Liezes nieuwe job (6)

Ze wordt wakker als haar wekker afgaat. Gek, ze had gedacht dat ze een vreselijke nacht tegemoet ging, vol woelen en piekeren, maar ze herinnert zich niets meer sinds haar hoofd het kussen raakte.

Inmiddels weet ze nog steeds niet wat ze moet doen. Misschien heeft ze alles maar gedroomd, denkt ze plots hoopvol. Helaas, ze weet beter. Zoiets kan zelfs het meest bizarre onderwustzijn niet verzinnen.

Werktuigelijk begint ze zich aan te kleden. Wat moet ze anders? Ze heeft geen plan. Ze heeft wel elke maand een paar honderd euro huur te betalen, elektriciteit, water, internet, om over eten en kledij nog maar niet te spreken. Dus heeft ze een job nodig. Liefst een goed betaalde job met werk dat ze graag doet. En ook die heeft ze. Alleen moet ze dan wel elke week met de billen bloot om geslagen te worden met een riem, samen met al haar collega’s. En als ze een fout maakt, god weet wat er dan gebeurt. Dat zal ze vandaag gaan merken, beseft ze, terwijl er zich een knoop vormt in haar maag. Zou het veel pijn doen? Die drie slagen met de riem vielen uiteindelijk best mee. Ja, je voelt het wel even, maar de pijn trekt ook snel weer weg. Zou het ook daarbij blijven als ze bij Mark geroepen wordt omdat ze haar scherm was vergeten te ontgrendelen. Ergens betwijfelt ze het. Het was haar op de eerste dag heel duidelijk gemaakt hoe belangrijk dit is en hoe zwaar eraan getild wordt als ze het vergeet. En op dag twee vergeet ze het meteen. Lieze kan zich wel voor de kop slaan.

Plots beseft ze dat ze niet meer in termen van “als” denkt. Haar besluit lijkt genomen.

Uit gewoonte smeert ze een boterham, maar de eerste hap blijft al meteen in haar keel steken. “Dan maar zonder ontbijt,” mompelt ze. Ze raapt haar spullen bij elkaar, sluit de deur af en loopt naar het station om de trein te nemen. Ze gaat werken.

“Je bent er!” Elke vliegt haar om de hals als ze Lieze ziet binnenkomen. “Ik wist het wel!” verkondigt ze, terwijl ook haar andere collega’s haar komen begroeten. Het overdondert Lieze een beetje. Waar ze tot nu toe wat afstandelijk tegen haar waren geweest, verdringen haar collega’s zich nu om haar te kunnen knuffelen. “Welkom bij de groep!” roepen ze.

“Ok ok, zorg dat ze kan blijven ademen,” klinkt plots Marks stem boven alles uit.

Lieze verstijft. Tine geeft haar een kneepje in de hand. “Rustig maar,” knipoogt ze.

“Goeiemorgen iedereen,” zegt Mark.

“Goeiemorgen Mark,” antwoorden Liezes collega’s braaf in koor. Lieze mompelt maar wat mee. Ze voelt zich er opgelaten onder.

Mark trekt een wenkbrauw op en kijkt haar aan. “Daar zullen we nog aan moeten werken,” bromt hij. Hij geeft haar een vriendelijke knipoog.

“Hop, aan het werk!” commandeert hij dan.

De groep stuift uiteen, elk gaat naar haar eigen werkplek.

“Ik krijg maar geen hoogte van hem,” fluistert Lieze, na eerst over haar schouder te hebben gekeken om te zien of Mark niet meeluistert.

“Ach, hij kan soms wat intimiderend doen, maar dat vindt hij juist leuk. Het is een spelletje voor hem,” vergoelijkt Tine.

“Hij is echt de kwaadste niet,” beaamt Sandra. “Eigenlijk is hij gewoon een dropje.”

“Behalve als hij in je oor knijpt,” grijnst Tine.

“Dat was een berekend risico!” verdedigt Sandra zich.

