Ansels mountain (4)

‘Het… het spijt me Ansel’, zei ze. ‘Het was niet mijn bedoeling om dat te doen…’ Ze wist niet goed wat ze moest zeggen.

‘Kiria’, zijn stem was kalm. ‘Je kunt me vertrouwen. Ik zal nooit dingen doen, die je niet wilt’.

Ze glimlachte verlegen. ‘Dat verwacht ik ook helemaal niet’.

Zijn mondhoeken begonnen te trillen. ‘Behalve als je een pak op je bips verdiend hebt’.

‘Misschien’. Ze grijnsde en stapte in haar auto, ze wilde snel weg uit deze ongemakkelijke situatie.

‘Vergeet niet om te bellen wanneer je thuis bent’, drong hij aan.

‘Ik zal het niet vergeten. Welterusten!’, riep ze en draaide de contactsleutel om. Er gebeurde niets. Ze probeerde het nog een keer, maar het enige wat te horen was, was een korte tik van de startmotor. Ze voelde zich opgelaten. Ze trok aan de handel die de motorkap ontgrendelde en stapte uit.

‘Godverdomme!, vloekte ze binnensmonds. Ze pakte een grote moersleutel uit de achterbak en nam de sleutel mee naar de voorkant. Ansel deed een stap achteruit en bleef nieuwsgierig staan kijken. Ze opende de motorkap en gaf een paar flinke klappen op de startmotor. Ze gaf een flinke trap tegen het voorwiel en sprong in de auto. Ze draaide de sleutel om.

De motor startte nu wel, maar ook de startmotor bleef hangen en bleef janken tot ze wederom uitstapte en er nog een keer met de moersleutel op sloeg. Vervolgens deed ze de kap dicht en liep naar de achterbak om de sleutel weg te leggen. Ze gaf Ansel een geruststellend knikje, stapte in de auto en zette deze in de versnelling. De motor sloeg af. Draaien aan de sleutel bracht daar geen verandering in.

‘Wel gloeiende gloeiende’, schreeuwde ze. Ze was helemaal vergeten dat ze een toeschouwer had. Ze trok de motorkap weer open, Ze sprong weer uit de auto, maar kwam deze keer niet ver. Ansel hield haar staande en legde zijn handen op haar schouders.

‘Zo is het wel genoeg’, zei hij. Ze keek hem verbaasd aan. ‘Ik zal je naar huis brengen’.

‘Nee, dat hoeft echt niet. Deze keer zal hij het wel doen’, protesteerde ze. Ze schaamde zich voor de slecht functionerende auto.

‘Kiria, ik wil dat je je tasje pakt en in de Jeep gaat zitten. Het is niet veilig om met deze auto te rijden’.

‘Maar Ansel’, protesteerde ze opnieuw. Ze keek hem aan en zag een diepe frons in zijn voorhoofd. Met een zucht deed ze een stap achteruit, griste haar tasje uit de auto en liep in de richting van zijn auto. Het stond haar helemaal niet aan dat ze haar auto moest laten staan, maar ze kon hem niet weigeren. Ze deed haar armen over elkaar en leunde tegen de Jeep, terwijl Ansel de motorkap van haar auto dicht deed en de sleutels uit het contact haalde. Toen ging hij voor haar staan.

‘Is er een reden waarom je die startmotor niet hebt laten vervangen? Het is duidelijk dat je er al langer problemen mee hebt’, zei hij. Zijn stem klonk bijna boos.

‘Ja, daar is een reden voor!’, Kiria keek ham aan.

Toen ze verder niets zei, drong hij aan, ‘Nou?’

‘Nou? Nou, dat gaat je geen reet aan!’En dat was ook zo, hield ze zichzelf voor.

‘En waarom laat je de motor niet afstellen? Zo te horen loopt hij maar op de helft van de cilinders’, ging hij verder, haar brutale mond negerend.

‘Hij is nog maar pas over tijd. Ik was van plan om hem volgende week weg te brengen!’

Je banden zijn ook bijna glad. Die hadden al lang geleden vervangen moeten worden’.

Ze zijn helemaal niet glad. Ze zijn prima in orde. Ik heb nog nooit een lekke band gehad!’

‘Is het geld? Heb je niet genoeg om je auto te laten maken?’

‘Nee, ik heb genoeg geld’, verzekerde Kiria hem. ‘Ik begrijp niet waarom ik mezelf hier sta te verdedigen – maar je doet momenteel niet aardig!’

‘Vind je het dan leuk om in zo’n wrak op wielen te rijden?’, zijn sarcasme maakte haar nog bozer.

‘Nee!Ik had alleen geen tijd om naar de garage te gaan. En het gaat je nog steeds niks aan!’

‘Misschien ging het me gister niet aan, maar vandaag hebben we wat afgesproken. En sindsdien gaat het me wel aan!’

‘Wat hebben we afgesproken? We hebben helemaal niets afgesproken!’

‘Je hebt in het bos met me afgesproken dat we samen een relatie hebben, je geen andere vriendjes zult hebben, dat op ophoudt met liegen, niet meer zult vloeken en schelden en jezelf niet in gevaar zult brengen!’

Kiria keek hem verbaasd aan. ‘Is dat zo?’ Ze probeerde terug te halen wat ze precies gezegd had. ‘En wat was jouw kant van de deal?’

‘Dat ik geen andere vriendinnetjes zal hebben, dat ik je zal beschermen, je het liegen af zal leren en je een pak op je billen zal geven als dat nodig is’.

En zei maar denken dat hij niet luisterde. Kiria voelde zich warm worden, maar dat was weer snel voorbij bij zijn volgende woorden.

‘Het is dom en gevaarlijk om in een auto te rijden die zoveel gebreken vertoond. En omdat je het probleem niet serieus neemt, is het aan mij om erop toe te zien dat je je auto laat repareren’.

‘Hoor ik je daar zeggen dat ik dom ben?’

‘Dat hoef ik helemaal niet te zeggen’.

‘Waarom zeg je niet gewoon dat je me dom vindt?’

‘Omdat je helemaal niet dom bent. Je wist heel goed wat er moest gebeuren, je hebt het alleen niet gedaan’. Dat is dom!’

‘Wat kan het ook schelen! Ik heb gewoon geen tijd gehad om naar de garage te gaan, dat is alles!’ Kiria had schoon genoeg van deze genante vertoning. Niemand had haar ooit eerder aan een kruisverhoor onderworpen omtrent haar beweegredenen, haar financiële situatie of wat dan ook. Niemand had haar ooit eerder zo onnozel laten voelen en haar zeker nooit dom genoemd. Ook al had ze vaag het vermoeden dat hij gelijk had, was het een belediging die ze niet over haar kant kon laten gaan.

‘Nou, dan maak je er maar tijd voor! Hoe zien je plannen voor morgenochtend eruit?’, vroeg Ansel.

Met een verontwaardigde beweging van haar hoofd, reageerde ze fel, ‘Ik ben van plan om  morgen naar boven te klimmen en de andere kant van die verdomde berg van je te schilderen!’

Onmiddellijk werd ze stevig bij haar arm gepakt en meegesleurd over de oprit in de richting van haar auto. ‘Dat was de druppel die de emmer doet overlopen, jongedame!’

‘Dat is het domste cliché wat ik ooit gehoord heb! Kiria zette haar benen schrap en begon de andere kant uit te trekken, maar Ansel tilde haar gewoon op en droeg haar naar de voorkant van haar auto.

‘Stop!’, schreeuwde ze, maar hij duwde haar moeiteloos voorover over de motorkap en zette zij hand op haar onderrug.

‘Ik heb je verteld wat er zou gebeuren als je gevaarlijke dingen zou doen!’

Ansel liet zijn grote hand op haar billen neerdalen en gilde van woede en worstelde om weg te komen. Haar dunne kaki broek bood weinig bescherming. ‘Met gladde banden rijden! Je motor loopt slecht! Als hij al wil starten!’ Haar billen stonden al in brand en ze probeerde tevergeefs met haar benen te schoppen – hij had zijn been over de hare gezet en hield ze in bedwang.

‘En ga nu niet zeggen dat het met niets aangaat, je weet deksels goed dat dit wel het geval is!’ Hij voerde het ritme op terwijl hij haar streng toesprak en Kiria sloeg met haar vuisten op de motorkap van de auto.

‘Stop! Je doet me pijn!’, schreeuwde ze, ‘Shit, dat doet zeer! Verdomme! Laat me los…’

‘Ophouden met vloeken!’ Kiria probeerde haar billen weg te draaien, maar hij trok haar moeiteloos weer in de juiste positie en de straf ging onverdroten voort.

‘En als ik je betrap als je alleen mijn land opgaat, dan geef ik je een pak slaag met een twijg’. Hij sloeg nog harder en toen Kiria zich uiteindelijk realiseerde dat ze niets kon doen om het te laten stoppen, begon ze te huilen.

‘Alsjeblieft, Ansel! Stop, alsjeblieft!’ De tranen liepen vrijuit over haar wangen en druppelden op de motorkap. ‘Alsjeblieft!’ Haar verzet was nu gebroken, ze was volledig aan zijn genade overgeleverd. Hij gaf haar nog een paar welgeplaatste kletsen en trok haar vervolgens tot haar opluchting overeind en nam haar in zijn armen. Hij wreef zachtjes over haar rug, terwijl ze haastig haar gezicht aan zijn mouw afveegde. De brandende pijn werd al een beetje minder. Vreemd genoeg voelde ze zich opgelucht, dat ze een watervaste make-up opgedaan had.

‘En vertel me nu maar eens waarom ik je een pak op je bips gegeven heb’, zei hij.

Kiria kon van schaamte geen woord uitbrengen en de directheid van zijn woorden maakten het alleen maar erger. ‘Pak op haar bips?’

Na een lange stilte, legde hij zijn hand op een van haar gevoelige billen. ‘Moeten we weer van voor af aan beginnen?’

‘Nee!’, piepte Kiria, en draaide haar heupen bij hem vandaan. ‘Ik… ik probeer na te denken!’

‘Heb je wel geluisterd toen ik je een pak op je billen gaf?’Hij trok haar weer tegen zich aan en zij legde haar hoofd tegen zijn borst.

‘Nee! Ik heb je niet gehoord! Ik was alleen maar met de pijn bezig!’

‘Goed, dan zal ik het nog een keer zeggen. Je brengt jezelf in gevaar door in een auto te rijden die niet veilig is. Je was erg brutaal tegen me, je hebt gevloekt en je hebt gedreigd jezelf nogmaals in gevaar te brengen door in je eentje de berg op te klimmen’.

‘Oh, maar dat zou ik heus niet echt gedaan hebben. Ik was allen maar boos omdat je grof tegen me deed’.

‘Ik deed grof?’ Ansel dacht even na. ‘Je bedoeld toen ik je al die vragen over je auto stelde?

Ze knikte.

‘Ik denk dat er een groot verschil zit tussen grof zijn en bijvoorbeeld streng, serieus of bezorgd zijn. Het spijt me – het is nooit de bedoeling om grof tegen je te zijn. Ik wilde alleen maar dat je in zou zien dat je auto gevaarlijk is en dat jij dat daar veel te luchtig over deed’.

‘Maar je stelde helemaal geen vragen, je was eisend, je deed sarcastisch en je schold me uit, terwijl we afgesproken hebben elkaar niet uit te schelden’.

‘Heb ik je uitgescholden?’ Ansel duwde haar schouders een eind van zich af, maar ze keek hem niet aan.

‘Kijk me eens aan’.

‘Nee, ik heb allemaal mascara onder mijn ogen hangen’. Ansel ging op zijn hurken zitten en keek haar aan. Hij glimlachte toen ze haar gezicht achter haar handen probeerde te verstoppen.

‘Het kan me nog niets schelen als je helemaal onder de modder zou zitten, maar je kunt best naar binnen gaan om je op te knappen als je dat wilt’.

‘Ok’. Kiria draaide zich om en haastte zich in de richting van het huis. Ze wilde graag even alleen zijn om na te kunnen denken. Ze deed de badkamerdeur achter zich dicht en ging voor de spiegel staan. Er zaten zwarte vegen onder haar ogen en ze had blosjes op haar wangen, maar verder zag ze er beter uit dan ze verwachtte. Ze waste haar handen en haar gezicht en haar billen streken langs de rand van de wastafel toen ze zich omdraaide om een handdoek te pakken. Zo te voelen was haar bips bont en blauw. Ze deed haar broek naar beneden om te kunnen kijken. Er was alleen maar een rood vlekje te zien. Ze vroeg zich af hoe het kon dat het zo zeer gedaan had en dat er maar zo weinig van te zien was. Toen ze de voordeur open en dicht hoorde gaan, deed ze snel haar broek omhoog en liep de badkamer uit. Ansel stond in de hal, naast de opgezette bergleeuw. Kiria stak haar hand uit en streelde de zachte vacht.

‘Vertel me nu eens wat ik gezegd heb toen ik je uitgescholden heb’. Ansel deed zijn armen over elkaar en leunde tegen de muur.

‘Je zei dat ik dom ben’, mompelde Kiria en deed of ze plotseling grote belangstelling had in het linkeroor van de leeuw.

‘Ik zei dat je domme dingen had gedaan had, ja. Maar ik heb er zelfs nog bij gezegd dat ik je niet dom vind’.

‘Ik heb jou anders niet uitgescholden’.

‘Zeggen dat je domme dingen doet, kun je moeilijk schelden noemen! Vind je zelf ook niet dat het dom is om met een auto te rijden die zoveel gebreken vertoond?’

Kiria kriebelde de leeuw onder zijn kin. ‘Nee’, antwoordde ze zachtjes. ‘Maar ik vond het niet leuk hoe je tegen me praatte. Je was eisend en sarcastisch. Ik voelde me net een klein meisje wat met haar handen in de koektrommel betrapt werd.

‘Kiria, na die woede uitbarsting daar bij je auto, ja, toen heb ik je als een klein kind behandeld!’

Ze draaide zich om, deed haar armen over elkaar en keek hem aan. ‘Woede uitbarsting?’

‘Vloeken, tegen banden aanschoppen, met moersleutels gooien?’ Hij trok een wenkbrauw op . Ze ontspande een beetje en liet haar blik naar de grond zakken

‘Ok. Je hebt gelijk. Het spijt me. Het spijt me echt – ik heb me niet gerealiseerd wat voor indruk ik gemaakt moet hebben’.

Ansel sloeg zijn armen om haar heen en trok haar tegen zich aan. ‘Het spijt mij ook. Ik heb er geen spijt van dat ik je een pak op je billen gegeven heb, dat was meer dan verdiend. Het spijt me echter wel dat ik je dom genoemd heb’.

Kiria glimlachte en sloeg haar armen om zijn middel. ‘het is al goed’.

‘En als ik je in de toekomst een standje geef, dan kan ik best een beetje grof overkomen, maar het is alleen maar mijn bedoeling om serieus mijn punt te maken. Het komt allemaal recht uit mijn hart, omdat ik me zorgen om je maak’.

Nog nooit eerder in haar leven had Kiria zich zo geliefd gevoeld. Het was eigenlijk belachelijk om over liefde te spreken, terwijl ze Ansel nog maar twee dagen kende, maar ze kon geen ander woord vinden voor het warme gevoel wat hij uitstraalde en wat haar als een warme deken bedekte. ‘Het is goed’, fluisterde ze in zijn jasje.

Ze bleven minutenlang zo staan, beide genietend van elkaars nabijheid, totdat Ansel haar uiteindelijk los liet. ‘Kom, we gaan’, zei hij.

Kiria liep met hem mee naar zijn Jeep. Hij deed de deur voor haar open en ze ging voorzichtig zitten. Ze trok een grimas toen haar gewicht op haar bips drukte. Ansel gespte haar riem vast. Ze bleef stil zitten en voelde zich als een klein kind wat vastgezet werd. Hij liep om de auto heen en ging op de bestuurdersstoel zitten. Ze reden zwijgend een poos tot Ansel uiteindelijk het woord nam.

‘Morgenochtend laat ik je auto naar de garage in de Dorpstraat slepen, tenzij je liever naar een andere garage wilt?’

‘De garage in de Dorpstraat is prima’.

‘Mooi. Moet je morgen nog ergens naar toe?’

‘Nee, niet echt’.

‘Dan bel ik zodra de auto weer opgehaald kan worden. Dan kom ik je ophalen’.

‘Dank je wel’. Kiria glimlachte blij. Ze zou hem morgen alweer zien.

‘Heb je zin om morgenavond samen te gaan eten?’

‘Ja! Dat zou heerlijk zijn!’

‘Neem dan een lijstje mee. Dan gaan we boodschappen doen, voor je Franse maaltijd’.

‘Dat is goed’.  Kiria slikte moeizaam, en vroeg zich af of ze het voor morgenavond onder de knie zou kunnen hebben. Ze zou vroeg op moeten staan om wat te oefenen. Terwijl ze Ansel de weg wees, realiseerde ze zich plotseling, dat ze niet wilde dat Ansel het armmoedige huisje zou zien waar zij al haar hele leven met haar moeder woonde. Ze gras stond hoog omdat de grasmaaimachine het een paar weken geleden opgegeven had en de erf afscheiding was dringend aan een lik verf toe. De buren hadden aangeboden om te helpen, maar zoals gewoonlijk had haar moeder iedere hulp trots afgewezen. Ze waren van plan om er over een paar weken een weekend samen mee aan de slag te gaan, maar Kiria had daar niet veel zin in. Toen Ansel de straat in draaide maakte ze zich steeds bezorgder wat hij van hun huis zou vinden. Toen ze het huis van de buren naderden, dat veel groter was en een verzorgde tuin en afscheidingen had, hoorde Kiria zichzelf tegen Ansel zeggen dat hij moest stoppen.

