze stormt de kamer uit en vindt tot haar geluk direct het verantwoordelijke kamermeisje, dat nog bezig is om de kar met vuil beddengoed in te laden. “Jij, kom eens kijken,” zegt ze streng. Het meisje schrikt op en loopt met lood in haar schoenen achter de barones aan. “Hier, kreukels, dat is onacceptabel, meisje! Over de knie met jou!” “Alstublieft mevrouw, het is maar een heel klein kreukje. Mag ik niet het bed opnieuw opmaken zodat u me niet hoeft te straffen?” smeekt het kamermeisje nog, maar de barones moet er niets van hebben. “Geen sprake van!” snuift ze, “er is maar 1 manier waarop jij leert. Vooruit, we hebben niet de hele dag!” Ze is intussen op een houten stoel gaan zitten en wenkt naar het meisje, dat aarzelend dichterbij komt. Binnen de reikwijdte van de armen van de barones gekomen wordt ze bij haar pols gepakt en met een klein gilletje ruw over de schoot getrokken. “Geen getreuzel had ik gezegd!” bijt de barones haar toe, terwijl ze de zwarte rok omhoog tilt en het ondergoed omlaag trekt. Twee blanke billen komen zo tevoorschijn. Door de jaren heen had ze heel wat achterwerken gezien en getuchtigd en had ze de vorm, kleur en zelfs consistentie ervan leren waarderen. Misschien was dit stel wat te mager naar de smaak van de barones, maar wel nog jong en soepel. Met haar linkerhand houdt ze het middel van het meisje vast, terwijl ze haar rechter hard op het zitvlak laat neerkomen. Dat proces herhaalt zich, waarbij elke klap een klein gilletje aan het kamermeisje ontlokt. Snel kleurt de nog weinig getrainde huid rood en niet veel later volgen de eerste traantjes. Wanneer ze een mooie, egaalrode kleur heeft bereikt is het genoeg geweest. Met een laatste reprimande herschikt ze de kleren en stuurt ze het meisje weg.

Het voldane gevoel over het herstel van de orde der dingen duurt niet lang en al snel begint het weer te kriebelen. Ze heeft een kamermeisje op haar plaats gezet, maar is dat voldoende voor de garantie op prestaties in het hele huishouden? Sterker, wie hebben straks het meest te maken met de gasten? De bedienden! Wil ze een succesvolle middag hebben, dan moet ze ervoor zorgen dat de bedienden in topvorm zijn. Ze sluipt door het huis in de hoop er een te vinden. Al snel vindt ze Kees, een ervaren bediende van midden de 20. Ze volgt hem een tijdje door het huis om te zien of er iets aan te merken is op zijn werk. Hoewel hij duidelijk zenuwachtig wordt van de stalkerige aandacht, valt er niets op zijn werk aan te merken. Teleurgesteld kan ze daar natuurlijk niet om zijn, dat is precies wat je wil op zo’n belangijke dag. Ze besluit op zoek te gaan naar Marijke, de jongste bediende met slechts 19 jaar. Ze heeft haar gisteren nog moeten bestraffen omdat ze belangrijke post van haar man niet met de juiste urgentie behandelde. Geheel logisch volgt er vandaag een controle of alles nu wel goed gaat.

Stilletjes loopt ze naar haar toe. Marijke lijkt geheel in gedachten verzonken bij het strijkwerk. Plots verstapt de barones zich, waardoor haar schoenen luid op de grond klakken. Verschrikt draait Marijke zich om en laat pardoes het gietijzeren strijkijzer op de grond vallen. “Marijke! Dat is een antieke houten vloer!” zegt de barones woedend. “Het spijt me mevrouw, u liet me schrikken,” verontschuldigt ze zich, maar Hélène wil er niets van weten. “Aan excuses heb ik niets. Vooruit, over de commode buigen!” beveelt ze. Marijke kijkt haar nog even smekend aan voor ze het bevel met neergeslagen ogen opvolgt. De barones tilt de rokken omhoog en pint deze vast op de rug met enkele spelden die ze speciaal voor dit doeleinde bij zich draagt. Daarna knoopt ze uiterst langzaam de directoire open, waarna een prachtig, welgevormd achterwerk wordt onthuld. Een achterwerk waar de strepen, rood en ook wat gelig aan de rechterkant, nog op staan na de bestraffing van gisteren. “Ik zal je sparen, Marijke, door aan de andere kant te gaan staan. Dan komt het verre eind van het leer op de minder geteisterde kant terecht.” “Dankuwel, mevrouw,” antwoordt Marijke met trillende stem.

Met een geoefende backhand knalt de barones de strap op de reeds gehavende huid. Al snel ontstaan ook op Marijkes linkerzijde een samenspel van gemene rode strepen. Hoewel ze zich kranig weert en zo stil mogelijk blijft staan, kan zij niet voorkomen dat enkele kreten aan haar lippen ontsnappen. Normaal gesproken stopt de barones wanneer de billen van top tot teen zijn bewerkt, maar ze besluit geen risico te nemen en een tweede ronde uit te voeren. Dan laat ze haar weer overeind komen. Tevreden kijkt ze hoe Marijke hevig over haar achterwerk wrijft in een poging de pijn uit te bannen. Tevergeefs natuurlijk, het zal wel even duren voor dit gevoel weg is.