“Ik moet straks nog bij hem komen,” zegt Lieze zenuwachtig. “Of zou hij het vergeten zijn?” Hoopvol kijkt ze naar Tine en Sandra die hun hoofd schudden. “Hij mag dan al een dagje ouder zijn en nog een man op de koop toe, dit soort dingen vergeet hij helaas niet.”

“Het zal vast meevallen,” troost Tine haar, als ze Liezes angstige gezicht ziet.

“We hebben het allemaal al een paar keer meegemaakt. Het doet even pijn, maar je overleeft het wel,” zegt ook Sandra nogal bot. Tine kijkt haar verwijtend aan.

Meer tijd om haar gerust te stellen is er niet, want dan verschijnt Mark vanachter de plant. “Lieze, kom je even mee?” vraagt hij. Het klinkt niet onvriendelijk en hij glimlacht er zelfs bij. Zenuwachtig loopt ze achter hem aan. Ze lopen het landschapsbureau door, langs de tafel waar ze gisteren nog met de billen bloot ging. Een nerveuze kriebel trekt door haar buik als ze eraan terugdenkt. Dan lopen ze Marks kantoor binnen. Hij doet de deur dicht. Lieze kijkt om zich heen. Het is een sober bureau met witte muren. Links zit er tegen het plafond aan een lang uitgerekt raam waar je enkel de blauwe lucht buiten door kunt zien. Er zal alvast niemand naar binnen kunnen kijken om getuige te zijn van haar straf, bedenkt Lieze opgelucht.

“Ga zitten,” zegt Mark, wijzend naar een houten stoel voor het smetteloos witte bureau. Op de hoek liggen een paar paperassen netjes op een stapeltje. Er staat ook een pennenhouder met een vijftal balpennen en drie potloden in, maar verder is het bureau op de computer na leeg. Zelf gaat Mark niet zitten, maar leunt hij tegen het bureau aan, zodat hij dichtbij en boven haar staat. Zenuwachtig kijkt ze naar hem op.

“Hoe gaat het?” vraagt hij. “Kun je wat wennen, na je eerste twee dagen?”

Lieze knikt stom. “Bevalt het werk je?”

“Ja,” zegt ze zachtjes. “Het is … Ik bedoel …” Ze komt niet uit haar woorden, maar Mark geeft haar geduldig de tijd om zich te herpakken. “Het is allemaal erg boeiend. Ik moet me nog inwerken natuurlijk, maar ik denk dat ik het werk echt leuk zal vinden.”

“Mooi zo,” glimlacht hij. “Ik ben blij dat te horen.”

“En de collega’s, schiet je daar wat mee op?”

Nu knikt Lieze geestdriftig. “O ja, iedereen is erg aardig.”

“Ja, we zijn een hecht team,” zegt Mark peinzend. “Bepaalde, eh, dingen die je samen meemaakt, zorgen toch voor een sterkere band.”

Lieze voelt dat ze rood wordt. Mark kijkt haar aandachtig aan. “Daar kun je je misschien wel iets bij voorstellen?” informeert hij dan.

Schaapachtig knikt ze. Ja, die verbondenheid met haar collega’s had ze wel gevoeld. Ze waren echt een team. En zij hoorde daar nu bij! Een warm gevoel verspreidt zich door haar hele lichaam.

“Ik ben blij dat je besloten hebt om vandaag terug te komen werken,” gaat Mark na een kleine pauze verder. “Ik zie iets in je, ik denk echt dat je talent hebt voor deze job.” Opnieuw bloost Lieze, maar dit keer van genoegen.

“Het was jammer geweest als je door bepaalde, eh, factoren was afgehaakt.” Hij zwijgt even. Lieze staart nerveus naar de puntjes van haar schoenen.

“Daarover gesproken, wij hebben nog iets te bespreken, nietwaar?” Zijn stem klinkt plots anders. Nog steeds vriendelijk, maar ook, scherper. Nee, strenger. Zijn blik brandt op haar, maar ze durft niet opkijken.

“Het is heel belangrijk om je scherm altijd te vergrendelen als je van je bureau weg gaat. Je weet nooit wie er anders aan je computer kan, om dingen te wijzigen waar jij dan de schuld van zou krijgen. Of om dingen te zien die hem of haar nog niets aangaan.”