‘Hier is het’, zei ze en opende de deur om uit te stappen. ‘Blijf maar zitten, mijn moeder ligt waarschijnlijk al te slapen en ze heeft er een hekel aan gewekt te worden’.

‘Goed’, zei hij en gaf haar een handkusje.

‘Welterusten! Ze zwaaide nog een keer en begon de lange oprit op te lopen. Het geluid van zijn motor veranderde niet. Toen ze achterom keek, zag ze hem zitten wachten. Hij wilde zeker zijn dat ze veilig binnen was. Ze vloekte binnensmonds en liep onder de carport door in de richting van de achterdeur. Opeens zag ze de lichtschakelaar. Ze deed het licht uit.

Uiteindelijk hoorde ze Ansel wegrijden. Op hetzelfde moment hoorde ze Bello, de grote Duitse herder van de buren aansloeg. Ze wist dat Bello het niet op haar had staan, omdat ze hem een keer, toen hij bij hun in de tuin zat te poepen met een tuinslang had natgespoten. Kiria haastte zich de garage uit en rende de oprit af en stapte tussen de bosjes door voor de lichten weer aangingen en Bello naar buiten werd gelaten.

‘Wat is er aan de hand, Bello?’, riep de buurvrouw. ‘Is daar iemand?’ In haar haast struikelde Kiria over een tuinhark en viel languit in het lange gras. Ze kwam met haar arm op een grote steen terecht.

‘We verdomme!’, vloekte ze. Ze sprong overeind en rende naar de voordeur. Ze maakt gehaast de deur open, ging naar binnen en sloeg de deur dicht. Haar arm deed zeer. Nog erger dan haar billen. Ze deed haar kleren uit om onder de douche te gaan en zag dat haar arm van haar pols tot haar elleboog geschaafd was. Het warme water deed in het begin een beetje zeer, maar vervolgens begon de pijn weg te trekken. Al snel voelde ze zich beter. Ze deed haar ochtendjas aan en ging achter de computer zitten om op zoek te gaan naar Franse recepten.

Ansel had al een kilometer afgelegd toen hij zich plotseling realiseerde dat Kiria hem gezegd had dat haar moeder pas laat thuis zou komen. Ze zei dat haar moeder vaak tot na middernacht de hort op was en het was nu pas tien uur. Hij vroeg zich af wat ze voor hem verborgen hield terwijl hij naar huis reed. Was ze bang alleen met hem te zijn?  Nou ja, ze had beloofd morgen voor hem te zullen koken en daar was hij erg blij mee. Hij wist dat hij het rustig aan met haar moest doen, ze had gezegd dat ze bang was nadat hij haar gekust had. Hij wilde haar helemaal niet bang maken. Hij glimlachte over de tegenstelling, je accepteerde wel een pak op haar bips, maar wilde niets hebben van liefdesuitingen.

Toen Angela die nacht thuis kwam, werd ze opgewacht door een uitzinnige dochter, die erop stond dat ze onmiddellijk les kreeg in de Franse keuken.

Maar Kiria, het is midden in de nacht. Ik heb helemaal geen zin om te koken’.

‘Oh, alsjeblieft mam, ik moet het morgen onder de knie hebben!’

‘Waarom?’

‘Omdat ik Ansel verteld heb dat ik een cursus Frans koken aan het volgen ben’.

‘Maar waarom heb je tegen hem gelogen?’

‘Omdat hij ook zo goed kan koken, ik wilde niet dat hij zou weten dat ik niet veel verder kom dan thee zetten! Ik zal je ervoor betalen, ik zal je voeten masseren, ik ben bereid alles te doen!’

‘Morgen misschien, liefje. Maar ik ga eerst naar bed’.

‘Maar mam, je kunt me nu niet in de steek laten! Ik moet oefenen, tot ik het onder de knie heb!’

Angela keek haar dochter lang en indringend aan. ‘Kiria, ik heb je altijd geleerd dat je jezelf moet kunnen redden. Je hebt altijd de gevolgen van je gedrag moeten dragen. Je hebt jezelf in de nesten gewerkt, je moet nu ook zelf maar zorgen dat je er weer uit komt’.

Kiria zuchtte en liet zich op de bank vallen. Ze trok een pijnlijk gezicht toen haar billen in aanraking kwamen met de veren in de kussens.

‘Wat is er aan de hand?’, vroeg Angela plagend. ‘Heb je nu al een pak op je bips gehad?’

Kiria keek haar zwijgend aan.

‘En wat is er met je arm gebeurd? Dat ziet er niet fraai uit!’ Angela ging in een fauteuil zitten en zette haar tasje op de grond. Ze pakte een sigaret en stak deze aan.

Kiria vertelde haar vertelde wat er die dag allemaal gebeurd was. Ze hield niets halverwege behalve dat ze erectie van Ansel tegen haar buik gevoeld had.

Angela keek haar dochter verbaasd aan. ‘Weet je Kiria, hij is niet een meeloper zoals die andere vriendjes van je. Hij zal je leugens door hebben, als dat nu al niet het geval is. Je kunt het maar beter opbiechten en hopen dat hij je nog steeds wil zien’.

‘Maar mam, als ik hem een heerlijke Franse maaltijd voorzet, dan is er niets aan de hand. Fat zal hij het nooit weten. En hij zal denken dat ik meer ben dan alleen maar een gekke kunstenares’.

Kiria, kijk nou eens naar alle leugens die je hem verteld hebt. Je kunt Frans koken, je woont in de grote villa hiernaast, je moeder gaat vroeg naar bed en heeft er een hekel aan gewekt te worden, je durft zomaar een slang op te pakken, en alles wat je nog vergeten bent te vertellen’.

Kiria voelde hoe haar hart sneller ging kloppen toen ze zich bedacht dat ze Ansel eerder had verteld dat haar moeder altijd laat naar bed ging. ‘Ik denk dat ij inmiddels al weet dat een van die dingen niet waar is’, stotterde ze. Ze was verbaasd hoze de spanning bij zichzelf voelde oplopen. ‘Oh, mam, wat moet ik nu? Dat pak slaag op mijn broek deed al hartstikke zeer, hoe zou een pak op mijn blote billen wel niet aanvoelen?’

‘Ik zou het niet weten, meisje. Ik heb nog nooit een pak op mijn billen gehad. Maar als hij toch al weet dat je gelogen hebt, maakt het dan nog uit of het één leugentje was, of vier? Of hij maakt het uit, wat zijn goed recht zou zijn of hij geeft je een flink pak op je bips, wat meer dan verdiend zou zijn. Als ik jou was, zou ik dat koken maar vergeten en alles gewoon toegeven. Angela drukte haar sigaret uit. ‘En nu ga ik naar bed’.

Kiria bleef somber op de bank zitten, ze zag op tegen de volgende dag, wanneer ze Ansel weer zou zien. Ze wist dat ze die nacht geen oog dicht zou doen. Ze had zich flink in de nesten gewerkt. Het was een nieuwe ervaring voor haar. Zo had ze zich nog nooit eerder gevoeld, tenminste niet sinds de derde klas van de HAVO toen ze naar de conrector gestuurd werd omdat ze met propjes gegooid had. Ze had alleen maar wraak genomen op een paar jongens die de tafel waaraan zij zat onder vuur genomen hadden. Ze moesten dus allemaal nablijven. Maar dat stelde niets voor. Niets vergeleken met een pak op haar billen.

Ze stond op van de bank, zette de computer uit en schonk zichzelf een glas wijn in. Ze zette de televisie aan om de late film te kijken. Drie glazen later, stak ze een sigaret van haar moeder aan en blies grote rookwolken uit. Haar billen waren nu gevoelloos en ze werd verteerd door berouw. Ze voelde een opkomende hoofdpijn en toen ze in haar tasje op zoek ging naar Ibuprofen kwam ze het briefje met het telefoonnummer van Ansel tegen. Ze giechelde even in zichzelf en pakte de hoorn telefoon, maar legde deze snel weer neer. Lieve help, wat zou hij wel niet denken wanneer ze hem zo vroeg in de ochtend zou bellen. Hij had gezegd dat hij vroeg op wilde staan. Nou ja, ze kon toch niet dieper in de problemen komen dan ze al was, bedacht ze. Dit zou een goede test zijn of hij haar aardig vond of niet. Als hij zou weten dat ze niet kon koken, een pathologische leugenaar was, in een bouwvallig huis woonde en hij zou haar nog steeds willen zien, dan zou ze het zeker weten. Kiria drukte haar sigaret uit, haalde diep adem en toetste het telefoonnummer van Ansel in.

Hij nam op nadat de telefoon drie keer overgegaan was, zijn stem klonk dik van de slaap. ‘Hallo?’

‘Ansel? Het is met Kiria. Het spijt me dat ik je midden in de nacht bel, maar ik moet je iets bekennen. Het kan niet tot morgen wachten’.

‘Huh?”

Kiria ratelde al haar leugens op. Ze probeerde niet al te luid te praten en was zich er vaag van bewust dat haar moeder de slaapkamer binnenkwam. Ze biechtte al haar leugens aan Ansel op en eindigde met een huilerig excuus voor hij iets had kunnen zeggen. ‘Hoe dan ook, als je niets meer van me wilt weten, dan neem ik je dat niet kwalijk…’

‘Je bent knettergek’, gromde de stem aan de andere kant van de lijn. ‘Ik ga je heus niet bellen en haal het niet in mijn hoofd om mij ooit nog een keer te bellen!’

Kiria’s hart ging als een bezetene tekeer, terwijl ze naar de ingesprektoon luisterde. Ze barstte in tranen uit. Angela ging naast haar zitten en trok haar tegen haar aan. Dat had ze vroeger ook altijd gedaan toen Kiria nog een klein meisje was.

‘Hij zei dat ik hem nooit meer moest bellen!’, jammerde Kiria. ‘En hij zou mij ook nooit meer bellen!’ Ze huilde lange tijd en viel uiteindelijk uitgeput op de bank in slaap. Angela ruimde het lege wijnglas en de asbak op, deed de televisie uit en ging naar bed. Ze had medelijden met haar dochter. Ze hoopte dat ze er snel overheen zou zijn en dat ze geleerd zou hebben dat ze geen leugens meer moest vertellen.

Ansels mountain (3)

De volgende ochtend vertelde Kiria haar moeder alles over haar avond met Ansel de Wit. Giechelend en blozend vertelde ze haar ook van zijn dreigement van een pak op haar blote bips. ‘Ik vraag me af of hij het ook echt gedaan zou hebben?’, vroeg ze haar moeder.

‘Dat weet ik wel zeker. Ik zou maar een beetje voorzichtig zijn als ik jou was’, antwoordde haar moeder terloops, terwijl ze zorgvuldig haar nagels lakte met een roze neon kleur.

‘Na het eten hebben we een wandeling gemaakt op het plein. Iedereen keek naar ons. Het was echt cool’.

Angela glimlachte naar haar dochter. ‘Weet je zeker dat je hem niet alleen maar leuk vindt omdat hij een bekendheid is, rijk is en er goed uit ziet? Je hebt per slot van rekening een hekel aan mannen die nogal nadrukkelijk aanwezig zijn, je bent kleinzerig, je verteld aan de lopende band leugens en je vloekt als een dragonder als je daartoe uitgedaagd wordt’.

‘Mam, de enig keer dat ik hem als een beroemdheid zag, was toen we door het dorp liepen. Ik vind hem een grote, aantrekkelijke man! Misschien is hij inderdaad een beetje nadrukkelijk aanwezig, maar hij is aardig, lief en eerlijk…’

‘Dus je binnenkort weer met hem uit?’

‘Ja! Vanmiddag gaan we slangen merken op zijn land’.

‘Wat gaan jullie doen?’ Angela was nu een en al aandacht.

Kiria moest lachen. ‘We gaan slangen vangen, zodat hij ze kan merken, zodat hij kan volgen of de oude blijven hangen en of er nieuwe bijkomen. Zoiets’.

‘Misschien moet ik maar eens met hem praten’, mijmerde Angela. ‘Ik wil wel weten of hij je niet in gevaar zal brengen’.

‘Ach mam, je hebt zijn televisieprogramma’s toch gezien? Hij is echt heel deskundig. Hij zal me heus niet in gevaar brengen’.

‘Maar dan moet je wel goed naar hem luisteren’.

‘Nou… ik heb anders wel de onbedwingbare behoefte hem uit te dagen zodat hij me over de knie zal leggen…’

‘Dan kun je hem beter testen voor jullie op Safari gaan. Dan weet ik tenminste zeker dat je niets zal overkomen’.

‘Afgesproken! Dat zal ik doen! Dat is een goed idee. We zullen eens kijken of de daad bij het woord durft te voegen… Ik bedoel of hij de hand op mijn billen durft te leggen…’ Ze moest hard lachen om haar eigen grapje, terwijl haar moeder haar hoofdschuddend aanhoorde.

‘Je zult er spijt van krijgen, ben ik bang’, zei ze en bracht een toplaag op haar nagels aan. Kiria ging uitgebreid in bad en deed vervolgens een kaki broek aan en een halter topje. Ansel had haar gezegd dat ze een broek aan moest trekken, dus ze hoopte dat het niet al te warm zou worden. Ze had een hekel aan dat geplak. Ze deed een beetje mascara op. Ze had goed onthouden dat hij had gezegd dat hij haar zonder veel knapper vond. War bedoelde hij daar eigenlijk mee? Had hij een hekel aan make-up? Of vond hij alleen maar dat ze teveel op gehad had? Goed dan, dan alleen een waterbestendige basis mascara en een beetje oogschaduw, een beetje rouge en een roze lippenstift. Mooi, het leek allemaal heel natuurlijk. Ze miste nog het zelfvertrouwen het helemaal achterwege te laten. Hij moest gewend zijn aan vrouwen met veel klasse en ze had geen zin hem teleur te stellen. Ze vlocht haar haren in twee vlechten en deed een hoed met een brede rand van haar moeder op. Toen ze in de spiegel keek, vond ze zichzelf teveel op een klein meisje lijken met die vlechtjes. Ze smeet haar hoed af en trok de vlechten eruit en haalde er een borstel doorheen. Zo, dat zag er een stuk beter uit.

Kiria reed de oprit van het huis van Ansel op. Ze zag hem bij de voordeur staan. Ze moest zichzelf weerhouden naar hem toe te rennen en zich in zijn armen te werpen. God, een knapper en aantrekkelijker man liep er waarschijnlijk niet op deze aarde rond. Ze keek op haar horloge en zag dat ze twintig minuten te laat was, precies zoals ze gepland had. Zijn gezichtsuitdrukking veranderde van een glimlach naar een strenge blik toen ze op hem af liep.

‘Is het je gewoonte om te laat te komen?’, vroeg hij.

Ze moest erom lachen. ‘Ja, ik ben bang van wel… Ik let meestal niet zo op de tijd. De laatste keer dat ik op de klok keek, had ik nog zeeën van tijd’.

‘En toch ben je te laat. Hoe is dat dan gekomen?’

‘Niets Ansel. Ik heb gewoon teveel tijd nodig gehad om me klaar te maken, denk ik’. Ze glimlachte en bedacht zich dat wanneer ze niet bezig was hem op de kast te jagen, ze zichzelf aan zijn houding geërgerd zou hebben.

Hij zuchtte, pakte haar bij haar arm en trok haar mee naar binnen. ‘Ik maakte me al weer ongerust. Je had toch wel even kunnen bellen? Je hebt kennelijk geen idee hoe het is om te bedenken wat er wel niet allemaal met iemand gebeurd kan zijn als je zolang zit te wachten’. Kiria moest onmiddellijk aan zijn verloofde denken, die niet meer thuis gekomen is. Ze voelde haar maag omdraaien – waarom deed ze hem dit aan?

‘Het spijt me Ansel. Het was niet mijn bedoeling om je ongerust te maken. Je hebt gelijk, ik heb daar nooit aan gedacht. Maar ik ben nu eenmaal heel vaak te laat, je moet daar niet teveel bij denken. Je moet er gewoon niet teveel rekening mee houden dat ik op tijd ben’. Kiria keek hem aan en zag een verblufte blik in zijn ogen.

Toen begonnen zijn ogen te glimmen en zijn mondhoek te trillen. Vervolgens barstte hij in lachen uit. ‘Zo heb ik het nog nooit eerder bekeken’, zei hij. ‘Dus vanaf nu zal ik er rekening mee houden dat je een half uur later zult zijn dan we afgesproken hebben’.