Wanneer de lunch dichterbij komt, begint het toch weer te knagen. Wat als er iets niet goed gaat tijdens het diner? Dat zou een blamage zijn! Plots krijgt ze een idee. Ze beent naar het tableau en belt al haar personeel bij elkaar. Het is misschien niet verstandig om de keukenhulpen op dit punt te storen, maar dit is belangrijk en ze hoeft hen niet lang te s. “Dames en heren, ik stoor jullie maar even voordat jullie weer aan het werk mogen. Zoals jullie weten, is de lunchafspraak vanmiddag van het opperste gewicht voor mij. Ik verwacht jullie daarom allemaal in jullie beste doen. Fouten zullen niet worden getolereerd! Wanneer gasten niet met het juiste respect worden behandeld, wanneer het eten niet van de beste kwaliteit is, wanneer de paarden van de gasten niet de allerbeste zorg krijgen, kortom, wanneer er iets is, waarvan ik oordeel dat de kwaliteit beneden perfect ligt, zal de verantwoordelijke een publieke en uiterst pijnlijke correctie krijgen tijdens het middagappèl. Is dat duidelijk?” “Ja, mevrouw de barones!” klinkt het als uit één mond en tevreden stuurt ze haar personeel weer terug naar hun werk.

Anderhalf uur later arriveren de eerste gasten. Onder het scherpe toezicht van de barones worden ze met alle égards onthaalt. De baron komt even later ook aan en begroet zijn vrouw met een korte zoen. Terwijl ze vraagt naar het verloop van de oefening, houdt ze in haar ooghoeken iedereen rond haar heen in de gaten. Tot haar opluchting loopt alles op rolletjes, en langzaam kan ze de spanning een beetje loslaten. Tijdens het diner krijgt ze aan de lopende band complimenten over het lekkere eten en de uitmuntende bediening. Ze begint zowaar te stralen. “Wacht even Hélène, even iets vragen,” zegt haar man en hij draait zich naar de butler. “Antonie, zijn die papieren voor het ministerie van defensie nog de deur uitgegaan?” De butler denkt even na. “Ik zal het even nagaan, meneer.” Even later komt hij terug met een stapel papieren. “Ik vond deze nog meneer, zijn dat de papieren die u bedoelt? Ze lagen niet in het postvak.” De baron kijkt even snel door de stapel en knikt dan. “Ja dit zijn ze, die hadden al de deur uit moeten zijn,” zegt hij geïrriteerd. “Zou je daar alsnog voor willen zorgen?” De butler knikt en groet alvorens voor de papieren te zorgen.

De barones denkt even na. Aan de ene kant is ze echt heel tevreden over het verloop van de lunch. Er is een grote fout gemaakt, maar die heeft ook niet per se met vandaag te maken. Aan de andere kant ligt hier een grote kans om te laten zien hoe ze zorgt voor discipline in het huishouden. Terwijl het servies van de laatste gangen om haar heen wordt opgeruimd, neemt ze een besluit. “Kun je de gasten vragen te blijven zitten tijdens het middagappèl?” De baron kijkt haar argwanend aan. “Waarom wil je dat, lieverd?” Met een onschuldig gezicht legt ze uit dat er nog een disciplinaire zaak afgewerkt moet worden en dat het vreemd zou zijn als de gasten zonder bediening in de salon zouden moeten wachten. Haar man kijkt haar heel argwanend aan, maar geeft het verzoek toch door.

Wanneer alles opgeruimd is, staat de barones op en rinkelt de bel voor het appèl. Een voor een komen de personeelsleden met stevige passen naar binnen. Ze stellen zich keurig op in de rij en staren naar de andere kant van de zaal. “Geacht personeel, ik wil jullie de grootste complimenten geven voor vandaag. Ik denk dat ik voor iedereen hier spreek als ik zeg dat de lunch vandaag voorbeeldig voorbereid en verlopen is.” Een van de gravinnen heeft schijnbaar iets te diep in het glaasje gekeken en valt haar luidruchtig bij. “Voordat jullie echter kunnen inrukken is er nog een punt af te werken. Vanmorgen heb ik aangekondigd dat er een publiekelijke tuchtiging zou komen wanneer er iets zou zijn waarover ik niet geheel tevreden ben. Zojuist is mij ter ore gekomen dat belangrijke papieren voor mijn man niet op tijd verstuurd zijn. Dat is onacceptabel. Degene die hiervoor verantwoordelijk is, zal door hier en nu door mij gestraft worden. Wil deze persoon zich nu melden?”. Ondanks de uiterst heldere toon, gebeurt er niets, dus probeert ze het nog eens. “Kom, kom, ik heb niet de hele middag. Als iemand iets weet over de verantwoordelijke, wil ik dat die NU naar voren komt.” Deze keer heeft ze wel resultaat. Met een aarzelende pas stapt Marijke naar voren.