Lieze kijkt nog steeds naar haar schoenen, maar nu voelt ze Marks vinger onder haar kin, waardoor ze haar hoofd wel moet oprichten om hem aan te kijken.

“Begrijp je dat?” vraagt Mark.

Ze wil knikken, maar de vinger onder haar kin laat haar niet toe om haar hoofd op en neer te bewegen.

“Ja,” zegt ze daarom. Het klinkt eerder als een schor gefluister.

“Met twee woorden spreken meisje.”

Ze kijkt hem niet-begrijpend aan.

“Ja Mark,” zegt hij geduldig.

“Ja Mark,” herhaalt ze timide.

“Mooi zo. Goed, dan zullen we de boodschap nu even inprenten. Je hebt er vast wel enig idee van hoe we dat zullen doen?”

“Ga je me weer slaan?” vraagt Lieze bang.

“Sta maar even recht,” wenkt hij, terwijl hij op de stoel naast haar gaat zitten.

Nerveus doet ze wat hij zegt. Moet ze nu voorover buigen over het bureau? Ongemakkelijk kijkt ze hem aan om te zien wat hij van haar verwacht.

“Doe je broek maar naar beneden.”

Ze slikt even. Gisteren was het al vernederend genoeg dat deze man, die uiteindelijk toch 20 jaar ouder was dan zijzelf, en nog een vreemde, haar blote billen te zien kreeg, maar toen had ze tenminste nog de steun van haar collega’s. Toen was ze niet alleen. Nu staat ze echter in haar eentje voor hem, terwijl ze langzaam haar knoop lospeutert, de rits opentrekt en haar broek naar beneden schuift.

“Je onderbroek ook”, gebiedt Mark. “Toe maar, het is ok,” moedigt hij haar aan als ze even aarzelt.

Heel langzaam trekt ze met één hand haar onderbroek naar beneden, terwijl ze met de andere hand haar schaamstreek probeert te bedekken. Mark lijkt hier echter niet in geïnteresseerd te zijn. Meteen als haar onderbroek rond haar knieën hangt, neemt hij haar arm vast en trekt hij haar voorover over zijn knie.

Lieze slaakt een gilletje van schrik.

Mark legt zijn linkerhand over haar heupen en houdt haar zo stevig vast. Zijn rechterhand rust midden op haar billen.

“Omdat je hier nog maar pas werkt en dit de eerste keer is, zullen we rustig aan doen. Maar ik wil wel even mijn boodschap duidelijk maken. Vertel me maar eens of je nog weet waarom je hier nu zo ligt.”

Even wordt het blanco in Liezes hoofd. Ze moet nog verwerken dat ze bij haar baas over de schoot ligt, met de billen bloot en dat hij haar zo meteen echt gaat slaan. Een harde klap op haar rechterbil haalt haar uit haar overpeinzingen. “Auw!” Ze wil overeind schieten, maar de arm over haar heupen houdt haar tegen.

“Wel,” herhaalt Mark, “waarom lig je hier?”

“Omdat ik mijn computer vergat te vergrendelen,” zegt Lieze snel.

“Goed zo. Dan zullen we er nu even voor zorgen dat je dat voorlopig niet meer vergeet.” In een snel tempo begint hij afwisselend op haar linker- en rechterbil te slaan. Na de schrik van de eerste klappen beseft Lieze dat het al bij al wel meevalt. Haar billen worden goed warm, maar de pijn is nog te houden. De vernedering van hier halfnaakt over de schoot van een veel oudere man te liggen terwijl hij haar slaat, is een stuk erger.

“Maak ik al indruk?” vraagt Mark plots.

“Ja, ja!” roept Lieze snel. Zou het voorbij zijn? Ze hoopt van wel.

“Blijkbaar niet, want anders zou je wel doen wat ik zeg en met twee woorden spreken.”

“Opnieuw landt zijn hand op haar billen, maar dit keer lijkt hij een tandje bij te schakelen. “Auw, auw, auw!” jammert ze. Ze kan het niet helpen. Dit doet nu toch wel echt pijn!