‘Dat is een strak plan. Ik denk niet dat ik meer dan een half uur te laat zal zijn’. Ze ging op de bank zitten terwijl hij wat te drinken ging halen. Tja, dacht ze, dat ging niet helemaal zoals ze het zich voorgesteld had. Hij was niet kwaad geworden, en hij dreigde helemaal niet haar een pak op haar billen te geven omdat ze te laat was. Hij was een stuk redelijker dan ze verwacht had. Het was tijd voor plan ‘B…’

Ansel kwam terug met ijskoude limonade. Terwijl ze een slok nam begon hij uit de doeken te doen hoe hij de slangen wilde vangen.

‘Verdomme!’, zei ze, ‘Moet je ze echt aanraken?’ Toen ze zag hoe hij ineenkromp moest ze inwendig lachen.

‘Niet alleen dat, maar ik laat zou het merkje inbrengen terwijl ik de slang vasthoud’, antwoordde hij.

‘Kut! Dat meen je niet!’, riep Kiria uit. Ze kreeg het er warm van, ze vloekte normaal helemaal niet, tenzij ze helemaal over de rooie was. Ansel schraapte zijn keel, haar zei niets over haar woordkeuze. Hij begon te vertellen over zijn eerdere ervaringen met de slangenjacht’.

‘Dat is verdomme niet te geloven’, riep ze opgewonden toen hij vertelde hoe hij een keer door een slang gebeten was.

Ansel ging opeens staan en keek haar strak aan.

‘Wat?’, vroeg ze en zette onschuldige ogen op.

‘Je hebt gisteravond niet een keer gevloekt en nu doe je het constant. En aan de manier waarop je het uitspreekt valt af te leiden dat je ook niet vaak doet. En mocht ik het nog niet gezegd hebben, ik heb een bloedhekel aan vloeken. Ik verzoek je dus ermee op te houden en je als een dame te gedragen! Ik heb je al eerder gezegd dat ik je aardig vindt zoals je bent, en dat meende ik!’

Kiria keek hem verbaasd aan. ‘Maar probeerde me helemaal niet…’ Ze kon hem de ware reden van haar vloeken niet vertellen. Dat zou haar doel voorbij schieten. Dat stond gelijk aan hem letterlijk vragen haar over de knie te leggen!

‘Als je niet probeerde je als een dame te gedragen, waar was je dan wel mee bezig?’

‘Ik… ik was…’

‘kijk, wat je bedoeling ook was, als je nog meer van dergelijke taal uitslaat, dan geef ik je een pak op je billen. Over de knie, met je broek rond je enkels. En dat wordt geen pretje, dat kan je wel verzekeren!’

Bij het horen van deze woorden voelde Kiria hoe de vlammen haar uitsloegen. Ze kwam ook nergens mee weg bij deze man! ‘Het spijt me’, haastte ze zich te zeggen. ‘Ik zal niet meer vloeken. Dat beloof ik!’ Nu het moment bijna daar was, was het dreigement van een pak op haar blote bips ineens niet zo spannend meer.

Ansel ging weer zitten. ‘Nou goed. En ook geen leugens, vergeet dat niet!’

Kiria keek hem verbaasd aan. Ze kon bijna niet geloven dat deze man haar vertelde wat ze wel en niet moest doen, zonder dat ze tegen hem in ging. De woorden die erop volgden verbaasden haar zelfs nog meer.

‘Oh ja, je ziet er geweldig uit vandaag’.

Ze voelde een golf door haar heengaan. Dit gevoel werkte verslavend. Ze vergat het half uur wat erop volgde haar snode plannen hem uit de dagen en toen ging hij staan met de boodschap dat het tijd was geworden om de slangen te merken. Kiria herinnerde zich vaag dat ze eerst nog een pak op haar billen wilde, maar was vergeten waarom. Ze voelde niet langer de aandrang de strijd met hem aan te gaan.

Ansel gaf haar een jerrycan water. Ze keek toe hoe hij verschillende gereedschappen aan de lussen van zijn riem haakte en in zijn zakken stopte. Hij pakte ook nog een metalen stang en toen waren ze klaar om te vertrekken. Ze liepen door de tuin, door het hek, het weiland in. Kiria bleef vlakbij Ansel lopen. Ze wist inmiddels dat het hier gevaarlijk kon zijn. Na een poosje bereikten ze een rivier, met rotsachtige oevers en overhangende bomen. Het water was zo helder als kristal en stroomde her en der over grote steen partijen, waardoor er af en toe een versnelling ontstond.

‘Wat is het hier prachtig!’, kirde Kiria. Ze vergat helemaal dat ze voorzichtig moet zijn en sprong langs de oever van de ene steen op de andere.

‘Niet te ver gaan’, riep Ansel, die stil was blijven staan om zijn zakken te doorzoeken. ‘Kijk uit voor de slangen’.

Kiria haastte zich naar de kant. ‘Zitten hier veel?’, vroeg ze.

‘Laten we het hopen!’ Hij grinnikte om haar angstige blik en hield haar een plastic spuit voor?’

‘Wat is dat?’

‘Een merkje’.

‘Huh?’

‘Een merk chip. Een injecteerbare chip’

‘Als je chinees blijft praten, ben ik het spoor bijster’, mokte Kiria en trok een pruillip.

Ansel moest lachen. Het is een elektronische chip ter grootte van een rijstkorrel in een glazen capsule. Het wordt in de buik van de slang geïnjecteerd.

‘En je wilt dat ik dat doe?’, vroeg Kiria en deed haar best haar weerzin niet te laten blijken.

‘Het is dat of je moet de slag vast willen houden’. Hij moest lachen toen ze hem de injectiespuit uit zijn hand trok.

‘Goed, pak er maar eentje’, zei ze met een glimlach.

‘Zo gemakkelijk gaat dat niet. We moeten er eerst een zien te vinden’.

‘Nee, JIJ moet er eentje zien te vinden. Ik blijf hier wel zitten wachten’.

‘Je hebt geen geweer, dus je gaat met mij mee’.

‘Je kunt je geweer toch bij mij achterlaten?’

‘En wie moet mij dan beschermen?’

‘Heeft meneer de deskundige bescherming nodig?’ Kiria trok vol ongeloof haar wenkbrauw op.

‘Kiria, we hebben het niet over knuffeldieren. Ik dacht dat je dat na gisteren wel zou begrijpen.

‘Goed dan’, zuchtte ze. ‘Ik ben er klaar voor’.

Ansel pakte de metalen stang. Kiria zag dat hij aan het uiteinde afgerond was.

‘Wat is dat?’, vroeg ze.

‘Een slangenhaak’, antwoordde hij raadselachtig. Hij draaide zich om en liep in de richting van de rivier. Kiria haastte zich om hem te volgen. Ze botste tegen hem aan toen hij plotseling halt hield bij een grote partij steen.

‘Ik wil wedden dat hier een of twee zitten’, zei hij en wees naar een grote spleet tussen twee stenen.

‘Ik heb het niet zo op gokken’, mompelde Kiria en deed een paar stappen achteruit. Ze keek toe hoe Ansel zich voorover bukte en de stang tussen de twee stenen duwde en hem voorzichtig heen en weer bewoog. Vervolgens kwam hij duidelijk teleurgesteld overeind.

‘Als je niet meteen succes hebt…’, zei hij en begon weer te lopen. Kiria haastte zich achter hem aan. Ze klom met enige tegenzin over de twee stenen waar hij net met de stang tussen had zitten prikken. Plotseling verstijfde ze toen ze voor zich een grote slang in de zon zag liggen’.

‘Ansel’, zei ze zachtjes.

‘Ik ben zo klaar’.

‘Ansel kom hier’. Ze hield haar ogen strak op de slang gericht. Ze hoopte dat deze niet wakker zou worden en haar in het oog zou krijgen. Of haar zou horen. Konden slangen eigenlijk horen?

‘Even wachten’, antwoordde hij terwijl hij met de stang tussen twee stenen bleef poeren.

‘Nee!’, bleef ze met een hese stem aandringen. ‘Je moet NU hier komen’.

Ansel ging rechtop staan en keek haar aan. ‘Als ik hier klaar ben, kom ik bij je’, antwoordde hij streng. ‘Even geduld, of anders kom je een pak op je bips brengen’.

‘Prima’, dacht Kiria en voelde een aangenaam gevoel door zich heen gaan, een gevoel wat haaks stond op haar gedachten. Ze bestudeerde de slang. Hij was grijs met zwarte en witte banden die elkaar kruisten. Over zijn rug liep een bruinrode streep. Ze boog zich voorover om zijn staart te kunnen bekijken. Zouden dat ratels zijn, daar op het eind? Ze boog zich nog verder voorover. Het leken wel degelijk ratels… Ze huiverde hoewel de warme zonnestralen door de bomen heen schenen.

‘Zo, en wat was er zo belangrijk?’ Ze hoorde Ansel achter zich naderen en glimlachte in zichzelf.

‘Niets’, ze ze zachtjes. Ze probeerde zo nonchalant mogelijk te klinken. ‘Alleen maar een slang’.

In een ogenblik stond hij naast haar. Hij stapte om haar heen en boog zich in de richting van de volgende staan.

‘Een ratelslang’, zei hij en wreef voorzichtig met de slang langs de zij van de slang. ‘Ligt behoorlijk diep te slapen’. Hij wreef voorzichtig over zijn kop en probeerde vervolgens de haak onder zijn buik te schuiven. Plotseling kwam de slang tot leven. Hij begon te kronkelen en begon luid te ratelen. Ansel greep hem snel achter zijn kop.

Kiria was van de steen weggevlucht zodra de slang begon te bewegen en stond gechokt te kijken naar Ansel en zijn verovering. Hij sprong van de steen, lachte en hield de slang tegen de steel en rekte hem met beide handen uit. De staart bleef driftig bewegen en ratelen.

‘Pak de rolmaat eens die aan mijn riem hangt’, vroeg hij haar. Ze trok hem los en overhandigde het aan hem. Hij keek verwachtingsvol naar haar, toen naar de slang en

Vervolgens weer naar de slang.

‘Wil je dat ik hem ga meten?’, bibberde Kiria.

‘Nee, dat zal ik wel doen’, antwoordde hij vrolijk. Hij liet de staart van de slang los en stak zijn hand uit in de richting van de rolmaat. Kiria sprong gillend achteruit toen de slang langs haar arm streek.

‘Goed, goed, maar blijf stil staan’, riep ze een trok de centimeter uit zijn behuizing.

Ansel rekte de slang weer uit en Kiria spande met meetlint voor de steen langs.

‘Zesennegentig centimeter’, constateerde hij. ‘Pak nu de injectiespuit’.

Kiria keek hem vol ongeloof aan. ‘N-nu?’, stotterde ze terwijl ze haar hand in zijn zak stak.

‘Steek hem daar tussen, tussen de schubben, een kleine centimeter diep’.

Kiria slikt moeizaam en legde haar hand aarzelend op de buik van de slang. Het voelde tot haar verrassing warm en droog aan.

‘Je kunt misschien beter het dopje van de naald halen’.

Ze keek naar de puit en trok de plastic dop van de spuit waardoor een grote stalen naald tevoorschijn kwam. ‘Oooh…’, kreunde ze en keek er met grote ogen naar.

‘Doe het dopje in je broekzak’.

Kiria gehoorzaamde op de automatische piloot. Ze keek hoe de slang met zijn ratels trillen en voelde zich licht in het hoofd worden. ‘Ik kan dit niet’, fluisterde ze.

‘Kijk naar me’.

Ze keek op zoals haar opgedragen was. ‘Je kunt het. Ik weet dat je het kunt. Ik zal ervoor zorgen dat je niets kan overkomen. Doe het nu maar gewoon’. Toen ze in zijn blauwe ogen keek, was ze bereid verder te gaan dan ze ooit gegaan was. Ze wilde dat Ansel trots op haar zou zijn. Ze voelde zijn kracht op haar afstralen en dat gaf haar moed. Ze haalde diep adem, legde een hand op de slang en plaatste de naald tussen twee schubben.

‘Druk hem erin’.

Ze duwde, maar de huid was verbazingwekkend taai en de naald kwam er gewoon niet door.

‘Harder’.

‘Oh, God’, hijgde ze en kromp ineen terwijl ze harder op de spuit duwde. Plotseling schoot de naald door de huid en drong meer dan drie centimeter in de kronkelende slang. ‘Oh, ik heb hem doorboord’, piepte ze en raakte bijna in paniek’.

‘Trek hem een beetje terug en druk dan de zuiger naar beneden’, zei Ansel kalm.

‘Ok, Ok…’ Ze was zich er vaag van bewust dat haar stem bijna een octaaf lager was dan normaal. Ze trok de spuit een eindje terug en drukte de zuiger naar beneden. Toen trok ze naald terug en deed haastig een stap achteruit, terwijl Ansel de slang inspecteerde.

‘Prima werk’, liet hij weten en gooide de slang met een boogje een einde verderop in het gras. De slang koos meteen het hazenpad en Kiria slaakte een zucht van opluchting.

‘Doe het dopje weer over de naald, voordat je jezelf er aan prikt’, zei hij toen hij naar haar toeliep.

Met trillende handen schoof ze het dopje over de naald. Ansel sloeg zijn sterke armen om haar heen. ‘Je hebt het heel goed gedaan! Ik ben trots op je!’

Kiria legde haar hoofd op zijn borst. Ze genoot van zijn armen om haar heen, de frisse geur van zijn shirt en zijn krachtige hartslag tegen haar oor. ‘Dank je wel’, mompelde ze. ‘Nu kan ik zeggen dat ik een slag geïnjecteerd heb’.

Ansel lachte en drukte haar nog dichter tegen zich aan. Toen gaf hij haar een klets op haar linkerbil, liet haar los en haalde een notitieboekje uit zijn zak. ‘Nu alleen nog even noteren’.

Kiria stond als aan de grond genageld. Haar bips gloeide en ze wist niet goed hoe ze moest reageren op zijn uiting van genegenheid. Ze voelde zich als een voetballer die net het winnende doelpunt had gemaakt. Ze keek toe hoe hij de lengte van de slang en zijn registratienummer noteerde.

‘En hoe kun je hem nu terugvinden nu hij ‘gemerkt’ is?’, vroeg ze.

‘Hij wordt niet door een satelliet gevolgd of zoiets. Maar als ik in de toekomst weer een slang vang, dan houd ik er een apparaatje bij die de chip uitleest’.

‘En waarom doe je dit eigenlijk?’

‘Slangen zijn een belangrijk onderdeel van de keten hier in de natuur. Ze zorgen dat de muizenpopulatie en die van andere schadelijke dieren hier in toom blijft. Door te observeren hoe de slangenpopulatie zich verplaatst, kan ik voorspellen hoe het natuurlijk evenwicht zich zal ontwikkelen’.

‘Oh’, zei Kiria. ‘Maar is er niet een vriendelijker manier om ze te merken?’

‘Vriendelijker? We hebben hem alleen maar een prikje gegeven. Voordat deze techniek beschikbaar was, moesten we een merkje maken door schubben te verwijderen, waar door een litteken ontstond waaraan de slang te herkennen was. De schubben gingen vaak bloeden en als je pech had ontsteken. Een vervelende toestand dus. Wat dat betreft is het inbrengen van een chip snel en gemakkelijk.

‘Oh’, zei Kiria en knikte.

Ansel deed zijn notitieboekje dicht. ‘Zullen we op zoek naar de volgende?’

Kiria keek hem aan. ‘Hoe weet je eigenlijk of de slangen die we vangen niet al een chip dragen?’

‘De volgende keer zal ik het DMS meenemen. ‘Hij moest lachen om haar verbaasde gezicht.

‘De Mobiele Satelliet?”, raadde ze.

Ansel schudde zijn hoofd.

‘De Mechanische Slangenzoeker?’

Hij lag dubbel van het lachen. ‘De Mini Scanner’, vertelde hij.

‘Hè, ik was nog niet klaar met raden’, zei Kiria klagend en trok een pruillip. ‘Je had het nog niet moeten zeggen!’

Het keek haar verbaasd aan. ‘Je houdt geloof ik wel van puzzelen, of niet?’, vroeg hij.

Het was er al uit voor ze na kon denken. ‘Oh ja! Ik ben dol op kruiswoordraadsels, cryptogrammen, raadsels…’

‘Ik heb thuis nog wel de nodige voor je liggen.

‘Cool!’ Kiria boog zich voorover om haar veters vast te maken. Ik werkelijkheid was ze in haar leven niet veel verder gekomen als een houten legpuzzel, maar ze had ze had wel eens toegekeken hoe haar moeder met die andere puzzels bezig was. Zo moeilijk kon dat niet zijn.

Ansel begon langs de rivier te lopen. Zo nu en dan bleef hij staan om wat in een spleet tussen twee stenen te prikken. Kiria volgde hem. Ze hoopte dat hij niet een volgend slachtoffer zou vinden.

‘Ansel waarom heb je nu die DMS niet bij je?’

‘Die heb ik niet nodig’ Hij ging op zijn hurken in een diepe spleet zitten porren.

‘Waarom niet?’

‘Omdat dit de eerste keer is dat ik met de chips werk’.

‘Bedoel je te zeggen dat je nog nooit eerder een in een slang gespoten hebt?’

Hij ging staan en keek haar schaapachtig lachend aan. ‘Dat zou wel eens waar kunnen zijn’.