“Marijke, was jij het? Je stelt me weer teleur, meisje. Misschien blijft deze les je langer bij,” zegt de barones streng. “Nee, mevrouw, ik was het niet, maar ik weet wie het is.” Er volgt echter geen naam en de barones verliest haar geduld. “Nou, meisje, vertel op? Of moeten we hier de hele middag blijven staan?” Marijke aarzelt nog even, maar spreekt dan op. “U was het mevrouw.” Hélène ontploft! Hoe durft ze, een bediende die haar beschuldigt! “Wat een lage beschuldiging! Naar voren, ik ben nog niet klaar met jou!” Plots wordt ze onderbroken door de baron. “Hélène, wacht even, geef haar een kans om het uit te leggen.” Ze staren elkaar even aan, tot ze uiteindelijk moet inbinden. “Goed dan, meisje, wat is je verklaring?” Marijke kijkt naar de baron, dan naar de grond. “Gisteren heeft u me gestraft omdat ik de papieren voor de baron nog niet verwerkt had. Daarna heeft u de papier van me afgepakt en gezegd dat als u wilde dat iets goed ging, u het zelf moest doen.” Er valt een stilte, en de barones trekt wit weg wanneer ze zich het voorval herinnert. Ze had de papieren inderdaad aangenomen, maar weer weggelegd doen ze een van de kindermeisjes te streng met haar jongste dochter had zien omgaan. Daarna was ze de stapel papieren helemaal vergeten.

Langzaam herstelt ze zich. “Eum, goed, bedankt voor de uitleg, Marijke. In dat geval is het appèl ten einde en kunnen jullie verder met jullie taken. We nemen zo een drankje in de …” Het schrapen van de keel van de baron onderbreekt haar. “Volgens mij zijn we nog niet helemaal klaar,” kondigt hij op luide toon aan. Ze kijkt hem even in verwarring aan. Hij staat op en kijkt even naar de gasten in de zaal, dan weer naar zijn vrouw. “Jij hebt gezegd dat degene die niet goed voor mijn papieren voor het ministerie gezorgd heeft publiekelijk gestraft gaat worden. We weten nu om wie het gaat, maar er is nog geen bestraffing geweest.” De mond van Hélène valt open. “Dat kun je niet menen!” brengt ze uit. Het gezicht van haar man staat nu heel streng. “Als ik zie hoe je met ons personeel omgaat, ben ik duidelijk laks geweest. Het is te lang geleden dat ik je nog eens over de knie genomen heb.” Ze begint te blozen nu bij haar ondergeschikten bekend is dat ze zelf ook wel eens op ouderwetse wijze gestraft wordt. “Die onoplettendheid zullen we nu echter goedmaken.” Hij knikt naar de stalknechten en vraagt hen de bok naar binnen te rijden.

“Hélène, ik laat je de keuze. Je kunt of eerst over mijn knie zodat ik je zitvlak goed voorverwarm of we kunnen direct verder met de cane. Zeg het maar.” Ze staat voor een duivels dilemma. Het vooruitzicht om voor haar gasten als een kamermeisje billenkoek te krijgen staat haar niet bepaald aan. Aan de andere kant weet ze maar al te goed wat een verschil het is om stokslagen te krijgen op maagdelijke billen ten opzichte van op een achterste dat op een bestraffing is voorbereid. Ze hakt de knoop door en met een uiterst zacht stemmetje vraagt ze om de tweede optie. Gelukkig vraagt hij haar niet zich nog wat luider te herhalen, iets wat in een privévertrek zeker het geval zou zijn geweest. Zwijgend pakt hij een stoel met een stevige zitting en zet die zo neer dat ze nog een klein beetje privacy hebben. Ze kijkt hem nog even smekend aan, maar aan zijn gezicht te zien is het nog veel te vroeg voor enig medelijden. Dan gaat ze over zijn schoot liggen en sluit haar ogen.

Ze voelt hoe haar rokken en onderrokken worden opgetild. Er ontstaat kippenvel op de huid van haar achterwerk wanneer die wordt blootgesteld aan de tocht in de kamer. Met een korte waarschuwing begint het pak slaag. De eerste klappen doen nauwelijks pijn en het branderige gevoel dat ze langzaam begint te voelen was onder andere omstandigheden misschien niet eens zo onprettig geweest. De knoop in haar maag en de gedachten aan wat haar te wachten staan zorgen echter dat ze zich miserabel voelt. Met enkele harde klappen, die zorgen dat ze met haar voeten over elkaar schuurt om het gevoel op te vangen, wordt dit onderdeel beëindigd. Zodra de klappen stoppen wenst ze dat hij door zou gaan, hoe pijnlijk die laatste ook waren. Alles beter dan wat er nu volgt.