“Zul je voortaan je computer vergrendelen?” vraagt Mark, elk woord kracht bijzettend met een extra harde klap op haar zitvlak.

“Ja, ja Mark!” roept Lieze.

“Mooi zo. Kom maar overeind.”

Geheel onelegant laat ze zich van Marks schoot glijden. Ze wrijft verwoed over haar brandende billen, waarbij ze even vergeet dat hij zo vol zicht krijgt op haar voorkant. Snel brengt ze haar beide handen naar voren, maar Mark heeft zich al afgewend en is om het bureau heen gelopen. “Kleed je maar weer aan.”

Zwijgend trekt ze haar onderbroek en haar broek omhoog.

“Je kunt gaan,” zegt Mark als ze zichzelf gefatsoeneerd heeft. “En Lieze?” vraagt hij als ze de klink al in één hand heeft. Ze draait zich om, maar kijkt hem niet aan, dat durft ze niet. “Ik ben trots op je.” Nu kijkt ze hem wel aan, verward door wat die woorden met haar doen. “Ik weet hoe heftig dit is, als je hier nooit eerder mee in aanraking bent gekomen en je doet het supergoed. Ik weet zeker dat je hier zult floreren.”

Verlegen kijkt ze opnieuw naar de grond. “Dank je,” stamelt ze. Mark trekt een wenkbrauw op. De sfeer wordt weer even gespannen. “Dank je Mark,” herstelt ze zich snel. “Goed zo,” glimlacht hij. “En nu weer aan het werk!”

Snel loopt ze zijn kantoor uit.

Liezes nieuwe job (5)

Het is stil. Anders is er altijd wel ergens geroezemoes te horen, maar nu weerklinkt alleen het geluid van vingers op een toetsenbord en af en toe voetstappen als er iemand langsloopt. Lieze heeft geen woord meer gezegd sinds ze weer op haar werkplek zitten en ook Tine en Sandra zijn stil, al werpen ze regelmatig een broedende blik op haar. Een paar keer doet Sandra haar mond open, maar telkens sluit ze hem weer. Lieze is er haar dankbaar voor. Ze heeft tijd nodig. Om te begrijpen wat er gebeurd is en om te bepalen hoe ze zich daarbij voelt.

“Kom, het is tijd,” zegt Tine. “Ga mee iets drinken.”

Lieze schudt haar hoofd.

“Jawel, ga mee. Dan kunnen we praten,” geeft Tine aan. “Je moet nu niet alleen zijn.”

“En wat alcohol erin kan vast geen kwaad,” grinnikt Sandra.

“Ik… Goed dan,” geeft Lieze zich aarzelend gewonnen.

Even later zitten ze alledrie aan een tafeltje achterin een donker café.

“Wat wil je drinken?” vraagt Sandra.

“Cola,” antwoordt Lieze.

“Cola? Wil je niet wat sterkers?”

Lieze aarzelt even, maar schudt dan toch haar hoofd. “Cola,” herhaalt ze.

Het blijft stil tot de cafébaas hun drankjes brengt, afrekent en weer wegloopt.

“Hoe gaat het?” vraagt Tine dan zacht. “Best heftig he?”

Lieze knikt.

“Waarom …?” Ze hapert. Er spelen zoveel vragen door haar hoofd dat het niet lukt om er een te isoleren en haar mond de woorden te laten vormen.

Sandra haalt haar schouders op.

“Als je het eenmaal gewend bent, is het niet zo erg,” zegt ze. “En het is wel een hele goede, leuke job.”

Lieze knikt. Ze heeft nog maar twee dagen voor Firma NV gewerkt, maar ze weet nu al dat het moeilijk wordt om ergens anders iets te vinden wat ze even graag zal doen. Wat even boeiend, uitdagend en stimulerend is als haar werk nu. En even goed betaald zal zo goed als onmogelijk zijn.

“Er zijn er die het zelfs leuk gaan vinden,” vertelt Tine. “Kijk maar naar Elke. Waarom denk je dat ze steeds zo’n grote mond opzet?”