Kiria rolde met haar ogen. ‘Ik kan niet geloven dat je mij iets hebt laten doen, wat jezelf nog nooit eerder gedaan hebt!”

‘Oh, haar ik heb wel eens een slang een injectie gegeven, maar dit met een chip. Bovendien heb ik je niet gedwongen om het te doen. Het was je eigen beslissing’.

‘Niet echt – Je stond te commanderen als een sergeant van het leger en ik was zo bang van die slang dat ik maar alles gedaan heb wat je zei’.

‘Waarom? Je had ook ‘nee’ kunnen zeggen’.

‘Tja, dat is waarschijnlijk wel zo… Dat wilde ik ook wel, maar was gewoon bang het te doen’.

‘Daarom heb ik je ‘gecommandeerd’. Je had nu geen tijd om er over na te denken, toch?’

‘Nee’.

Ansel glimlachte tegen haar. Hij vergat de slangen en liep naar haar toe. Hij ging vlak voor haar staan. Kiria was op haar hoede.

‘Was het dan zo erg?’, vroeg hij zacht.

‘Jou moeten gehoorzamen of de slang een injectie geven?’

‘Mij gehoorzamen’.

Ze trok haar wenkbrauwen op, terwijl ze even nadacht. ‘Nee, het was niet zo erg’. Er brak een brede grijns bij haar door. “Weet je, je zult het bijna niet willen geloven, maar ik ben helemaal niet gewend iemand te gehoorzamen’.

‘Oh, maar dat geloof ik graag”, lachte Ansel terug. Door wat je me verteld hebt en door wat ik gezien heb, heb ik de indruk dat je je behalve door de leraren op school door niemand iets hebt laten voorschrijven’.

‘Tja’, gaf ze toe, ‘ik heb me zelfs van de leraren op school niet zoveel aangetrokken’.

Hij lachte. Toen kregen zijn ogen een ernstige blik. ‘Dan hoop ik wel dat je je realiseert waar je nu aan begonnen bent.

Kiria keek de andere kant op. ‘Ik… ik weet dat ik me hier in de gevarenzone begeef’.

‘Niet alleen hier… maar bij mij’.

‘Ja. Ik bedoel… dat geloof ik ook’. Ze keek hem vluchtig aan en begon te blozen. ‘Ik, eh… het bevalt me wel’. Ze slikte moeizaam. ‘Ik heb nog nooit eerder zoiets gevoeld’.

‘Ik ook niet’. Er stak een koel briesje op, dat verkoelend werkte op de opgelopen lichaamstemperatuur bij hun beiden. ‘Weet je, het is ook niet mijn gewoonte om je maar wat te commanderen. Alleen als we hier zijn, of als je andere gevaarlijke dingen doet…’

‘Ok’. De gedachte dat ze iets gevaarlijk zou doen zorgde ervoor dat er een rilling door haar heen ging. Ze vroeg zich af wat hij allemaal gevaarlijk vond, maar voor ze iets kon vragen, nam hij het woord weer.

‘Ik wil wederzijds respect en vertrouwen’.

Kiria knikte instemmend. ‘Dat wil ik ook’.

‘En als ik iets niet kan uitstaan, dan is dat liegen’.

Haar gezicht werd nog roder. ‘Daar ga ik iets aan doen’.

‘Ik kan aan je zien wanneer je staat te liegen’.

‘Dat weet ik’.

‘En ik zal je een pak op je bips geven waar de vonken vanaf vliegen als je weer tegen me liegt’.

Haar hard ging sneller slaan bij de gedachte. ‘Eh… ik moet je iets vertellen’.

‘Nu al? Een blik van ongeloof zorgde er bijna voor dat ze terug begon te lopen in de richting van zijn huis.

Voor de spanning nog verder opliep, zei ze, ‘Ik heb daarnet gezegd dat het leuk vond om te puzzelen, maar dat was overdreven. Hoewel ik het leuk vind om te doen, lukt het me nooit om ze op te lossen. Het is vooral mijn moeder die er goed in is, niet ik’. Ze kuchte even voor ze haar blik op zijn schoenen richtte.

‘Is dat zo’. Hij deed zijn armen over elkaar, waardoor haar hart nog sneller ging kloppen.

Ze probeerde het haastig goed te maken. “Het spijt me. Het was niet mijn bedoeling je te laten geloven dat ik er goed in zou zijn. Hij floepte eruit voor ik het wist. Maar het was niet echt liegen, want ik heb niet gezegd dat ik er goed in was. Ik heb alleen maar gezegd dat ik het leuk vond om te doen. En dat is ook zo. Ik zou het ook graag wat beter kunnen. Maar toen jij dat dacht dat ik het goed zou kunnen, heb ik het besloten dat zo te laten. En nu denk ik dat jij, eh… dat net zo erg vindt als liegen, of niet?’ Ze stopte om diep adem te halen en keek op naar zijn verbaasde blik.

‘Zeg dat nog eens? Nee, wacht. Laat mij even. We nu nog bezig, de basisafspraken te maken, dus ik zal hier nog niets mee doen. Maar je hebt wel gelijk, als je niets zegt als de ander iets voor waar aanneemt, is het zelfde als liegen. Het is verzuimen de waarheid te vertellen.

Kiria glimlachte voorzichtig. ‘Ja, dat is wat ik bedoel. Maar ik vraag me af of iemand anders zou begrijpen wat wij net gezegd hebben’.

Hij keek haar lachend aan. Maar toen werd zijn blik ernstig. ‘Als ik je een pak op je billen geef omdat je gelogen hebt, dan zal dat zeer doen. Heel zeer. Het zal niet zo zijn als de laatste keer, toen je je spijkerbroek aan mocht houden’.

Kiria voelde hoe haar buik begon te kriebelen, maar ze bleef naar zijn halsketting staren. ‘Ik zou… ik zou zelf ook heel graag willen stoppen met het vertellen van leugens’.

‘Dat is mooi. Want ik ben vast van plan het je af te leren’.

Ze zweeg en liet zijn woorden tot haar doordringen. Niemand had haar nog nooit eerder iets af willen leren, en ze was ook verbaasd dat het geen verontwaardiging bij haar opriep. ‘Goed’, hoorde ze haar zelf zeggen. ‘Probeer jij me dat maar af te leren’.

‘Over het algemeen lukken dingen me aardig als ik mijn best ervoor doe’. Zijn stem klonk zelfverzekerd, zoals hij in alles zelfverzekerd was.

‘Dat is bij mi ook zo’. Kiria durfde hem weer aan te kijken.

‘En welke dingen wil jij dan?’

‘Tja… ik wil gewoon avonturen beleven, zoals vandaag…’

‘Ik ook’, lachte hij.

‘Ik heb er altijd een hekel aan gehad als mijn vriendjes me na een paar woorden al mijn zin gaven’.

‘Ik houd wel van een pittige discussie en geef niet snel toe’.

‘Dat is ook goed’.

‘Tenzij je goede argumenten hebt natuurlijk. Maar je zult wel je best ervoor moeten doen’.

Kiria grinnikte. ‘Op de middelbare school zat ik een discussieforum’.

‘Dan ken je de regels van een goede discussie. Niet beginnen te schelden’, glimlachte hij.

‘Natuurlijk niet’.

‘Dus geen gescheld?’

Ze twijfelde even. ‘Eh… ik heb wel de neiging te gaan schelden als ik boos ben. Je zult me toch niet, eh… je zult me daar toch niet een pak op mijn billen voor geven, toch?’

‘Misschien niet. Het hangt een beetje van de omstandigheden af, denk ik. Je weet al dat ik niet van vloeken houd’.

‘Ja, maar wanneer ik echt boos ben, dan kan ik behoorlijk vloeken en schelden. En ik heb geen zin daar een pak slaag voor te krijgen’.

‘Dat is goed. Zolang je maar niet tegen mij begint te schelden’.

Kiria schudde haar hoofd. ‘Dat zal ik niet doen’.

Ansel knikte en veranderde van onderwerp. ‘Heb je een relatie?’

‘Ik heb er zelfs drie’.

‘Ik ben anders niet van plan je met iemand te delen’.

‘Dat is goed, maar dan geldt dat beide kanten op’.

‘Dan denk ik dat we elkaar begrijpen’.

Kiria knikte. Hij deed een stap dichterbij, zodat hij vlak bij haar stond. Hij boog voorover en drukte zijn lippen zachtjes op de hare. Er ging een huivering door haar heen. Ze bedwong de aandrang haar armen om hem heen te slaan, ze wilde het initiatief aan hem overlaten. Weer raakten zijn lippen de hare. Ze deed haar ogen dicht en genoot van de warme sensaties in haar lichaam. Haar hart ging sneller kloppen toen ze zich de volgende stap probeerde voor te stellen, maar toen er een poos niets gebeurde, stak ze haar hand uit naar zijn overhemd. Maar ze tastte in het luchtledige. Toen hoorde ze een paar meter verder het onmiskenbare geluid van zijn slangenhaak op de stenen. Ze draaide haar hoofd met een ruk in de richting van het geluid, volkomen verbaasd dat hij op zo’n intiem moment weggelopen was. Ze vroeg zich zelfs af of hij de onzichtbare energie die zich tussen hen had opgebouwd wel gevoeld had…

Ze vonden nog twee slangen, beiden niet giftig en Kiria was een stuk beter dan bij de eerste in staat hen van een chip te voorzien. Ze vroeg zich af wat ze in de toekomst niet allemaal zou doen met haar nieuw verworven vaardigheden.

‘Ben je klaar om weer terug te gaan?’, vroeg Ansel, nadat het derde reptiel weer vrij gelaten had.

‘Nu al? Ik ben dit net leuk te vinden!’ Ze deed het dopje weer terug op de gebruikte injectiespuit.

‘Het wordt zo meteen snel donker’.

‘Ah, laten we er nog eentje vangen. Deze keer wil ik het doen’.

Ansel trok een wenkrauw op toen ze haar hand uitstak om de stang met de haak aan te pakken. ‘Ik dacht het niet’.

‘Ach toe, laat het me eens proberen. Alsjeblieft? Als we een giftige slang tegen komen zal ik er af blijven. Dat beloof ik’.

‘En hoe jij zien of hij wel of niet giftig is? Hij kan je bijten voor ik kan zien wat voor slag het is. Je hebt hier geen enkele ervaring in’.

‘Tja, voor jou is er ook ooit een eerste keer zijn, of niet?’

‘Dat wel, maar ik heb de verschillende soorten eerst uitgebreid bestudeerd. Boven dien heb ik de eerste paar keren behoorlijk veel geluk gehad’. Ansel pakte haar bij haar uitgestoken hand. ‘Het spijt me, maar we gaan nu terug naar huis.

Hij begon langs de rivier te lopen en Kiria volgde hem gewillig. Ze niet echt een slang vangen, ze wilde alleen maar dat hij dat zou denken. De schaamte over haar reactie toen ze de eerste slang vingen, voelde ze nog steeds en ze hoopte hem nu te laten zien dat ze niet bang meer was.

Ansel maakte thuis het eten klaar. Heerlijke gebakken zalm met wilde rijst en asperges. Kiria smulde.

‘Vind jij het leuk om te koken?’, vroeg hij terwijl ze zijn kookkunsten complimenteerde.

‘Oh, zeker! Ik heb me onlangs bedreven in de Franse keuken, die is echt geweldig’, flapte ze eruit. Haar geweten begon onmiddellijk hard op te spelen. Waarom zei ze dat nu? ‘Crepe Suzettes, canard à lórange, je weet wel…’ Kiria bestudeerde haar zalm. Ze durfde niet op te kijken. Als hij wist dat ze niet veel verder kwam dan thee zetten, dan zou dat weinig indruk maken.

‘Hmmm. Dan denk ik dat jij de volgende keer maar moet koken. Laat me van tevoren maar weten welke ingrediënten je nodig hebt’.

‘Goed’. Kiria zou onthouden dat ze de volgende dag wat Franse recepten van internet moest downloaden. Zo moeilijk kon het zijn. Haar moeder had het zomaar opgepikt tijdens een cursus in het plaatselijke wijkgebouw. Ze kon zichzelf wel een draai om haar oren geven, dat ze zo snel al weer een nieuwe leugen verteld had, maar ze zou proberen er het beste van te maken. Ze was ervan overtuigd dat ze het snel genoeg op zou kunnen pikken. Vreemd genoeg had ze nooit eerder belangrijk gevonden of ze voor een man zou kunnen koken of niet.

Na het eten bleven ze nog wel een uur in de huiskamer zitten praten. Ze vertelden elkaar hun jeugdherinneringen. Ze waren totaal verschillend opgevoed, de een met veel vrijheid en verwennerij, de ander met een strenge, liefdevolle sturing, maar toch hadden ze zo’n beetje dezelfde normen en waarden. Het grote verschil was echter dat Ansel ernaar leefde en dat Kiria er alleen maar in geloofde. Ze was vaak met een flinterdun excuus van haar waarden afgedwaald, maar nam zich altijd voor zich er de volgende keer beter aan te houden.

‘Tja, ik moet morgen vroeg op, dus ik ben bang dat we de avond maar eens moeten beëindigen’, liet hij haar weten.

Kiria keek hem ontzet aan, maar herstelde zich snel en toverde een glimlach tevoorschijn. ‘Ok, ik heb genoten van de maaltijd, en de slangenjacht was geweldig. Bedankt voor je uitnodiging’.

‘Niets te danken’, lachte hij en stak zijn hand uit om haar van de bank overeind te trekken. Kiria pakte haar handtasje en vest en liep in de richting van de voordeur. Toen ze naar buiten liepen, gaf hij haar een briefje.

‘Kijk, hier heb je mijn telefoonnummer. Ik wil dat je me belt als je thuis bent, zodat ik weet dat je veilig overgekomen bent’.

Kiria stopte het briefje in haar tas en schreef vervolgens het nummer van hun huistelefoon voor hem op. ‘Nogmaals bedankt voor de leuke middag en avond’, zei ze. Ze deed de deur van haar auto open en wilde instappen, maar toen Ansel zijn hand op haar arm legde, draaide ze zich om en zag zijn ernstige blik. Hij pakte haar tasje van haar aan en gooide die op de bestuurdersstoel, en sloeg zijn armen om haar heen. Kiria voelde hoe zijn borstspieren zijn spanden tegen haar wang, terwijl zijn handen over haar billen streelden.

Het voelde heel natuurlijk om haar kin op te lichten en hij streek zachtjes met zijn mond over de hare. Ze voelde hoe ze warm van binnen werd toen hij zijn lippen steviger op de hare drukte. Een golf van verlangen ging door haar heen, toen Ansel haar steviger tegen zich aandrukte. Hun tongen kwamen tegen elkaar aan, eerst ontdekkend daarna dansend. Hij rook naar een ongewone eau de toilette en smaakte naar de zoete wijn die ze bij het eten gedronken hadden. Het was bedwelmend en overweldigend en toen ze zich steviger tegen hem aandrukte voelde ze een grote bobbel tegen haar buik drukken. Met een schok van pure paniek, duwde ze tegen zijn borst. Hij liet haar onmiddellijk los.

Ansels mountain (2)

Kiria herinnerde zich opens het dreigement van Ansel om haar naar het politiebureau te brengen. ‘Ben je nog steeds van plan me aan te geven?’, vroeg ze in de hoop dat hij van gedachten veranderd zou zijn.

‘Nee’, antwoordde hij. ‘Ik denk dat die rekening wel vereffend is’.

‘Dank je wel. En het spijt me echt’.

‘Ik geloof je’.

Kiria lachte in zichzelf terwijl ze naar de overdrijvende wolken keek, blij als zijn kind met zijn simpele antwoord. Even later voelde ze haar maag kriebelen en toen ze haar hand daar neerlegde voelde ze een warme vloeistof. ‘Och!’, riep ze en ging snel rechtop zitten om te kijken wat er aan de hand was. Er sijpelde bloed uit een klein scheurtje in haar navel wat door haar nieuwe piercing veroorzaakt was.

Ansel zat al naast haar. ‘Ga weer liggen’, zei hij en duwde tegen haar schouder. Ze gaf toe.

‘Nou moet je toch kijken…’ Hij keek naar haar buik en haalde een zakdoek tevoorschijn. ‘Ik vraag me af wat iemand mankeert wanneer hij gaten in zijn huid laat prikken’, gromde hij en drukte de zakdoek op de wond. ‘Het is uitgescheurd. We moeten die ring eruit halen’.

‘Nee!’, schreeuwde Kiria. Ik heb bijna tachtig euro voor dat ding betaald!’

Ansel keek haar vol onbegrip aan. ‘Houd deze er dan even op, dan neem ik je mee naar huis om het schoon te maken. Misschien kunnen we hem nog redden’.

‘Terwijl ze de zakdoek stevig tegen haar navel drukte, kwam Kiria overeind en begon de heuvel af te lopen. Ansel pakte zijn geweer en haar rugzak en liep achter haar aan naar haar auto. Ze stopte en leunde er tegenaan. Toen ze naar haar navel keek, ontdekte ze dat het er niet zo fraai uitzag.

‘De sleutels zitten in het zijvakje’, zei ze tegen Ansel terwijl ze op haar rugzak wees.