De baron slaat haar rokken terug, zonder de moeite te doen haar ondergoed weer dicht te knopen, en helpt haar overeind. Ze weet haar ogen van de gasten af te houden terwijl ze richting de bok gevoerd wordt. Nooit eerder heeft ze met zoveel angst naar het meubel gekeken. Ze smeekt nog een keer zachtjes bij haar man, maar die laat weten dat er geen ontsnappen mogelijk is. “Als jij vindt dat dit een goede manier is om met ons personeel om te gaan bij de kleinste foutjes, dan is het hoog tijd dat je erachter komt hoe dat voelt. Zoals het gezegde gaat: ‘wie haar billen brandt, moet op de blaren zitten’. Hopelijk ga je in de toekomst wat menselijker om met onze mensen”. Beschaamd wendt ze haar ogen weer af. Op bijna galante wijze helpt hij haar vervolgens over de bok. De houten spijlen voelen raar tegen haar buik. De stalknechten maken vervolgens de riempjes rond haar polsen en enkels vast. Even ziet ze een grijns over het gezicht van de voorste knecht glijden. Zelfs in deze miserabele positie kookt ze nog heel even van woede. Die zal de gevolgen van deze brutaliteit nog wel voelen! Dan is ze terug in de realiteit, wanneer ze voelt hoe de baron de rokken weer optilt en met de leren band over haar rug vastbindt. Ze probeert haar handen en voeten weg te trekken, en daarna haar middel te bewegen, maar het lukt niet. Ze kan geen kant op.

“Hélène, je hebt degene die vandaag een fout zou maken een ‘publieke en uiterst pijnlijke’ correctie beloofd. Aangezien je die fout zelf gemaakt heb, zal ik de straf toedienen. Ik weet wat voor strafmaatregelen je zelf toepast en zal dat als standaard gebruiken. Je krijgt van mij 24 slagen.” 24! Het duizelt even, dat zijn er zo veel! Stiekem weet ze, dat ze zelf waarschijnlijk ook tot dat getal zou zijn gekomen, maar dat is niet de belangrijkste gedachte op het moment dat je zo weerloos ligt. Integendeel, de paniek slaat toe wanneer ze eerst de cane hoort zwiepen en dan zachtjes tegen haar achterste voelt tikken. Ze knijpt haar ogen dicht wanneer de eerste slag valt, hoog op haar billen, om ze enkele seconden later weer te openen als de tweede golf aan pijn de eerste overspoelt. Zelfs met een warming up doet het verschrikkelijk zeer. Toch geeft ze geen kik, ze wil haar waardigheid behouden. “Één!” telt het personeel. Nog 23 te gaan.

Nummer twee landt net iets lager. Ze bijt op haar lip en maakt geen geluid, maar aan haar gebalde vuisten kun je zien dat het pijn doet. Zo gaat het ook bij de derde, de vierde, de vijfde. Ze concentreert zich op de grond, de pijn wegpuffend tot de volgende slag komt. Iedere keer als het personeel een getal noemt, telt ze in haar hoofd terug van 24. De zesde slag overlapt met een van de eerdere en in haar hoofd schreeuwt ze het uit. Ze trekt hard aan de leren riempjes, maar ze komt niet los. De volgende twee slagen raken het vlezigste gedeelte van haar zitvlak. Haar spieren spannen zich tegen de banden en langzaam komt er een beetje speling. Daar maakt ze meteen gebruik van als de volgende slag precies op de plek landt waar bil en been in elkaar overgaan. Daarna zijn haar bovenbenen aan de beurt. Ze zou de pijn wel willen wegwensen, of hard willen wegwrijven, maar het gaat niet. Met opperste concentratie vangt ze de volgende twee tikken op. Op de helft! Of dat iets is om te vrezen of om opgelucht over te zijn, daar is ze nog niet uit.

“Nou Henri, volgens mij ben je het verleerd, ik hoor nog geen geluidje uit haar mond!” Was dat nu Gravin van Stockhuyzen die ze hoort? Waar bemoeit dat mens zich mee! “Houd je mond, dronken tor!” roept ze uit, maar ze heeft onmiddellijk spijt. Wat moeten haar gasten wel niet denken, wat moet haar man wel niet denken? Dat laatste komt ze direct te weten. “Hélène! Wat een taalgebruik voor onze gasten. Ze wordt direct verrast met een nieuwe slag, midden op haar billen. Omdat ze zich niet schrap heeft gezet laat ze zich overvallen en kan daardoor een kreet van pijn niet onderdrukken. Ze hoort de graaf op strenge toon wat tegen zijn vrouw zeggen, maar ze kan niet goed onderscheiden wat er precies gezegd wordt. Haar man hoort ze echter wel, op diezelfde streng toon. “Dit lesje heeft duidelijk te lang op zich laten wachten. Je hebt er nog 12 te gaan, dame!”

Ze voelt het zachte tikken weer en zet zich opnieuw schrap. De uithaal landt weer precies tussen benen en billen, bovenop een van de eerdere strepen. “Ho!” roept ze uit. Dat moet ze niet nog eens laten gebeuren. Weer een slag, bovenaan dit keer. Nu is er stilte, behalve een licht kraken van het hout van de bok en het geluid van leren riemen die worden strakgetrokken door enkels en polsen die willen ontsnappen. Nummer 15 kan ze al puffend van zich af laten glijden, maar de opvolger, weer op haar bovenbenen, zorgt voor een traan in haar ooghoek en zachte geluidjes. Ze wil zo graag weg, zich beschermen, maar het lukt niet. Ze kan geen kant op, ze kan alleen de klappen opvangen en de pijn accepteren. Haar enige verweer is de stilte, en al die dingen worden steeds moeilijker om vol te houden.