Lieze gaapt haar aan. “Wil ze … Wil ze dat hij haar …” Ze kijkt even om zich heen. “Slaat,” fluistert ze dan.

Sandra knikt. “Ja, die heeft het gewoon af en toe nodig.”

Lieze schudt haar hoofd. Ze snapt er niets van. Dan herinnert ze zich weer hoe brutaal Elke deed tegen Mark toen ze de eerste keer het bureau binnenstapte. En Marks raadselachtige reactie. Die meeting, dat hield vast in dat hij haar ging slaan!

“Vinden jullie het niet vreselijk vernederend?” flapt Lieze er dan uit.

“Een beetje wel natuurlijk,” antwoordt Tine. “Maar het hoort er gewoon bij.”

“En we zitten allemaal in hetzelfde schuitje,” vult Sandra aan. “We zijn wel een hecht team hoor.”

Dat had Lieze inderdaad al gemerkt. Tot nu toe lijken er geen vuile kantoorintriges te spelen en biedt iedereen elkaar een helpende hand waar nodig.

“Het smeedt een band, letterlijk samen met de billen bloot,” grinnikt Tine.

“En nu hoor je er echt bij, ben je een van ons!” roept Sandra blij.

“Tenminste, dat wil je toch nog wel?” vraagt Tine. Haar twee collega’s kijken Lieze verwachtingsvol aan.

“Ik … Ik weet het niet.”

Het blijft stil.

“Het is nogal veel. Maar … Zoals je zegt, het hielp wel dat het voor iedereen hetzelfde was.” Lieze vindt het moeilijk om dit te verwoorden. “Hadden ze me dit tijdens het sollicitatiegesprek verteld, dan was ik weggelopen.”

Tine knikt: “Ja, natuurlijk, zo zou iedereen reageren. Daarom vertellen ze je dat dan nog niet. Je moet het meemaken, het een kans geven.”

“Maar op het moment zelf,” gaat Lieze aarzelend verder, “voelde het ergens …”

Dit is moeilijk in woorden te gieten. Natuurlijk had ze zich diep geschokt gevoeld toen ze al haar collega’s in hun blote billen op een krukje zag knielen en nog meer toen Mark zijn riem uithaalde en die billen begon te slaan, maar er had ook een soort groepsgevoel en verbondenheid in de ruimte gehangen die ze nooit eerder had ervaren. Daar had ze zichzelf niet buiten willen plaatsen en daarom was ze overstag gegaan en had ze ook haar broek naar beneden gedaan, haar billen ontbloot en die geknield aangeboden aan haar teamleader, zodat hij ze met zijn broeksriem kon kastijden.

Ze had het wel gevoeld natuurlijk, maar echt pijn deed het niet. Het brandde even, maar op een of andere manier was dat geen onaangename sensatie geweest.

“Misschien moet ik toch maar even een wijntje nemen,” zegt Lieze dan. Ze is in de war. Gaat ze morgen echt terug naar kantoor? Om volgende week opnieuw tijdens de teammeeting met de billen bloot te moeten voor drie slagen met de riem? Ze overweegt het in elk geval.

“Wat gaat er morgen gebeuren, als ik bij Mark moet komen?” vraagt ze plots.

Sandra en Tine kijken elkaar even aan voor ze antwoord geven.

“Dan krijg je een pak slaag,” zegt Tine dan rustig. Een kriebel schiet door Liezes buik bij het horen van die woorden. Ze is zenuwachtig, bang, maar er is ook een ander gevoel. Opwinding? Nee, dat kan niet …

“Maar hij zal je vast niet te hard aanpakken, aangezien je nieuw bent,” stelt Sandra haar gauw gerust.

Lieze knikt.

“Wil dat zeggen dat je terugkomt?” vraagt Sandra gretig.

“Ik denk het,” zegt ze zachtjes. “Maar nu ga ik naar huis. Ik … Ik moet even alleen zijn geloof ik.”

“Natuurlijk, je hebt veel op je bord gekregen vandaag.” Tine staat recht en geeft Lieze een knuffel. Sandra doet hetzelfde.