Hij haalde ze tevoorschijn en deed de deur aan de passagierskant voor haar open. Toen ze ging zitten, trok ze een pijnlijke grimas. Ondanks haar angst, moest ze glimlachen toen hij de stoel een stuk naar achteren schoof en toen nog steeds met zijn knieën bijna tegen het stuur aanzat toen hij op de bestuurdersplaats ging zitten.

Na een kort stukje op de snelweg, reed hij een landweggetje op, tot ze bij een groot hek aankwamen. Ansel tikte de code in en het hek ging open om hen binnen te laten. Het huis bevond zich een paar honderd meter van de weg. Het zag er in eerste instantie niet erg indrukwekkend uit. Hij parkeerde haar auto op een vrije plek naast een groene Jeep en stapte uit. Hij deed de deur voor Kiria open. Ze stapte voorzichtig uit, terwijl ze de zakdoek nog steeds tegen zich aan gedrukt hield. Ze volgde hem naar het huis en stond even later als aan de grond genageld in de hal. Nog geen drie meter van haar verwijderd staarde een opgezette bergleeuw haar aan. Zijn ogen leken levensecht.

Ansel pakte bij haar arm en voerde haar mee naar de keuken, die volledig gerenoveerd was met licht eiken kastjes en een granieten aanrechtblad, er hing nog een verse verfgeur. Hij deed het licht boven de keukentafel aan en zei haar dat ze erop moest gaan liggen. Toen liep hij de keuken uit. Kiria ging op de kop van de tafel zitten. Ze wilde er niet op gaan liggen als een kadaver wat opgezet moest worden. Toen Ansel terug kwam met gaasjes en verband, ging ze echter met tegenzin liggen. Hij haalde haar hand van haar buik en reinigde de huis met antisceptische doekjes. Kiria jammerde. Het prikte heel erg en de tranen stonden in haar ogen, maar ze hield ze tegen en klemde haar kiezen op elkaar, terwijl hij aan het werk was. Ze hoopte dat hij de ring zou kunnen redden.

‘Kiria, hij zal er echt uit moeten’, zei hij uiteindelijk. Ze deed haar hoofd omhoog om te kijken. ‘Kijk, het is hier helemaal uitgescheurd. Dat ktijgt geen kans om te helen als je die ring erin laat.

‘Wat weet jij daar nu van? Ben je soms dokter?’, vroeg ze. Ze wilde niet geloven wat hij zei.

‘Nee, ik ben dierenarts. Ik heb al heel wat wonden gezien en ik weet hoe ze genezen’.

‘Nou, ik ben anders geen dier en denk je niet dat bij dieren anders in zijn werk gaat als bij mensen?’

Terwijl Kiria lag te protesteren, trok Ansel het bolletje van de ring van de ring. Ze hield haar adem in toen ze hem over de keukenvloer hoorde stuiteren. ‘Waarom deed je dat in godsnaam?’. Kiria kwam overeind, maar hij had de ring er al uit gehaald en veegde de rest van het bloed weg.

‘Wel verdomme!’, riep ze boos en ging rechtop zitten. Haar gezicht was rood van kwaadheid.

‘Liggen blijven, dan kan ik het verbinden’, liet hij haar weten.

Niet bepaald onder in de indruk liet Kiria hem luidkeels weten, , ‘Ik kan niet geloven dat je hem eruit gehaald hebt! Het is om te beginnen al jouw fout dat het uitgescheurd is. Wie denk je eigenlijk wel dat je bent, om me zo tegen de grond te werken en me een pak op mijn billen te geven alsof ik een klein kind ben?’

‘Het heeft zo te horen niet veel indruk gemaakt’, zei hij en legde zijn beide handen op haar schouders om haar omlaag te drukken.

‘Dat klopt. Het enige wat het gedaan heeft, is dat het nog bozer gemaakt heeft!’, klaagde ze terwijl ze hem zijn gang liet gaan en de wond liet verbinden.

‘Interessant’, zei hij rustig, ‘Het werkte vroeger heel goed bij mijn zuster. Maar haar billen hadden alleen maar de bescherming van haar onderbroek, terwijl jij een dikke spijkerbroek aan had’. Hij trok een wenkbrauw op en plakte een paar stukken tape om het verband vast te zetten. Kiria begreep wat hij zei en zweeg.

Ansel klopte op haar heup en deed een stap achteruit om het verpakkingsmateriaal weg te gooien. Kiria ging rechtop zitten en zette haar voeten op een stoel terwijl ze toekeek wat hij deed. In gedachten zag ze zichzelf met blote billen over zijn knie liggen en ze voelde een vreemde sensatie in haar buik.

‘Mag ik nu naar huis, alsjeblieft?’, vroeg ze. Ze deed haar best zo beleefd mogelijk te klinken.

‘Laat me eerst het schilderij eens zien wat je gemaakt hebt’.

Kiria liet zich van de tafel glijden en pakte haar rugzak van de vloer. ‘Ik denk dat je niet geloofd dat ik heb zitten schilderen, is het niet?’

‘Overdrijf je nu niet een beetje?’, lachte hij. Ze trok alleen haar wenkbrauwen op terwijl ze haar schilderdoos uit de rugzak trok en en deze open maakte. Het doek was nog een beetje nat, maar het was heel goed bewaard gebleven in zijn speciale opbergplaats. Ansel deed een stap achteruit om hem goed te kunnen bekijken.

‘Het is prachtig!’, zei hij. ‘je hebt echt talent’.

Kiria glimlachte en deed de doos weer dicht. Ze was wel gewend complimentjes te krijgen, maar op de een of andere manier deed zijn mening haar zwellen van trots.

‘Dank je’. Ze deed de doos weer in haar rugzak en pakte haar sleutels van het aanrecht.

‘Ik ben ook onder de indruk hoe je om bent gegaan met die situatie met die wilde kat. Hoe wist je dat je het beste stil kon blijven zitten?’

Ze glimlachte. ‘Ik kijk altijd naar je televisieprogramma, weet je nog?’

‘Maar je bent niet in paniek geraakt; je bleef op je plaats wachten tot hij weg was. Je wist dat hij zijn lunch al binnen had en het dus niet nodig was om hem af te schrikken. Ik ben blij dat ik hem niet af hoefde te schieten.

‘Ik was veel te bang om te bewegen’, gaf ze toe en lachte hem breed toe, waardoor haar perfecte bovengebit zichtbaar werd. Ansel deed een stap naar voren en trok haar paardenstaart uit haar haar. Kiria bleef bewegingsloos staan, terwijl hij de zachte lokken over haar schouders drapeerde. Hij deed een stap achteruit en hij bekeek haar met dezelfde bewonderende blik als toen hij haar schilderij bekeek.

‘Je bent een knappe meid’, zei hij en ze voelde een huivering door haar heengaan. ‘Ik hoop dat je in de toekomst een beetje voorzichtiger zult zijn. Geen navel piercings meer, geen verboden terrein betreden en ga niet meer met vreemde mannen mee zonder dat er iemand bij is’.

Kiria’s mond viel open en haar hart ging sneller slaan. ‘Je bent niet te geloven. Heen wonder dat je nog vrijgezel bent, je bent de grootste controle freak die ik ooit gezien heb!’

Zijn plagende glimlach verdween en zijn gezicht werd donkerder. ‘Je moet niet oordelen over iets waar je niets van weet. Kom, dan zal ik je wat laten zien’. Hij pakte haar bij haar arm en nam haar mee naar de woonkamer. Iets in zijn stem liet haar weten dat ze maar beter mee kon werken.

Ze nam de tijd om uitgebreid om zich heen te kijken toen ze over de drempel stapten, de inrichting was prachtig. Een ingewikkeld geweven Perzisch tapijt lag op de glanzende hardhouten vloer en er hing een geur van leer, die van de twee banken afkomstig was. Ansel liep naar de wit marmeren open haard en wees naar de foto van een mooi meisje op de schoorsteenmantel.

‘Dit was mijn verloofde, vijf jaar geleden, zei hij’, niet in staat om de pijn in zijn ogen te verbergen. ‘Ze hield van hard rijden en ik heb nooit geprobeerd haar op andere gedachten te brengen, anders dan te vragen dat niet te doen. Ik liet haar haar gang gaan. Ik was bang dat ze bij me weg zou gaan, als ik haar zou dwingen dingen te doen die ze niet wilde. Ze was een prachtige meid die nog een heel leven voor zich had, maar op een avond nam ze een bocht te hard, en botste tegen een boom. Ze was op slag dood’.

Kiria staarde geschokt naar de foto. Voor de tweede keer die dag vulden haar ogen zich met tranen. Waarom deelde hij zoiets afschuwelijks, zoiets persoonlijks met haar? Vond hij het echt zo erg dat ze hem een controle freak genoemd had? Ze slikte moeizaam en wist even niet wat ze moest zeggen.

Ansel legde zijn hand voorzichtig op haar arm. Haar hartslag ging omhoog bij dat lichamelijke contact. Haar blik ontmoette de zijne. Ze knipperde om scherp te kunnen zien. Haar wangen waren rood van schaamte toen hij haar tranen zag.

In zijn eigen blik was een intense emotie waarneembaar. ‘Ik heb gezworen dat ik nooit meer lijdzaam toe zal kijken wanneer iemand gevaarlijke dingen doet’, zei hij. ‘En als me dat een controle freak maakt, dan is dat maar zo’.

‘Ik… ik denk dat ik je wel begrijp’, gaf Kiria toe. ‘Het spijt me verschrikkelijk dat je je verloofde verloren hebt’.

‘Het is al lang geleden, maar ik zal het nooit vergeten. En telkens wanneer iemand die ik ken stomme fratsen uithaalt, dan doe ik mijn best om ervoor te zorgen dat ze het nooit weer zullen doen, ongeacht wat er nodig is om ze dat duidelijk te maken’.

‘Maar je kent me helemaal niet’.

‘Dat is waar’.  Hij pauzeerde even en ging toen verder, ‘Maar ik zou je wel graag beter willen leren kennen…’. Zijn ogen verloren hun gepijnigde blik. Er verschenen kleine rimpeltjes die op een soort geheim amusement duiden.

Haar humeur knapte op en ze klaagde zachtjes, ‘Je had geen recht me een pak op mijn b… bi…, om te doen wat je gedaan hebt’.

‘Je een pak op je billen te geven?’

‘Ja! Is het je gewoonte alle vrouwen die gevaarlijke dingen een pak op hun bips te geven?’

‘Nee’, gaf hij toe. ‘Jij bent de eerste’.

Kiria keek hem enige ogenblikje zonder iets te zeggen aan, en flapte er vervolgens uit, ‘Maar waarom heb je dat dan in godsnaam wel bij mij gedaan?’

‘Omdat jij de eerste was waarvan ik wist dat ik ermee weg zou komen’. Hij moest lachen om zijn eigen onhandige woordkeus.

Kiria voelde hoe ze een kleur kreeg.

‘Je begaf je op verboden terrein, je was brutaal, vervolgens heb je me verschillende keren belogen. Dus het leek me toe dat wanneer ik je een pak op je billen zou geven, je niet met geod fatsoen de politie op me af kon sturen. Je bevond jezelf ook in een penibele situatie. Het was een unieke kans om het ten uitvoer te brengen, zonder dat ik me in de nesten zou werken. Ik ben er altijd al van overtuigd geweest dat een pak op de billen een zeer heilzame uitwerking op vrouwen zou hebben, maar ik heb het nooit eerder durven doen’.

‘En hoe zit het met je zuster?’

‘Dat was heel iets anders. Ze was nog maar een kind, jij bent een volwassen vrouw’.

Kiria bloosde nog harder door de manier waarop hij nu naar haar keek. ‘Dus… ik was een soort proefkonijn?’ Ze zag hoe hij zijn ogen geamuseerd een beetje samenkneep.

‘Zo zou ik het niet willen noemen’, zei hij en streek met zijn hand door zijn haar. Kiria zag hoe zijn biceps samenbalden. ‘Het leek me op dat moment het beste wat ik kon doen. Je was me heel erg aan het uitdagen, en ik kon er geen weerstand aan bieden’.

‘Ok… en vond je het leuk om te doen?’, vroeg ze met een fluisterde stem toen ze zag hoe zijn ogen begonnen te schitteren. Ze voelde een soort elektrische spanning in de lucht hangen toen ze een stap naar voren deed. De geur van schone lucht werkten als een soort drug op haar zintuigen. Haar ogen vielen op zijn ongewoon dikke, gouden ketting, met een blauwe saffier, omhuld door een klompje gesmolten goud. Ze deed haar blik omhoog om zijn vurige blik te ontmoeten, waardoor de ban gebroken werd. Ze voelde zich verward.

Ansel zuchtte. ‘Nee, ik vond het niet echt leuk’. Hij keek langs haar heen de hal in en voegde eraan toe, ‘je vocht als een bezetene om weg te komen en je had je broek aan. Ik had je eigenlijk een pak op je blote billen geven, tot ze mooi rood waren’. Hij grijnsde toen hun blikken elkaar ontmoeten.

‘Wat!’, hijgde Kiria verrast en barstte vervolgens in lachen uit. ‘Niemand heeft me ooit eerder een pak op mijn billen gegeven’, gaf ze toe. ‘Dus ik denk dat het voor ons beiden de eerste keer geweest is’.

‘Hebben je ouders je nooit een pak op je bips gegeven?’

‘Ze zijn gescheiden toen ik pas twee jaar oud was. Ik kan me niet herinneren dat mijn moeder me ooit geslagen heeft. We waren meer zussen dan moeder en dochter’.

‘Oh. Nou ja, dat verklaard in ieder geval waarom je weinig respect hebt voor gezag’. Zijn ogen glommen.

‘Ik negeer gezag niet wanneer ik het voel’, antwoordde ze, terwijl de terug lachte.

‘Dan moet je misschien eens naar de opticien’.

‘Er mankeert helemaal niets aan mijn ogen’.

‘En hoe zit het dan met die verboden toegang bordjes?’ Hij trok een wenkbrauw op en glimlachte.

‘Ik moet nu naar huis’, lachte Kiria en deed een stap in de richting van de hal, maar Ansel legde zijn hand op haar arm waardoor ze bleef staan.

‘Heb je zin om met mij iets te gaan eten vanavond?’

Ondanks zijn openlijke flirten, was ze niet op zijn vraag voorbereid. ‘Eh…’ Ze liet een pauze vallen, conflicterende gedachten schoten door haar heen. Ze voelde zich heel erg tot hem aangetrokken, maar ja, welke vrouw zou dat niet zijn? Hij was rijk, semi beroemd en knap. Maar zij was niemand, had schulden en was niet bijzonder knap. Ze hadden werkelijk niets gemeen, behalve dat ze beiden vrijgezel waren. Daarnaast was hij behoorlijk arrogant en ze had er een hekel aan wanneer anderen zeiden wat ze moest doen. Ze had momenteel verschillende vriendjes, die ze allemaal op veilige afstand hield. Ze schenen allemaal te denken dat zij de baas was. Maar het was duidelijk dat deze man de baas zou zijn en haar waarschijnlijk nooit een gelijkwaardige partner zou laten zijn. Maar nu stond hij voor haar, ongeduldig wachtend op een antwoord.

‘Ik beloof je dat ik je niet een pak op je billen zal geven’, voegde hij er grijnzend aan toe.

Kiria glimlachte terug. ‘Goed dan. Als je ook beloofd dat je geen sieraden van me af zult rukken’.

Ansel keek haar onderzoekend aan. Hij zag twee oorringetjes in ieder oor en toen gleed zijn blik langs haar lippen, neus en wenkbrauwen. ‘Steek je tong eens uit’, zei hij. Ze deed het onmiddellijk.

‘Ik heb nergens anders piercings, als je dat wilt weten’, lachte ze.

‘Mooi zo. Wil je dat ik je op kom halen of kom jezelf deze kant weer op?’

‘Ik kan hier om een uur of zeven terug zijn’.

‘Klinkt goed. Ik zal het hek open laten’. Hij liep met haar mee naar haar auto en gaf haar een knuffel voordat ze op de bestuurdersstoel ging zitten. Haar armen tintelden de hele weg naar huis. Kiria parkeerde haar auto en haastte zich naar binnen. Ze kon niet wachten haar moeder te vertellen wat ze allemaal beleefd had.

Angela moest lachen toen Kiria haar vertelde over het pak op haar billen en dat ze hem in zijn been gebeten had. ‘Zo te horen heb je een echte tijger aan de haak geslagen. Ik hoop dat je hem een beetje aankunt’, grijnsde ze.

‘Oh, mam, daar zit nu net het probleem. Waarom ga ik uit eten met een man die de baas over me wil spelen? Ik lijk wel gek’.

‘Misschien verlang je wel stiekem naar een beetje discipline. Iets wat je vader en ik je nooit gegeven hebben’. Angela glimlachte. Ze was bijna twintig jaar geleden van de vader van Kiria, James en had hier geen moment spijt van gehad. Zij en Kiria waren redelijk gelukkig met zijn tweetjes. James was haar maar twee of drie keer per jaar op komen zoeken om haar mee te nemen uit eten of samen naar de bioscoop te gaan. Kiria had deze bezoekjes altijd erg leuk gevonden, maar leek haar vader verder nooit te missen. Ze was een voorbeeldig kind geweest, probeerde altijd op het rechte pad te blijven en hoefde maar zelden toegesproken te worden.