“Laatste zes, Hélène, zet je schrap.” Even verwondert ze zich. Waarom zegt hij dat nu? Ze vreest een addertje onder het gras, maar op dit moment is ze niet in staat om helder na te denken. Haar gedachten bestaan vooral uit pijn, pijn en nog eens pijn. Haar man begint weer, en ze spant zich weer tegen de leren riempjes. Het gevoel is hetzelfde, een nieuwe, witte streep van pijn, die eerst wegtrekt, maar in de volgende seconden met dubbele intensiteit terugkomt, tot die na een seconde of 4 het hoogtepunt bereikt. Precies op dat moment is er weer het suizen van de cane en een nieuwe streep. In eerste instantie beseft ze nog niet goed dat er nu geen pauze van een halve minuut tussen de slagen is, maar dat er twee strepen tegelijk op volle intensiteit staan te gloeien. Daar komt al snel een derde bij en er ontstaat een gevoel van paniek. Alle weerstand valt weg en ze schreeuwt het uit. De vierde slag landt pal op de eerste van deze serie en die pijn is bijna onbeschrijfelijk. Als een gekooid dier werpt ze haar spieren in de strijd, maar ze komt nog geen centimeter uit positie. De laatste twee slagen landen op elkaar, net onderaan haar billen. Alle verzet stroomt weg uit haar lichaam. Ze zakt met haar borst op de ligging van de bok en begint te snikken. Met lange uithalen ligt ze daar, geen idee hoe lang. Alleen vaag is ze zich bewust hoe de riempjes worden losgemaakt. Wanneer ze weer een klein beetje terug op aarde komt, ziet ze hoe haar man een zakdoekje aanreikt. Met een dankbare blik, zonder een woord te zeggen, pakt ze de zakdoek en dept ze haar ogen.

Een van de bedienden knoopt haar ondergoed weer dicht. De stof schuurt over de gevoelige huid. Dat gevoel zal nog wel even aanhouden … Haar rokken vallen weer terug en ze komt uiterst langzaam overeind. Overal voelt ze de spierpijn, niet alleen in haar geteisterde achterste, maar ook in haar armen, benen en buik van al het worstelen tegen de leren riempjes. Wanneer ze staat, ziet ze voor het eerst sinds de bestraffing begon weer alle gasten zitten en een nieuw gevoel van schaamte spoelt over haar heen. Ze wordt nog roder wanneer haar man aankondigt dat ze nog wat te zeggen heeft tegen Marijke. Ze draait zich naar het meisje toe, maar durft haar niet aan te kijken. Tegelijkertijd staart ook Marijke naar de grond, niet in staat om haar bazin in de ogen te kijken. “Het spijt me dat ik je beschuldigd heb,” stamelt de barones op zachte toon. “Ik geloof niet dat ze je gehoord heeft, iets luider, Hélène!” zegt de baron streng. Het leek haast onmogelijk, maar ze wordt nog roder. Met een flinke inspanning herhaalt ze haar woorden en gelukkig is hij nu wel tevreden. Daarna mag ze terug naar haar stoel. Ze ziet de gezichten van de gasten. Enkelen kijken met een blik waaruit spreekt dat dit precies was wat ze had verdiend, de meesten kijken met een blik van medelijden. De gravin Van Stockhuyzen kijkt wat ellendig een andere kant op. Bij haar stoel aangekomen gaat de barones heel voorzichtig zitten. Op het moment dat haar billen de zitting raken en het gewicht van haar lichaam en kleding langzaam op haar zitvlak begint te drukken, knijpt ze haar ogen dicht. Voorzichtig wiebelt ze wat heen en weer, op haar tanden bijtend, tot ze een positie heeft gevonden die net iets minder pijnlijk is. “Gaat het?” vraagt haar vriendin, de gravin Van Vaart tot Vaart. Ze antwoordt met een flauw glimlachje. Dan merkt ze dat de oude hertogin van Knoetenburg haar pols heeft gepakt en er zachtjes over wrijft in een poging haar te troosten. Ondanks de pijn is de lunch niet op een totale mislukking uitgelopen.

Dan staat de graaf Van Stockhuyzen op. “Henri, een mooie vertoning, het is me duidelijk waarom hier alles op rolletjes verloopt. Dat is nog eens discipline van de oude stempel! Ik wil ook graag excuses maken voor het gedrag van mijn vrouw. We zullen ons daar te zijner tijd nog over verhouden, maar aangezien ze je beledigd heeft, hebben we afgesproken dat ze ook persoonlijk haar excuses aan je komt maken, he Beatrice?” Zijn vrouw zegt niets, maar na enige aansporing loopt ze, met een miserabele blik op haar gezicht, naar voren richting de baron. Daar aangekomen kijkt ze met zichtbare moeite in zijn ogen en spreekt met een brok in haar keel: “Het spijt me dat ik u en uw vermogens in uw huis beledigd hebt. Zou u mij alstublieft willen straffen?” De baron kijkt even naar de graaf, die een kort knikje teruggeeft. “Zeker mevrouw, gaat u liggen voor uw verdiende straf.” Zonder een woord neemt de gravin de plaats in waar ze net zelf nog lag. Ook nu worden de polsen en enkels weet met de leren riempjes vastgemaakt, waarna het door het zittende bestaan wat wijd uitgelopen achterwerk wordt ontbloot. “Six of the best, Henri, zorg dat ze ze voelt!” roept de graaf met bijna ongepast enthousiasme.