‘Naar discipline verlangen? Ik heb er een hekel aan wanneer anderen me zeggen wat ik wel en niet moet doen. Ik houd ervan het initiatief in eigen had te houden. Ik ben niet op zoek naar een vaderfiguur’. Kiria fronste haar wenkbrauwen. ‘Of ben ik dat wel?’

‘Je vader heeft zijn rol in ieder geval nooit vervuld’.

‘Maar Ansel is maar vier jaar ouder dan mij’.

‘Ja maar het klinkt alsof hij zich gedraagt of hij jaren ouder is dan in werkelijkheid het geval is. Kijk Kiria, ga gewoon naar hem toe en vermaak je. Het leven is veel te kort om alles uitgebreid te analyseren. Ik heb vanavond ook een afspraakje en ik ga me echt geen zorgen maken of hij de regie willen hebben of niet. Ik ga me gewoon vermaken’.

Kiria glimlachte tegen haar nog steeds aantrekkelijke moeder. Toen ze veertig jaar oud was, zag ze eruit als dertig. Ze waren meer zusters dan moeder en dochter. Daarom vond Kiria het plezierig hier in huis te wonen en had nooit overwogen om uit huis te gaan. Angela had nooit een van haar ‘vriendjes’ mee naar huis genomen om ze aan Kiria voor te stellen, hoewel Kiria hier een paar keer om gevraagd had. Ze had zich dikwijls afgevraagd op wat voor mannen haar moeder viel. ‘Goed mam. Ik ga nu eerst een douche nemen’.

‘Ik ga om een uur of zes de deur uit en ik weet niet hoe laat ik weer thuis ben. Je hoeft dus niet op mij te wachten’, zei Angela terwijl ze op de bank ging zitten lezen.

Kiria nam uitgebreid de tijd om zich klaar te maken, ze deed een flinke laag mascara op en een eyeliner nadat ze een lichte basis had aangebracht. Ze hoopte dat Ansel haar nieuwe ‘look’ mooi zou vinden. Hij vond haar natuurlijk puur natuur al mooi, maar hij had haar glamour kant nog niet gezien. Misschien dat hij haar nu heel erg mooi zou vinden in plaats van alleen maar knap. Ze plakte voorzichtig een nieuwe pleister over haar navel. Het verband had ze afgedaan voor ze ging douchen. Het had niet meer gebloed. Ze deed een kort, zwart, strapless jurkje aan en haar hoogste, sexy pumps. Hij was ongeveer twintig centimeter groter dan haar, maar ze zou nu bijna even groot zijn. Kiria glimlachte in zichzelf. De man zou niet weten wat hem overkwam vanavond.

Om zeven uur stond Ansel voor het raam. Hij keek of hij Kiria al zag komen. Geen van beiden had gezegd waar ze zouden gaan eten en hij was casual gekleed in een kaki spijkerbroek en een wit gebloemd overhemd wat hij open droeg op een T-shirt. Hij had zich gedoucht en geschoren rond zijn ringbaardje. Hij had nog een keer in de spiegel gekeken en zich voorgehouden dat hij zich niet zo druk moest maken. Kiria vond hem natuurlijk altijd aantrekkelijk, wat hij ook aan had. De honderden vrouwen die hem fanmail schreven, konden het niet allemaal bij het verkeerde eind hebben. Zelfs voor zijn televisieprogramma werd uitgezonden, probeerden vrouwen hem in de kroeg en zelfs in de supermarkt te versieren. Hij keek naar de foto van Betty op de schoorsteenmantel. Het was al lang geleden dat ze verongelukt was, maar hij ging nog steeds niet vaak op stap. Hij bleef liever thuis en verkoos het gezelschap van de dieren boven die van mensen. De vrouwen die hij kende wilden allemaal maar een ding, zijn bekendheid en geld. Kiria was echt een verademing. Hoewel ze aanvankelijk opgewonden was hem te zien, kwam vrijwel onmiddellijk haar eigen persoonlijkheid om de hoek. Hij vond het zelfs leuk wanneer ze brutaal was. Niet veel mensen waren tegenwoordig brutaal tegen hem, alsof ze allemaal bang waren de boot te missen.

Om kwart over zeven begon Ansel zich zorgen te maken. Hij beende met grote passen door de woonkamer en vroeg zich af waarom ze zo laat was. Zou ze misschien niet komen? Had zijn neiging de situatie te controleren haar afgeschrokken? Toen hij haar auto aan hoorde komen was het al bijna half acht. Zijn angst veranderde eerst in opluchting en later in ergernis. Hij deed de voordeur open toen ze uit haar auto stapte en zich in zijn richting draaide.

Hij herkende haar bijna niet. Ze was zwaar opgemaakt maar zag er goddelijk uit. Ze zag eruit als ieder van de tientallen vrouwen waar hij de afgelopen jaren mee uit geweest was. Hij was er niet zeker van of hij haar metamorfose op prijs stelde – waar was de frisse, onschuldige blik die hij eerder die dag gezien had? Ansel deed zijn armen over elkaar terwijl ze op hem afliep.

‘Ha Ansel! Ben je er klaar voor?’, riep ze vrolijk, zich kennelijk onbewust van haar te laat komen.

‘Natuurlijk! Ik ben al meer dan een half uur klaar’, bromde hij.

‘Oh! Het spijt me, ik was al een beetje aan de late kant, toen ik in de stad voor een trein moest wachten. Er stonden tweehonderdveertig auto’s op dat rotding en ik kon je niet bellen, want ik heb je telefoonnummer niet. Bovendien rijd ik nooit te hard, daarom ben ik te laat’. Kiria haalde diep adem en keek hem aan.

Ansel zei niets en had een beetje spijt van zijn houding. Hij was blij te horen dat ze niet te hard reed en hij had haar echt zijn telefoonnummer moeten geven toen ze die middag wegging. Ze stond te wachten tot hij iets zou zeggen, dus hij zuchtte en glimlachte terug. ‘Ik ben blij dat je er veilig en wel bent’, zei hij, ‘en ik had je mijn nummer moeten geven toen je vanmiddag wegging. Hij sloot de voordeur af, liep naar zijn Jeep en hield de deur voor haar open.

Toen ze de snelweg opreden, vroeg ze, ‘Wat vind je van mijn jurk en mijn make-up?’

Ansel keek haar even aan en richtte zijn blik weer op de weg. ‘Je ziet er heel deftig uit’.

Kiria lachte tegen hem aan en ging ontspannen zitten. ‘Vind je het erg als ik de radio aan doe?’

‘Nee. ga je gang’.

Kiria zette een zender op met top 40 muziek en draaide het volume van de bassen flink omhoog. De hele auto schudde bij iedere beat. ‘Mooie speakers’, schreeuwde ze boven het geluid uit, terwijl ze met haar schouders op de maat van de muziek bewoog.

Ansel worstelde zich door de volgende tien minuten van de autorit, totdat ze bij een plaatselijk restaurantje arriveerden. Hij hield ook wel van luide muziek op zijn tijd, maar nu had hij toch liever wat met haar gepraat in plaats van te luisteren naar het oorverdovende gebonk van de bassen. Hij draaide opgelucht de motor uit en stapte uit om de deur voor Kiria open te doen. Toen ze binnen stapten leidde de ober hen meteen naar een tafeltje achteraf.

“Zo. Nu kunnen we tenminste praten’, zei Ansel, toen de ober hen met de menukaarten had achtergelaten.

Kiria lachte tegen hem. ‘Ik rammel van de honger!’ Ze pakte de menukaart en begon erin te bladeren. De ober kwam vragen wat ze wilden drinken. Kiria bestelde een glas huiswijn en Ansel vroeg om een ijsthee.

‘Eet jij niets?’, vroeg Kiria toen het haar opviel dat hij nog niet de menukaart had gekeken.

‘Oh, ik weet al wat ik wil hebben. De kreeft is geweldig en de specialiteit is forel’.

‘Ik vond de forel anders niet zo erg vers de laatste keer dat ik het gegeten heb’, antwoordde Kiria. Ze was nog nooit in zo’n duur restaurant geweest, maar had niet veel zin om het dat te laten merken. Hij mocht best denken dat zij ook best welgesteld was. Ze wilde niet dat hij zou denken dat ze geen klasse zou hebben.

‘Echt waar? Weet je zeker dat het hier was? Dat is heel ongewoon. De vis wordt hier iedere dag vers aangeleverd. Wanneer was je hier voor het laatst?’

Kiria deed haar best zo luchtig mogelijk over te komen. Ze was wel gewend om allerlei kleine leugentjes aan haar vriendjes te vertellen, maar niemand had er zo op doorgevraagd. Dit was zo verwarrend! ‘Ja het was hier. Ik herinner me de inrichting. Maar, het is al zes maanden geleden. Ik ben hier nooit terug geweest omdat de bedienster nogal onbeschoft was geweest’.

‘Nou goed, ik beloof je dat het vanavond vers zal zijn, zoals altijd, De eigenaar is een persoonlijke vriend van me en hij zal het vervelend vinden om te horen dat je vorige bezoek zo tegengevallen is. Hij gaat altijd prat op de kwaliteit. De meeste recepten waren zijn eigen creaties’.

Kiria slikte moeizaam en bestudeerde de voorgerechten op de kaart. ‘Ik wil het best nog een kans geven’, antwoordde ze. ‘Je hoeft hem er niet mee lastig te vallen’. Ze legde de kaart neer, glimlachte naar Ansel en nam een slok van het water.

‘Maar dat doe ik wel’, antwoordde Ansel. Kiria verslikte zich toen ze probeerde adem te halen en te drinken tegelijkertijd. ‘Michel wil vast en zeker persoonlijk zijn excuses maken’. Kiria hoestte in haar servet. Ze ging rechtop zitten. Haar vuurrode lippenstift had een grote vlek achtergelaten op het servet. Ze vouwde hem zo dat de vlek verborgen was en legde hem op de tafel.

‘Als je me even wilt excuseren’. Ze stond op en pakte haar tasje van de tafel. ‘Ik ben zo terug. Wil jij voor mij bestellen?’ Ze liep naar de voorkant van het restaurant op zoek naar de toiletten. De ober liet haar weten dat de toiletten zich achter in de hoek bevonden. Kiria keek naar de volle eetzaal en koos een route die het verst van het tafeltje gelegen was waar Ansel zat, die inmiddels met een kleine, correct geklede man stond te praten. Ze wilde de eigenaar net zo graag ontmoeten als ze een pak op haar billen wilde krijgen van Ansel. Niet dus. Ze liep in de richting van de toiletten en vroeg zich af hoe ze zich hier nu weer uit moest werken. Ansels vriend zou vast boos zijn en ze zou haar excuses moeten aanbieden, wanneer zou blijken dat het niets verkeerd had gedaan. Kiria overwoog of ze haar leugentje niet beter zou kunnen opbiechten, maar ze hoorde nog de dreiging in de stem van Ansel, ‘… en lieg nooit meer tegen me’. Ze zat gevangen in haar eigen web en moest maar proberen er het beste van te maken.

Ze werkte haar make-up bij en keek het restaurant in. Ze zag dat Ansel weer alleen aan het tafeltje zat. Ze haalde diep adem en liep terug naar het tafeltje, ging zitten en pakte haar glas wijn die inmiddels gearriveerd was.

‘Michel wilde weten hoe die serveerster eruit zag, die zo brutaal tegen je geweest is’, zei Ansel met een brede glimlach.

Kiria voelde haar hart een paar slagen overslaan en glimlachte nerveus terug. ‘Ik kan me haar eigenlijk niet zo goed herinneren, behalve dat ze blond was. Het is al heel lang geleden’.

‘Ongeveer een half jaar geleden, zei je?’

‘Ja’.

Ansels glimlach verdween en hij vouwde zijn handen voor zich op de tafel. ‘Kiria’.

Ze keek hem aan ze zag dat hij haar aankeek alsof ze een klein kind was wat daarnet een glas melk omgegooid had. ‘Wat?’ Ze knipperde onschuldig met haar ogen.

 ‘Michel zegt dat hier de laatste twee jaar alleen maar mannen in de bediening gewerkt hebben’.

Kiria voelde hoe ze een kleur kreeg, terwijl Ansel haar strak bleef aankijken. ‘Dat is belachelijk’, sputterde ze. ‘Is dat geen discriminatie?’ Toen hij geen antwoord gaf, ging ze verder, ‘Nee? Vertel me dan eens waarom een vrouw hier niet zou willen werken? De fooien moeten hier enorm zijn!’

‘Kiria… heb je de obers bekeken?’, zei hij uiteindelijk.

Met een demonstratieve zucht liet ze haar blik door de eetzaal gaan. Ze zag een aantal obers bij de ontvangstbalie bij elkaar staan. Opeens viel haar hun vrouwelijke uitstraling op. Ze waren allemaal gay. Ze waren er kennelijk op aangenomen.

‘Misschien…’, begon ze en stopte even om haar keel te schrapen. ‘Misschien heb ik toch wat dingen door elkaar gehaald… misschien was het ergens anders?’

‘Maar je wist zeker dat het hier was, je kon je het interieur herinneren’.

‘Misschien was het een homo die er als een vrouw uitzag?’

‘Misschien zat je wel te liegen?’, zei hij zo zelfverzekerd, dat ze wist dat ze er gloeiend bij was. Het was werkelijk onmogelijk om bij deze man ergens mee weg te komen. Maar ze had nog steeds de keus – blijven vast houden aan haar verhaal en de excuses van de eigenaar in ontvangst nemen, of de waarheid vertellen. Ze zuchtte en staarde in haar wijnglas. Ansel wist dat ze zat te liegen. Ze wist niet hoe hij er achter gekomen is, maar het was een feit. ‘Misschien’, gaf ze schoorvoetend toe, terwijl ze haar haar servet keek. ‘Nou goed. Ik heb gelogen. Het spijt me’.

Ansel bestudeerde haar interne worsteling. Hij zag het aan haar gezicht; haar wimpers trilden, ze durfde hem niet aan te kijken en haar neus bewoog nerveus. Hij was een meester in het bestuderen van gezichtsuitdrukkingen van zowel dieren als mensen. Nu ze had toegegeven dat ze had gelogen, keek ze naar hem als een hert dat naar een koplampen keek. Hij wilde glimlachen, ze was zo aandoenlijk, haar grote ogen, vol huiver. Hij had er bij kunnen laten zitten. Maar hij was in the winning mood. Nu was het moment om door te drukken.

‘Kiria, als je nog één keer tegen me liegt, dan neem ik je mee naar de Jeep en geef je een p[ak op je blote bips waar de vonken vanaf vliegen’. Hij sprak met gedempte stem en zag hoe haar ogen nog groter werden en haar onderlip begon te trillen. Precies de reactie waar hi op gehoopt had. Ze werd niet boos, ze was niet verontwaardigd, ze accepteerde zijn woorden zonder er tegenin te gaan.

‘Eh…’ Het was duidelijk dat ze niet goed wist wat ze moest zeggen. ‘Eh… goed dan… het spijt me echt. Ik zal niet weer liegen, dat beloof ik’, fluisterde ze. Ze richtte haar blik naar de tafel en begon zenuwachtig aan haar bestek te friemelen. Haar wangen hadden een kleur als vuur en zag een traan in haar ooghoek glinsteren.

‘Waar heb je gelogen over de forel?’ Ansel was ervan overtuigd dat je nooit een reden had om te liegen, tenzij je een spion was of een undercover figuur, maar hij wilde weten wat haar motieven waren. Trouwens, het voelde geweldig dat ze zijn ongebruikelijke voorstel zonder tegenspreken accepteerde.

‘Ik wilde niet dat je zou denken dat ik nog nooit in zo’n luxe restaurant was geweest… het floepte er zomaar uit. Het spijt me – ik heb de slechte gewoonte steeds leugentjes om bestwil te vertellen’.

Ansel had er meteen spijt van dat hij deze vraag gesteld had. Waarom dacht ze nu dat ze minder was dan hem? Realiseerde ze zich niet hoe mooi ze was, hoe getalenteerd, hoe creatief, hoe intelligent? Hij was gewend aan vrouwen die een hoge dunk van zichzelf hadden, vrouwen die zich schaamteloos aanboden het bed met hem te delen, vrouwen die rookten en dronken en die het stoer vonden taalgebruik te bezigen, alsof te dom waren om hun woorden beter te kiezen. Hij wilde helemaal niet dat Kiria zich zo als hen zou gedragen. Hij zag hoe ze haar servet rechtstreek en legde zijn hand op de hare.

‘Kiria, kijk me eens aan’. Ze keek langzaam op, haar ogen schitterden in het kaarslicht. ‘Wees gewoon jezelf. Je hebt het helemaal niet nodig om je zelf anders voor te doen door te liegen’. Hij had moeite om de juiste woorden te vinden om uitdrukking te geven aan zijn gedachten. Maar ze glimlachte en kneep zachtjes in zijn hand. Het was een perfecte glimlach, haar parelwitte tanden blonken achter de vuurrode lippenstift. ‘En ik vind je een stuk knapper zonder al die make-up’, voegde hij eraan toe, in de hoop dat ze de volgende keer dat ze elkaar zouden zien minder zou dragen. Aanvankelijk had hij gehoopt dat er een volgende keer zou komen, maar nu wist hij wel zeker dat het zo zou zijn.