De baron laat er geen gras over groeien. Zijn spieren zijn nog warm en soepel van de eerste kastijding, dus proefslagen zijn overbodig. Hij houdt de stok tegen de billen van het aanstaande slachtoffer, heft deze hoog in de lucht om hem vervolgens met een ijzingwekkend suizen weer neer te laten komen. Of de gravin zich voorgenomen heeft om zich groot te houden, weet de barones niet, maar het is direct duidelijk dat het niet gaat lukken. Een luide stroom aan klinkers, misschien een octaafje boven de sopraan, komen uit de mond van de gravin. Bij de tweede slag worden de uitroepen luider, daarna beginnen de smeekbedes. De baron heeft besloten weer de tijd te nemen, wat de dame die zijn bestraffing ondergaat ruim de kans geeft tot het doen van allerlei beloftes als ze alsjeblieft hier weg kan. De barones weet echter dat het zinloos is. Als haar Henri ergens zijn zinnen op heeft gezet, gaat het ook gebeuren en een vermindering van een door hem uitgevoerde straf is al helemaal uitgesloten. Bij de vierde slag rukt de gravin hard aan de riempjes met haar benen. Ze heeft er net zoveel succes mee als de barones zelf had gehad. Hoewel ze niet goed kan zien hoe het pak slaag wordt uitgevoerd, ziet ze wel, met enige spijt, dat de hoek van de vijfde slag betekent dat er geen op de bovenbenen gaat landen. Haar man is namelijk ook een man van regelmaat en orde en de laatste slag is altijd op het gedeelte dat je het best voelt bij het zitten. Zodra de krachtige, laatste slag geland is, krimpt ze ineen van het luide gegil. Langzaam trekt het geluid weg en is alleen een zachtjes huilende dame nog te horen.

Een van de stalknechten loopt naar voren om de polsen los te maken, maar hij wordt onderbroken door de graaf. “Wacht even, beste man,” zegt hij en hij loopt richting de achterkant van de bok. Hij rijkt met zijn hand naar het gehavende zitvlak van zijn vrouw en voelt over de verse dubbele strepen. De gravin kreunt, van schaamte en van de pijn van zijn hardhandige aanraking. “Henri, echt vakwerk,“ analyseert de graaf, “en ik moet zeggen, de ontvangst die we hier hebben gehad is werkelijk voortreffelijk geweest.” Hij kijkt naar de personeelsleden, die nog altijd in de rij staan en brengt zijn complimenten over. “Bedankt voor de complimenten! Het is ook dankzij mijn vrouw dat alles zo goed loopt. Ze is misschien streng, maar e heeft een geweldig oog voor detail.” Met enige trots hoort ze het compliment aan. Voor een moment vergeet ze haar pijnlijke billen even. Dan wordt de gravin eindelijk uit haar beschamende positie bevrijd. Met rode ogen loopt ze terug naar haar plaats. Met enig medelijden staat de barones op, omhelst even haar medegestrafte en neemt vervolgens de rol van gastvrouw weer over. Met enkele scherpe commando’s beveelt ze haar staf de zitkamer in orde te brengen. Haar butler neemt ze terzijde en wanneer ze twee minuten later de kamer betreffen, staan er twee stoelen met extra kussens klaar. De gravin spreekt er geen woord over. De gesprekken zijn echter uiterst vriendelijk en tevreden concludeert de barones dat het al met al een geslaagde middag is geworden.

De Barones (1)

Barones Duboix maakt haar dagelijkse ronde door het gigantische landhuis dat zij bestiert. Kwade tongen beweren wel eens dat zij, als vrouw van de baron, tevens Majoor-Generaal der cavalerie, een luizenleventje leidt, zonder plichten of verantwoordelijkheden. Niets is minder waar. Met de baron vaak langere tijd van huis is het haar taak om leiding te geven aan het corps van dienstmeisjes, kinderjuffen, bedienden, koks, bodes, stalmeesters, ga zo maar door. In totaal werken er maar liefst 41 personen in het landhuis. Dankzij haar werken zij allen samen als een geoliede machine. Natuurlijk, ze kan de dagelijkse leiding overlaten aan de butler, zoals bij haar goede vriendin gravin Van Vaart tot Vaart. Echter, dat is niet haar stijl. Het zou ook niet werken. Uitsluitend dankzij haar bezielende leiding en haar ijzeren discipline functioneert het huishouden zoals het hoort te functioneren.

De ronde begint elke dag in de stallen, uiteraard een punt van trots voor de familie. Als sleutelfiguur in ’s lands cavalerie is het essentieel dat de baron goed verzorgde paarden kan berijden. Wanneer de barones de stal binnenloopt en het personeel het klakken van haar laarzen op de vloer hoort, schieten ze altijd alle kanten uit om de laatste restjes modder van de benen van de prachtige dieren te vegen en het hooi nog een laatste keer te vegen en te stapelen. Met een rustige pas, zonder een woord te zeggen, gaat ze de verschillende verblijven af. Wanneer ze een nerveus ogend lid van het personeel passeert, kunnen er drie dingen gebeuren. De geluksvogels krijgen een zuinige glimlach, waarna er hoorbaar gezucht wordt terwijl ze de ronde vervolgt. Bij een klein gebrek, een spatje modder, te veel rotzooi, wat ook, volgt een klik met haar tong waarna de ongelukkige stalknecht (m/v) zich omdraait om enkele corrigerende tikken met de rijzweep op het zitvlak te ontvangen. Waar voor gevreesd wordt, is het moment dat de barones spreekt. Op strenge toon wordt duidelijk gemaakt dat de werkzaamheden beneden alle peil zijn, waarna de arme knecht wordt gesommeerd zich te melden op het middagappèl voor een welverdiende tuchtiging.

Daarna is het door naar de keukens. Het voeden van alle bedienden plus de barones en de kinderen is natuurlijk al een flinke taak, maar niets vergeleken met de enorme verantwoordelijkheid van het prepareren van een banket voor de baron, hun vrienden, leden van de generale staf of zelfs het koningshuis. Andere hoofden van het huishouden zouden misschien de discipline bij de dagelijkse gang van zaken laten varen om de druk alleen bij belangrijke gelegenheden op te voeren. Zo niet Hélène Dubois. Een optimaal functionerende keuken bestaat alleen bij de gratie van dagelijkse drills. Wanneer de aandacht eenmaal verslapt, is het onbegonnen werk om deze binnen enkele dagen weer terug te krijgen. Een paar tikken met een pollepel doen wonderen. Voor grotere vergrijpen, zoals verspilling en grote knoeipartijen, volgt ook hier onverbiddelijk een verwijzing naar het middagappèl.

De kindermeisjes en kamermeisjes zijn daarna aan de beurt. Zij zijn nog jong en hebben daarom nog veel te leren. Eigenlijk is er elke dag wel iemand op wie wat aan te merken is, of het nou is omdat ze te streng of juist te laks omgaan met de opvoeding van de kinderen. Het meisje in kwestie neemt ze dan even apart, de rok gaat omhoog en het ondergoed omlaag. Met de blote billen op zicht en de neus tegen de muur steekt ze een preek af over de zaken die verbeterd moeten worden, waarna de jongedame over de knie gaat om de roomblanke bips van een gezonde roze kleur te voorzien. Wanneer een les te vaak herhaald moet worden, is er op elke kinderkamer een grote, ovalen, houten haarborstel met een stevig handvat te vinden. Hiermee kan ze net dat beetje extra ‘zip’ meegeven, wat vaak wordt geïllustreerd door de traantjes die over het gezicht rollen tijdens het danken voor de kastijding. Gelukkig is hierdoor een formele straf op de voormiddag zelden nodig, maar niet uitgesloten!

De bedienden hebben direct contact met gasten. Daarom is het belangrijk om hen altijd aan een heel hoge standaard te laten voldoen. Zij zijn tenslotte het visitekaartje van het huishouden. Een eenvoudige correctie met haar hand zal dan ook niet voldoende zijn. In plaats daarvan kiest ze ervoor het falende personeelslid over een geschikt stuk meubilair te laten buigen om vervolgens met een kleine leren strap voor motivatie voor beter werk te zorgen. Het spreekt voor zich dat de bescherming van een laag kleren hierbij uitgesloten is. Zo kan ze bovendien beter het resultaat van haar tucht beoordelen. Op die manier krijgt eenieder de correctie die hij of zij verdient.

Tot slot zijn er nog gesprekken met het senior personeel. Met haar kamenier bespreekt ze het reilen en zeilen van het jonge personeel, waarvoor zij de verantwoordelijkheid van de opleiding draagt. Dit is uiteraard een langetermijnproces en het zou contraproductief zijn om voor elk klein wissewasje te straffen. Wanneer de barones echter het idee heeft dat het niveau over de gehele linie begint af te glijden, moet ze ingrijpen. Geheel in stijl neemt ze haar kamenier ook over de knie. De verschillende rokken worden opgetild en het ondergoed wordt opengeknoopt, waarbij het achterwerk langzaam tevoorschijn komt door de steeds groter wordende opening. Na een voorbereiding met haar hand is het tijd voor een portie met haar hartvormige mahoniehouten paddle. Hierbij ontstaan algauw dieprode plekken met een wit centrum, plekken die zorgen voor een langdurig lerend vermogen.

De butler is verantwoordelijk voor het overige personeel, het huishouden en de financiën. Dit zijn taken die je niet zomaar aan de eerste de beste kunt overlaten. Hij geniet ook een hoge mate van vertrouwen bij de barones, maar dat is natuurlijk geen vrijbrief. Bij grootschalige laksheden onder het personeel of discrepanties in de boekhouding is ze genoodzaakt om ook hier in te grijpen. De goede zeden schrijven terughoudendheid voor rondom de naaktheid van de man, maar sluiten niet uit dat een volledig beschikbaar achterwerk, gebogen over het bureau, wordt aangeboden ter correctie. De Schotse tawse, ooit meegenomen op vakantie, blijkt hiervoor een uiterst geschikt element. Door de leren tongen vers aangebrachte striemen zorgen voor een duidelijk schokeffect, merkbaar betere prestaties bij het personeel of een verstandiger inkoopbeleid.