Ansels mountain (1)

Bedreven voegde Kiria gele accenten toe aan de blaadjes van de wilde bloemen op de voorgrond van haar doek. Ze deed een stap achteruit en vergeleek met een kritisch oog het glimmende acryl landschap met het natuurlijke uitzicht voor zich. De madeliefjes waren niet helder genoeg en ze doopte haar kwast in de titanium witte verf op haar palet, toen een fris briesje in de achterkant van haar nek blies.

Het was een goed idee om in deze glooiende bergweide te gaan zitten, dacht ze en ze feliciteerde zichzelf met haar vindingrijk. Niemand had ooit eerder het tafereeltje voor haar op doek vastgelegd. Het was vast niet eerder voorgekomen dat iemand over het hek geklommen was, voorzichtig het prikkeldraad ontwijkend en het bordje negerend met de tekst: ‘Verboden voor onbevoegden. Overtreders worden vervolgd’.

Kiria had niet doelbewust de wet overtreden, maar de glimp van het uitzicht dat ze vanaf de snelweg had waargenomen was onweerstaanbaar geweest. Ze had haar auto in het gras naast de vluchtstrook geparkeerd en had een half uur gelopen en een steile, rotsachtige,  helling beklommen om hier te komen.

Ze glimlachte tevreden terwijl ze nog een laatste keer over het schilderij heen keek. Zorgvuldig zette ze het doek in haar verfdoos en draaide de houten schroeven in het frame om het deksel dat het doek moest beschermen, vast te zetten. Ze plaatste haar kwasten in de daarvoor bestemde gleuven en vouwde haar schildersezel en haar aluminium klapstoeltje in elkaar. Ze stopte alles in haar rugzak en zwaaide deze op haar rug.

Ze knipperde met haar ogen tegen het felle zonlicht en begon aan haar tocht over de bergkam die ze eerder had vastgelegd. Het was een mooie warme dag. Zo’n dag die geschikt was om te luieren in de zon en te kijken naar de overdrijvende wolken. Hoewel ze het liefst zou willen blijven, wist ze dat ze hier niet mocht zijn. Ze moest zo snel mogelijk terug naar haar auto.

Toen ze over het weiland naar het aangrenzende bos keek, wenkten de eiken en de iepen haar. Hun takken zwaaiden in de wind en ze kon de eekhoorns horen ratelen in de ritselende bladeren. Ze zag drie van die slimme beestjes achter elkaar aanjagen op het bladerdak van een eik. Ze sprongen naar een nabijgelegen dennentak. Lachend om een capriolen bleef ze even staan kijken.

De koele uitnodigende schaduw lonkte. Ze veegde de druppels zweet van haar voorhoofd. Ze passeerde een bosje doornstruiken en zag in de verte een man in haar richting aan komen lopen. Zijn lange benen sneden als een mes door de boter door het kniehoge gras. Ze vloekte binnensmonds en keek om zich heen. Ze kon nergens naar toe om zich te verstoppen. Ze was duidelijk zichtbaar terwijl hij op haar afliep. Ze waren slechts door het open veld van elkaar gescheiden.

Kiria liep langzaam achteruit terwijl de man naderde. Hij zag er groot en ruig uit en zijn biceps bolden onder de mouwtjes van zijn effen zwarte T-shirt. Hij hield een geweer in zijn hand, welke scherp afstak tegen de zijn lichte kaki spijkerbroek. Ze voelde een huivering door zich heengaan, terwijl de afstand steeds kleiner werd, ze kneep haar ogen een beetje dicht om zijn gezichtsuitdrukking te kunnen bestuderen.

Ze schrok toen ze de het ongelofelijk knappe gezicht herkende van Ansel de Wit, de presentator van een plaatselijk televisieprogramma over de natuur en de wilde dieren die er voor kwamen. Met een overweldigende golf van opwinding zette ze haar rugzak op de grond en maakte haar paardenstaart los. Ze schudde haar haren los, zodat het in glanzende, goud bruine lokken op haar rug viel. Ze vervloekte zichzelf dat ze zich die ochtend niet had opgemaakt. Ze beet op haar lippen om ze van wat kleur te voorzien. Ze inspecteerde haar kleding, trok de zoom vaan haar shirt recht. Het viel tot vlak boven haar heupbroek en zorgde ervoor dat haar nieuwe navel ringetje zichtbaar was. Het decolleté van haar shirt viel laag en accentueerde haar opzwellende borsten. Een zilveren adelaar aan een kettinkje lag tussen haar borsten verstopt. Ze glimlachte breed, haar tanden, die ze iedere zondag bleekte, schitterden in de zon.

Kiria stond op het punt Ansel de Wit te ontmoeten, wiens zaterdagochtend programma zelfs haar moeder deed kwijlen. Ze keek spiedend in het rond of ze een cameraploeg kon ontwaren en vroeg zich af of er misschien op dit moment opnames plaatsvonden! Ze hield haar adem in toen hij een paar meter voor haar bleef staan, Ze staarden elkaar zwijgend aan. Dit moment leek eindeloos lang te duren. Haar hart bonkte tegen haar trommelvliezen. Ze wist niet wat ze moest zeggen! Wat zei je eigenlijk tegen een beroemdheid? Hij zag er in het echt nog indrukwekkender uit dan op de televisie, zijn blauwe ogen schitterden in de zon, onder zijn donkere, expressieve wenkbrauwen. Ze keek omhoog in zijn boze blik.

‘Meneer de Wit!’, bracht ze uiteindelijk uit. Ze voelde zich flauwtjes. ‘Ik kan niet geloven dat u voor mij staat. Ik ben een echte fan van uw programma, meneer de Wit!’

Ansel de Wit negeerde haar compliment, zette de achterkant van zijn geweer op de grond en keek haar streng aan. ‘Wat doe je op mijn land?’, gromde hij. Zijn strenge toon drong echter niet tot het meisje dat voor hem stond door.

‘Ik was aan het schilderen! Mag ik een handtekening van u, meneer de Wit? Ik heb zelf wel een pen bij me…’ Kiria knielde op de grond en opende gehaast haar rugzak. Ze begon het zijvakje te doorzoeken.

‘Nee’. Zijn norse antwoord drong echter niet tot haar door. Haar vingers sloten zich triomfantelijk rond de pen. Ze sprong omhoog en hield hem de pen voor.

‘Ik denk niet dat ik papier bij me heb. Misschien dat u een handtekening op mijn rugzak kunt zetten? Het is echt geweldig om u eens in het echt te zien. Oh, dit moet ik mijn moeder vertellen. Ze zal niet weten wat ze hoort!’ Kiria pakte haar rugzak op, terwijl ze hem nog steeds haar pen voorhield. Ansel fronste zijn wenkbrauwen en pakte hem aan, maar toen greep hij haar bij haar hand en begon terug te lopen in de richting van het bos. Kiria liet zich gewillig door hem meetrekken. Ze moest flink doorlopen om hem bij te kunnen houden. Hij zou vast ergens gaan zitten om een handtekening op haar rugzak te kunnen zetten! Ze hield de hand vast van Ansel de Wit! De droge warmte van zijn hand tegen haar koele hand zond prettige sensaties naar haar hersenen en ze kon aan niets anders denken terwijl ze de weide overstaken.

Hij leidde haar langs de eerste bomen en stopte bij een grote boomstam. Hij liet haar hand los en ging erop zitten. Kiria hield hem haar rugzak voor. Ze zette haar liefste glimlach op toen hij deze van haar aanpakte. Maar in plaats van erop te schrijven, zette hij hem op de grond en legde de pen er bovenop. De onverwachte actie verbrak eindelijk de ban die haar in de greep had gehouden. Waarom zette hij geen handtekening op haar rugzak? Ze stond als aan de gond genageld voor hem, haar armen slap langs haar lichaam.

‘Eh… Meneer de Wit, gaat u er geen handtekening opzetten?’, vroeg ze terwijl het tot haar doordrong dat hij het helemaal niet zo leuk scheen te vinden dat ze elkaar ontmoet hadden. Hij zag er zelfs een beetje boos uit.

‘Nee, dat doe ik niet. Bovendien spreek ik volgens mij geen Russisch. Misschien dat je eindelijk de moeite kunt nemen mijn vraag te beantwoorden, wat doe je op mijn land?’

Zijn vernietigende sarcasme voelde als een klap in haar gezicht. Kiria staarde hem aan. Ze was zich plotseling bewust van de situatie. Ze bevond zich op verboden terrein en hij had alle reden om boos te zijn. Vervolgens had ze zich als een dweepziek meisje gedragen toen hij haar probeerde te confronteren met haar gedrag. Ze slikte moeizaam en deed een stap achteruit. ‘Eh…eh, meneer… ik zag het mooie uitzicht vanaf de snelweg en ben toen hier naar toe gekomen om het te schilderen. Het was zo’n mooi plekje, dat ik er geen weerstand aan kon bieden…’ Zag ze zijn frons een beetje ontspannen?

‘Heb je de bordjes met verboden toegang dan niet gezien?

‘Bordjes?’, herhaalde ze onnozel, terwijl ze naar zijn imposant brede borst staarde. ‘J-ja… ik heb die bordjes gezien…’ Ze knipperde met haar ogen. Ze probeerde te bedenken hoe ze zich hier onderuit kon kletsen. ‘Maar… ik kan niet lezen’, liet ze er zachtjes op volgen.

‘Dat is belachelijk’. Zijn stem klonk meer onverbiddelijk dan boos en ze durfde hem voorzichtig aan te kijken.

‘Nee, echt waar! Ik heb een leerstoornis, ik kan niet eens een krant lezen!’ Ze zag hoe hij een wenkbrauw optrok en een van zijn mondhoeken trillen. Hierdoor aangemoedigd ging Kiria verder, ‘Ik heb jarenlang speciaal onderwijs gevolgd en heb uiteindelijk woorden als poes en hond leren lezen, maar verder ben ik nooit gekomen’. Ze hoopte dat ze er even zielig uit zou zien, als ze eruit zag.

Ansel keek haar zwijgend aan tot ze het oogcontact verbrak en naar haar voeten staarde. Ze de neus van haar sportschoen roerde ze in de dennennaalden.

Uiteindelijk vroeg hij, ‘Waarom heb je eigenlijk een pen bij je?’

‘Zodat ik mensen kan vragen iets voor me op te schrijven’, antwoordde ze snel. Ze herinnerde zich plotseling weer dat ze hem haar pen gegeven had. Weer zei hij niets en liet haar in gespannen afwachting van de volgende vraag. Ze draaide cirkeltjes in de dennennaalden terwijl ze zich in haar nieuwe rol probeerde in te leven.

‘Hoe heb je je rijbewijs gehaald?’

Haar halfblinde en stokoude grootvader bracht oplossing. ‘Ik heb de vormen en symbolen van de verkeersborden uit mijn hoofd geleerd’.

‘Doe je aan internet bankieren?’

‘Nee’.

‘Hoe kun je dan betalen?’

‘Met mijn pasje natuurlijk’ Dat was de waarheid.

‘En wie betaald je rekeningen dan?’

‘Mijn moeder’. Na een korte pauze, voegde ze eraan toe, ‘Maar wel met mijn geld. Ze wilde niet dat hij zou denken dat ze geen geld had’.

‘Wat doe je voor de kost?’

‘Ik verkoop mijn schilderijen’. Ook de waarheid.

‘Hoe heet je?’

Ze zweeg even, en dacht vervolgens, tja waarom zou ik daarom liegen? ‘Kiria’.

‘Kira?’ Dat is een ongebruikelijke naam, hoe spel je dat?’

Een golf van frustratie ging door haar heen – hoeveel mensen spraken haar naam wel niet verkeerd uit? ‘Het is Kiria, niet Kira. K, i, r –’ begon ze, toen keek ze hem snel aan en voegde eraan toe, ‘Tja, ik weet natuurlijk wel hoe ik mijn naam moet spellen, dat heb ik wel duizenden keren geoefend’.

‘Tja, Kiria, omdat je niet kunt lezen, zal ik je maar overdragen aan de plaatselijke overheid. Daar moeten ze maar zien wat ze met je aan moeten’.

‘Wat?!’ Ze ontmoette zijn boze blik met verbazing. ‘Maar ik wist helemaal niet dat het verboden toegang was!’

‘Onwetendheid geeft je niet het recht de wet te overtreden’, zei hij nors. Hij greep de rugzak en de pen en hield haar deze voor. ‘Je bent op verboden terrein. Dat is een misdaad. Laten we gaan’.

Het was hem klip en klaar, dacht ze, haar hartslag ging tekeer bij de gedachte gearresteerd te worden. Hoe kon hij dit doen? Dit was helemaal niet de charmante man die ze het afgelopen jaar iedere zaterdag op de televisie zag.

‘Je gaat me echt aangeven, of niet?’, riep ze terwijl ze steeds meer in paniek raakte. ‘Maar ik heb niemand kwaad gedaan! Ik heb niets gestolen! Ik heb verdomme alleen maar een schilderijtje gemaakt!’ Alle bewondering voor haar held was verdwenen, toen Kiria haar handen in haar zij zette en meneer Ansel de Wit van het lokale televisiestation aankeek.

Ze deed snel een stap achteruit toen hij opstond en haar de les begon te lezen, ‘Nu moet je eens goed luisteren, jongedame, ik ben heel redelijk tegen je geweest, maar je hebt alleen maar tegen me gelogen. Zijn woorden waren waar, maar dat wilde ze niet toegeven.

‘Je bent helemaal niet redelijk tegen me geweest, je hebt me alleen maar beschuldigd en bedreigd’, riep ze terwijl ze tranen in haar ooghoeken voelde opkomen. Hij had haar leugens doorzien. ‘Als ik geweten had dat dit uw land was, dan was ik hier nooit gekomen. U lijkt helemaal niet op de Ansel de Wit van de televisie! U bent gemeen en wreed, ik wou dat ik u nooit ontmoet had!’

Ansel keek haar aan en zuchtte diep. ‘Kijk, die bordjes staan daar niet voor niets. En ik heb niet voor niets een geweer bij me. Ik beheer het wild op dit land. Het is gevaarlijk om hier te zijn’. Omdat zij geen enkele aanstalten maakte om in beweging te komen, slingerde hij haar rugzak over zijn schouder. ‘Hoelang ben je hier eigenlijk al?’

‘Ongeveer drie uur. Ik heb ik het land zitten schilderen en er is niets gebeurd. Ik geloof niets van wat u zegt. Als het werkelijk zo gevaarlijk is, waarom hangen dan nergens bordjes met ‘gevaarlijk’ erop?

Een triomfantelijke glimlach verscheen om zijn lippen. ‘Als je werkelijk niet kunt lezen, dan kun je helemaal niet weten wat er op de bordjes staat’. Toen Kiria haar blik liet zakken, pakte hij haar bij haar bovenarm en liep in de richting van het weiland. Ze trippelde naast hem en deed haar best om hem bij te houden. Ze schaamde zich. Ansel stopte toen ze het weiland opgelopen waren en liet haar los.

‘Het spijt me’, zei ze, terwijl ze over haar arm wreef en naar de grond keek. ‘Het pijt me dat gelogen heb. Maar ik was bang en wist niet wat ik moest doen’.

‘Doet er niet meer toe. Het heeft alleen maar tot uitstel geleid. Van welke kant ben je gekomen?’

Ze keek voorzichtig omhoog. Toen Kiria zijn ijzige blik zag, keek ze snel de andere kant op. ‘Daar vandaan’, mompelde ze en wees.

‘Ben je nu alweer aan het liegen? Daar kun je helemaal niet vandaan gekomen zijn. Dat is een veel te grote klim’.

‘Het is wel zo. Ik ben bij de snelweg over het hek geklommen. Toen de berg op en toen over de rotspartijen tot ik bij de rand van het weiland aangekomen ben’.

Hij deed zijn armen over elkaar. Kiria keek gebiologeerd naar zijn imposante biceps. ‘Laat me maar zien”, commandeerde hij.

‘Dat is goed’, antwoordde ze. ‘Zodra je me mijn rugzak gegeven hebt’. Misschien dat ze zou kunnen ontsnappen wanneer ze in de buurt van de snelweg zouden komen, maar ze zou onder geen voorwaarde zonder haar dure schilder spullen gaan. Ze stak haar arm uit. Hij kneep zijn ogen dicht.

‘Ik denk dat ik die nog maar even bij me houd’. Hij keek nog even het weiland rond en draaide zich vervolgens om. ‘Kom we gaan’.

Kiria voelde ondanks haar schuldgevoel, boosheid in haar opwellen om zijn brute manier van optreden. Jezus, ze had haar excuses al aangeboden en ze had geen schade aangericht. Wat was verdomme het probleem? Ze haalde diep adem en zei, ‘Meneer de Wit, ik verzet geen stap zonder mijn spulletjes’.

‘Ik zal je naar de snelweg slepen als het moet’.

Hoewel ze er niet aan twijfelde dat hij dat zou kunnen, ging ze op het gras zitten. Ze was niet van plan het hem gemakkelijk te maken. Toen hij geen beweging in haar richting maakte, deed ze haar haren weer in een staart met het elastiekje wat ze om haar pols had gedaan. Terwijl er een de stilte tussen hen steeds dreigender werd, staarde ze naar zijn schoenen.