Na de rondes is het tijd voor haar welverdiende middagmaal. Hierbij is ze meestal alleen met de kinderen, maar soms kan haar man haar ook vergezellen. Enkele malen per week is een van haar vriendinnen uitgenodigd. Direct na het middagmaal is het tijd voor het middagappèl. De kinderen worden hierbij weggestuurd en de gasten trekken zich alvast terug in de theeruimte. De grote uitzondering is haar vriendin, de gravin Van Vaart tot Vaart. Zij is aan het ritueel gewend en blijft rustig haar thee drinken terwijl de staf zich, op volgorde van senioriteit, in het gelid opstelt. Uiterst langzaam loopt de barones vervolgens langs de rij, commentaar gevend op het voorkomen en de staat van de kledij. Af en toe plukt ze een stofje van een blouse of pak terwijl ze de persoon in kwestie even vermanend toespreekt. Bij het eind aangekomen, kondigt ze, indien noodzakelijk, met luide stem aan welk staflid, of welke stafleden, op het matje moeten komen. Wanneer iemand genoemd wordt, treedt de ongelukkige een stap naar voren, waarna de voorbereidingen voor de tuchtiging kunnen beginnen.

Twee van de sterke stalknechten tillen vervolgens een grote houten bok naar binnen en maken deze vast aan de gietijzeren lussen die op de vloer bevestigd zijn voor de katrollen van de kroonluchters. Het meest junior staflid dat een stap voor de rest van de rij staat, wordt geacht hierover plaats te nemen. Terwijl de enkels, polsen en het middel door de knechten met leren riemen worden vastgemaakt aan het houten gevaarte, pakt de barones een geschikte stok, een echte Britse cane, en zwiept hiermee een aantal malen door de lucht om de spieren goed los te maken. Hoewel ze pas halverwege de 30 is, zou het niet verstandig te zijn om zonder oefening aan haar taak te beginnen en daarmee het risico te nemen zich te blesseren. Dat zou betekenen dat aan de dagelijkse ronde een tijdelijk eind komt, met alle mogelijke gevolgen voor de discipline van het huishouden van dien.

Als het personeelslid op een veilig manier is vastgesnoerd over de bok, legt de barones de stok even terzijde om het achterwerk van de persoon in kwestie te ontbloten. Rokken worden omhoog getild of broeken worden naar beneden getrokken, ondergoed wordt op halfstok getrokken of opengeknoopt en zo ontstaat een geschikt doelwit. Dan volgen nog de laatste bestraffende woorden en de aankondiging van het aantal slagen, geheel rechtvaardig bepaald op basis van het vergrijp, het geslacht en de senioriteit van de delinquent. Nu staat niets de uitvoering van de straf nog in de weg. Heel secuur wordt de stok een aantal keer ter proef tegen de trillende bips getikt om vervolgens hard op het zitvlak te landen. De in het gelid staande collega’s is opgedragen met luide stem het aantal toegebrachte slagen op te dreunen, zodat er nooit een slag te veel of, god verhoede, te weinig wordt gegeven.

Geduldig wacht de barones dan even tot de gemeen rode dubbele tramlijn duidelijk zichtbaar is op de blanke billen. Naast het afschrikwekkende effect van een lang uitgerekte bestraffing biedt dit ook een visuele markering voor de volgende slag. Ze is trots op haar vermogen om de slagen parallel aan elkaar te plaatsen, steeds een klein stukje onder de voorganger. Het mooie aan de bok is dat hoezeer het slachtoffer ook jammert, huilt of tegen de leren riemen worstelt, het achterwerk altijd keurig op dezelfde plaats blijft. Natuurlijk zijn er ook bij die koste wat kost in stilte de straf willen doorstaan. Ze maakt er echter een punt van om dat plan te dwarsbomen. Een van de oplossingen is om een aantal slagen elkaar te laten doorkruisen. Zeker bij een groot aantal slagen wordt het lastig om de strepen op de juiste afstand van elkaar te houden. Uitwijken naar de bovenkant van de benen is dan zeker een optie en bij de koppige types kunnen ook nog een aantal centimeter worden meegenomen.

Wanneer het meest pijnlijke deel van de bestraffing is afgerond, wordt de gestrafte losgemaakt van de bok. Alvorens het appèl ten einde is, dient de getuchtigde nog te danken. Met een betraand gezicht is het moeilijk om haar aan te kijken, maar ze is geduldig en wacht met hooggeheven kin tot de juiste woorden zijn gevonden en op duidelijke toon zijn uitgesproken. In enkele gevallen blijft de kledij nog even in de huidige staat en volgt er nog een boetedoening in de grote hal, waarbij de persoon in kwestie met de handen op het hoofd en de billen duidelijk tentoongesteld de middag moet doorbrengen en de zonden kan overdenken. In de meeste gevallen is de straf echter nu voorbij en zou een verdere vernedering ongepast zijn. Ze wil natuurlijk ook niet te boek staan als nodeloos wreed, dat zou het moeilijk maken om toekomstig personeel aan te trekken, zelfs met de financiële middelen die het huishouden ter beschikking heeft.