Toen hij zijn geweer op de grond liet zakken, viel ze tegen hem uit, ‘Kijk, ik heb u al gezegd dat het me spijt. Het spijt me dat ik me op verboden terrein begeven heb. Maar u maakt me bang. U sleurt me hier door het weiland en nu probeert u mijn schilder spullen te stelen! Dat brengt de stand op 1-1. Geef me mijn spullen terug en ik zal graag vergeten dat ik u ooit ontmoet heb’ Ze trok haar knieën omhoog en sloeg haar armen erom heen. ‘Ik zal niemand hier iets van vertellen, dat beloof ik!’

Er verstreek nog een minuut in stilzwijgen. Ansel nam zijn geweer weer op en zette zich in beweging. Kiria bleef stil zitten en keek hem met groeiende ergernis na. Haar autosleutels zaten in haar rugzak, die achteloos over zijn schouder bungelde. Ze dacht dat hij waarschijnlijk verwachtte dat ze hem achterna zou lopen, maar het was nooit een sterke kant van haar geweest om te doen wat er van haar verwacht werd. Ze vroeg zich af wat hij eigenlijk met gevaar bedoelde en keek nerveus om zich heen. Hij zou haar hier toch niet alleen en zonder bescherming achterlaten? Hij zou wel snel terug komen. Dat, of hij zou de politie op haar afsturen. Ze dacht terug aan zijn laatste televisieprogramma’s en kon zich geen andere dieren bedenken die in dit gebied leefden, dan de bever. Het zou allemaal wel goed komen. Kiria ging in de yoga positie zitten en kwam langzaam weer tot zichzelf.

Tien minuten later hoorde ze paar meter verderop een tak breken. Ze draaide haar hoofd en wachtte, onbeweeglijk, behalve het door haar ademhaling op en naar gaan van haar borst. Ze hoorde het snelle ruisen van de dennennaalden en vocht tegen de drang om op te springen en weg te rennen. Als ze iets geleerd had van de programma’s van die brute man, dan was het wel nooit in paniek te raken. Wat voor dier kon dit zijn? Een beer, een bergleeuw of misschien iets wat nog exotischer was? Het geritsel werd luider en opeens sprong er een konijn achter de bosjes vandaan. Kiria moest bijna lachen van opluchting. Ze ontspande en keek naar het konijntje wat over het gras sprong.

Ze strekte haar benen, toen er opeens, ongeveer vijftig meter bij haar vandaan iets wits aan kwam flitsen dat zich bovenop het konijntje stortte. Kiria liet zich plat op de grond vallen. Ze trilde van angst, terwijl ze grommen en piepen hoorde toen wat het ook was zich op zijn prooi stortte. Toen was alles stil op het bonken van haar hart na. De wind ruiste nog steeds door de bomen. Toen ze voorzichtig een oog opende keek ze recht in de gele ogen van een wilde kat, die een paar meter van haar af stond; het konijn bewegingsloos in zijn bek. Het bloed drupte van zijn kaken en maakte rode vlekken op het groengele gras. Het beest staarde haar enige tijd aan, draaide zich om en begon in de richting van het bos te sukkelen. Kiria lag bewegingsloos te hijgen, bang dat het dier zich zou bedenken en terug zou komen.

De seconden verstreken langzaam, totdat ze opeens de diepe en kalme stem van Ansel de Wit haar naam hoorde zeggen. Ze deed haar hoofd omhoog en zag dat hij een meter of dertig van haar af stond, zijn geweer in aanslag. ‘Kom hier naar toe’, zei hij.

Kiria sprong onmiddellijk op en rende zonder om te kijken naar hem toe. Het voelde een beetje vreemd om naar een man toe te rennen die een geweer op haar richtte, maar ze vertrouwde haar op dat hij haar rugdekking gaf. Toen ze hem gepasseerd was, draaide ze zich om en keek het weiland rond. Ze hijgde meer van angst dan vanwege zuurstofgebrek.

‘Kom, we gaan’, zei hij en liep in de richting van de berg die ze beklommen was. Regelmatig keek hij om, om de omgeving af te speuren. Kiria moest flink doorlopen om niet achterop te raken, maar was nu meer dan bereid om hem te gehoorzamen. Ze was nog nooit van haar leven zo bang geweest, en de politiecel was een meer dan welkom alternatief voor een hernieuwde kennismaking met de wilde kat. Toen ze de rand van het weiland bereikten, ging ze zitten om aan de afdaling te beginnen.

‘Ik ga eerst’, zei Ansel. Ze wachtte tot hij zijn geweer over zijn schouder hing, samen met de rugzak en stapte voor haar naar beneden. De rotsachtige helling vormde geen probleem, althans niet voor Kiria, die de afgelopen zomer met een groep jongeren was wezen bergbeklimmen. Het schoot echter niet snel op, want Ansel, die voor haar liep, bleef vlak voor haar lopen, alsof hij dacht dat zou vallen. Tegen de tijd dat ze een hal uur later het met gras begroeide deel van de berg bereikten, was Kiria duidelijk uit haar humeur en stond haar blaas op springen.

Ze stond op de stevige ondergrond en keek hem aan. ‘En nu wil ik mijn rugzak terug’.

Ansel keek haar onderzoekend aan. Zijn boosheid was gezakt en hij zag dat ze inmiddels meer van zichzelf liet zien. Onstuimig, onvolwassen en ongeduldig waren slechts een paar eigenschappen die haar sierden. Toch was er iets in haar elfachtige gezicht, haar kaaklijn en haar gracieuze bewegingen, die gevoelens bij hem deden ontwaken, die hij lang geleden opgeborgen had. Ze was sterk en slank als een rendier, zacht en lief als een konijntje en koppig als een ezel. Dat ze hem niet aan kon kijken als ze hem stond voor te liegen, was een gunstig teken. De blik van ergernis op haar gezicht was evenwel zo vervelend als de hel. Ze hield haar hand uitgestoken alsof ze verwachtte dat hij haar op haar commando de rugzak zou overhandigen.

Ansel negeerde haar, draaide zich om en begon de helling af te dalen die naar de snelweg leidde.

‘ We zijn nog steeds niet veilig’, liet hij haar weten. Het geluid van gesmoorde vloekwoorden volgde hem de komende twintig minuten.

Nadat hij voorzichtig over het hek geklommen was, ging Ansel op het gras zitten en strekte zijn benen. ‘Het is tijd dat wij eens met elkaar praten’, zei hij. Haar ogen sperden zich verbaasd open.

‘Ik wil helemaal niet praten!’, protesteerde ze. ‘Ik wil alleen maar mijn spullen terug en vertrekken! En ik beloof dat ik, nadat wat er gebeurd is,  nooit meer op verboden land zal komen. Ik ben nog nooit van mijn leven zo bang geweest! Laat me alsjeblieft naar huis gaan’, smeekte ze terwijl ze van het ene been op het andere dribbelde.

‘Je wilde dat ik redelijk zou zijn, dus ga je zitten’, Ansel kopte op de grond naast zich, maar Kiria bleef volharden in haar vreemde dans, op enige meters van hem.

‘Ik… ik moet er vandoor!’, legde ze uit, terwijl ze steeds sneller heen en weer begon te springen.

Met een ingehouden glimlach, wees hij op de bosjes verderop.

‘Ik heb papier nodig’, zei ze terwijl ze op haar rugzak wees.

Ansel rolde met zijn ogen en ritste de rugzak open en begon tussen alle spullen te zoeken. Maar Kiria kon niet langer wachten. Ze danste naar hem toe en ritste het zijvakje open, haalde een pakje papieren zakdoekjes tevoorschijn, die ze normaal gesproken gebruikte om vegen verdwaalde klodders verf te verwijderen. Ansel ademde diep in toen ze met haar haren door zijn gezicht streek. Hij bewonderde haar porseleinachtige huid, voordat ze zich met een ruk terugtrok, plotseling bewust van hun nabijheid.

Kiria haastte zich naar de privacy van de bosjes. Na veel geritsel kwam ze eindelijk tevoorschijn en slenterde in zijn richting om naast hem te komen zitten. Er speelde een glimlach om haar mond.

Ansel lachte in zichzelf, hij herkende haar veranderde tactiek. De confrontatie en brutaliteit hadden niets opgeleverd, en nu probeerde ze het met de strooppot. Ze keek hem met een onschuldige blik aan.

‘Meneer de Wit, het spijt me echt heel erg dat ik uw land betreden heb, echt waar!’ Haar gezichtsuitdrukking liet berouw zien. ‘Breng me alstublieft niet naar de politie! Ik heb mijn lesje wel geleerd, dat beloof ik! U wilt me toch niet in de gevangenis hebben, toch? Ik heb nog nooit eerder iets gedaan wat niet mag!’

‘Ik weet het niet… ik moet er nog eens goed over nadenken. Ik heb nog niet besloten wat ik ga doen’. Hij zag hoe haar wenkbrauwen ongemakkelijk omhoog gingen. ‘Vertel me eerst eens wat meer over jezelf’.

‘Eh… tja… ik ben een kunstenares en ik woon bij mijn moeder, en ik heb er echt heel veel spijt van dat ik omhoog geklommen ben. Want als ik een strafblad krijg, is mijn carriere naar de filistijnen, want de burgemeester heeft me opdracht gegeven een paar schilderijen te maken voor het stadhuis, het spijt me echt heel erg dat ik me op verboden land begeven heb… Breng me alstublieft niet naar de politie, ik heb zoiets nog nooit eerder gedaan, en …’

Ansel stak zijn hand omhoog. Ze hield onmiddellijk op met ratelen en keek hem met grote ogen aan.

‘Hoe heet je voluit?’

‘Kiria Martin’.

‘Hoe oud ben je?’

‘Eh… zeventien’, mompelde ze en liet haar blik naar de grond gaan.

‘Juffrouw Martin, ik wil je echte leeftijd horen’

‘Ik ben zeventien! Ik ben geboren in 1993! Kiria deed de veter van haar schoen opnieuw vast en schoof een beetje bij hem vandaan.

De spieren in de kaak van Ansel trokken samen, toen hij zijn geduld begon te verliezen. ‘Je kunt dan misschien snel rekenen, maar ik geloof niet dat je een dag jonger bent dan eenentwintig!’

Ansel keek haar met een blik van ongeloof aan. Ze had ontegenzeggelijk bewezen goed te kunnen rekenen, maar hij wist dat ze zat te liegen. Hij wist zeker dat ze zouder was dan zeventien. Als hij ergens niet goed tegen kon, dan was het tegen oneerlijkheid. Je op verboden land begeven was erg, maar dit was in zijn ogen nog veel erger. Een bezoekje aan het plaatselijke politieburo zou haar waarschijnlijk wel een toontje lager laten zingen, maar hij wilde haar carriere niet op het spel zetten.

‘Laat me je rijbewijs een zien’, zei hij. Hij zag dat ze een kleur kreeg.

‘Ik ben deze de afgelopen week verloren’.

‘Je rijd dus zonder rijbewijs?’

‘Eh ja,… ik denk het wel’.

‘Dat is tegen de wet, of niet? Je zei dat je verder geen tegen wettelijke dingen op je naam hebt staan’.

Kiria rolde haar ogen in de richting van de overdrijvende wolken. ‘Ja, ok, maar het is niet nodig een rijbewijs bij je te hebben. Als je aangehouden wordt, kan hij het zo op zijn computer in zijn auto opzoeken’.

‘Zit het hier in?’ Ansel begon ijn haar rugzak om te rommelen.

‘Nee!’ Ze trok hem uit zijn handen, deed snel de ritsen dicht en drukte de rugzak beschermend tegen haar borst.

Hij liet haar de tas houden. Hij keek haar aan terwijl hij zich afvroeg wat hij met haar aan zou moeten. Hij zou haar het liefst een lesje willen leren dat ze niet snel zou vergeten. Hij zou haar het liefst over zijn knie willen leggen en haar een stevig pak op haar billen willen geven. Hij pakte haar beet en trok zich naar haar toe.

‘Dat was de laatste keer dat je tegen me gelogen hebt, jongedame’, zei hij. Kiria worstelde om weg te komen. Ze gilde van ontzetting toen hij haar handen op haar rug dwong, haar over zijn linkerknie duwde en haar benen vastklemde met de zijne. Ze was sterker dan hij gedacht had en het duurde even voor hij haar gefixeerd had. Hij deed zijn hand omhoog en liet deze met een luide klets op het zitvlak van haar broek terecht komen.

Kiria was verbijsterd dat hij haar over de knie gelegd had. Als die eerste klap niet zo’n pijn gedaan had, dan was ze in lachen uit gebarsten. Ze had als kind nooit een pak op haar bips gehad en het feit dat dit nu wel gebeurde was absurd! Terwijl ze nog steeds lag te worstelen, daalde de tweede klap neer. De pijn maakte haar nog veel bozer en ze gilde het uit.

‘Stop! Vuile klootzak! Laat me los! Een regen van pijnlijke kletsen volgde onmiddellijk en ze liet haar hoofd zakken om haar tanden in zijn bovenbeen te zetten.

‘Auw!”, schreeuwde Ansel, en Kiria was opeens vrij. Ze rolde van zijn schoot, sprong overeind, terwijl hij over zijn bovenbeen wreef en haar aanstaarde. Ze greep haar rugzak en begon de heuvel af te rennen, maar hij sprong overeind en hield haar tegen voor ze meer dan een paar meter af had kunnen leggen. Hij trok haar naar de grond terwijl hij een arm om haar middel geklemd hield.

‘Oef!’, kreunde ze terwijl ze op zijn borst landde. Hij draaide haar op haar buik en liet vervolgens dertig harde klappen op haar billen neerdalen. Kiria trapte verwoed met haar benen en probeerde onder hem uit te komen, maar ze kon geen kant uit. De klappen brandden door haar broek heen, het gras kriebelde aan haar kin en armen.

‘Stop!’, hijgde ze. ‘Ik krijg bijna geen adem!’ Toen hij zijn gewicht een beetje van haar afhaalde, zoog ze haar longen vol met koele lucht. Haar gezicht was rood van schaamte en ze probeerde te gaan zitten, maar ze stootte tegen zijn massieve borstkas aan.

‘Nee’, liet hij haar weten, ‘ik ben nog niet met je klaar’. Hij drukte haar weer omlaag en zette de strafoefening voort. Kiria vocht als een bezetene. Ze had geen ervaring met een pak op haar billen en ze wist niets beter te doen terwijl de pijn zich verder opbouwde.

‘Geef toe dat je gelogen hebt en zeg dat het je spijt’, drong Ansel aan, en voegde een paar harde kletsen aan zijn woorden toe.

‘Oh! OK! Ik heb gelogen! Het spijt me!’, antwoordde ze onmiddellijk. ‘Het spijt me! Stop, alsjeblieft! Het spijt me! Ik heb gelogen! Ik kan wel lezen ! En ik ben tweeëntwintig! Ik heb mijn rijbewijs niet verloren! Ik zal nooit meer liegen, alsjeblieft, houd daar mee op, alsjeblieft!

Ansel liet haar los. Ze rolde snel bij hem vandaan en ging zitten. Ze verborg haar gezicht in haar handen toen ze ongewenste tranen voelde opwellen. Ze was nog nooit eerder zo vernederd! Haar bips stond in brand en wilde de pijn heel graag weg wrijven. Maar het was ondenkbaar om dat te doen. Ze trok haar knieën tegen haar borst en veegde haar tranen weg. Ze vroeg zich af wat je eigenlijk moest doen nadat je een pak op je billen had gekregen, in het bijzonder van een aantrekkelijke man.

Dit was het meest dramatische moment van haar leven, bedacht ze zich. Ze huilde nooit, ze had nog nooit met een man gevochten en was nog nooit op een leugen betrapt. Na lange tijd wierp ze een steelse blik op Ansel. Hij lag onbekommerd op zijn rug naar de wolken te kijken.

‘Ben je al bereid om te praten?’, vroeg hij streng.

Kiria slikte moeizaam. ‘Ja, antwoordde ze. Ze voelde zich als een klein meisje.

‘Begin niet weer met liegen’, waarschuwde hij.

‘Dat zal ik niet doen’. Ze voelde de pijn langzaam wegebben en een vloeibare warmte verspreidde zich in haar buik. Ze had daarnet een pak op haar bips gekregen omdat ze gelogen had. Ze voelde geen wrok, alleen maar een vreemd gevoel van vergelding. Ze was onder de indruk van Ansel de Wit. Niet vanwege zijn beroemdheid, maar vanwege zijn mannelijkheid.

Niemand had ooit eerder het lef gehad haar tot iets te dwingen. Niemand had haar ooit eerder van liegen beschuldigd, ook niet als ze het wel vermoedden. Kiria had een vrije opvoeding gehad; haar moeder had haar zelden iets verboden, had nooit haar stem tegen haar verheven, en had haar nooit een pak op haar billen gegeven. Dit was een unieke ervaring, en Kiria realiseerde zich dat ze zich op dit moment heerlijk ontspannen voelde. Ze lag op haar rug in het gras en keek naar de wolken.