Het ontroert Lieze. Ze kent deze twee mensen nog maar nauwelijks en toch zijn ze zo lief voor haar, geven ze haar zoveel steun.

“Bedankt,” zegt ze, met haperende stem. Dan loopt ze het cafeetje uit.

“Tot morgen!” roept Sandra haar na.

Liezes nieuwe job (4)

Om 14u is het eindelijk tijd voor de teammeeting. Ook tijdens de lunch, die ze samen met haar collega’s nam, werd het duidelijk dat niemand er haar iets over zou vertellen. “Ze zou het wel merken,” was steevast het antwoord.

Al om 13u42 is Lieze er klaar voor. Ze laat het laatste document openstaan, zodat ze kan doen alsof ze nog aan het werk is, maar eigenlijk zit ze enkel nog te wachten. Na een paar keer heen en weer te draaien op haar bureaustoel beseft ze dat dit een irritant piepend geluid maakt en houdt ze er dus maar mee op. Waarom doet iedereen zo geheimzinnig over die teammeeting? Hoe speciaal kan het zijn? Of willen ze haar verrassen met taart of zo, om haar welkom te heten bij het team? Ja, dat zal het vast zijn. Zo stom dat ze dit niet eerder bedacht heeft. Ze doen natuurlijk zo geheimzinnig omdat het een verrassing moet zijn! Hah, ze is hen te slim af. Maar goed dan, ze speelt het spelletje wel mee en ze zal wel doen alsof ze verrast is. Iedereen blij. Tevreden met zichzelf richt ze haar aandacht weer op haar computerscherm.

Eindelijk is het 13u58 en staat Tine recht. “Komen jullie?” vraagt ze.

Ook Sandra zoekt haar spullen bij elkaar. “Laat het gewoon over je heenkomen, ok?” fluistert ze Lieze toe. Tine kijkt haar afkeurend aan en schudt bijna onmerkbaar haar hoofd.

“Komt goed,” glimlacht Lieze naar Sandra. Bijna huppelend loopt ze naar het midden van het landschapsbureau, waar een grote houten tafel staat, omringd door twaalf houten krukjes. Haar computer blijft onvergrendeld achter, het document waar ze net nog in zat te werken staart haar verwijtend na.

Er zitten al vijf anderen aan tafel. Als ook Tine, Sandra en Lieze op en kruk plaatsnemen, blijven er nog 4 legen plaatsen over. Achter een van de vele planten komen er nog drie jonge vrouwen tevoorschijn en als laatste verschijnt Mark. Hij stelt zich op aan het hoofd van de tafel, waar ook een whiteboard staat, maar gaat niet zitten.

“Welkom op onze wekelijkse teammeeting,” kondigt hij aan. Hij kijkt vriendelijk naar Lieze, die wat nerveus teruggrijnst.

“Eerst en vooral moeten we natuurlijk ons nieuwste teamlid verwelkomen, nadat ze gisteren werd goedgekeurd door de bedrijfsarts.”

Lieze schrikt en voelt hoe ze rood wordt. Hoeveel weet Mark? Dat Tine en Sandra precies leken te weten hoe het er bij de controlearts aan toe was gegaan, is één ding, maar haar twintig jaar oudere, mànnelijke teamleader hoeft dat echt niet te weten…

Met twinkelende ogen praat Mark verder, terwijl Lieze wenst dat ze door de grond kon zakken.

“Jullie hebben haar vast al zien rondlopen en al even kennisgemaakt, maar bij deze maken we het officieel. Tenminste, als je na deze meeting nog voor dit prachtige bedrijf zult willen werken.”

Lieze knikt hartsgrondig. Waarom zou ze dat niet meer willen? Tenminste, het eerste jaar wil ze zeker wel, zolang ze niet terug moet naar die griezel van een dokter. Er staat wel geen taart op tafel en de verwelkoming lijkt voorbij te zijn, want Mark draait zich om om een eerste agendapunt op het whiteboard te schrijven. Wat is dan de verrassing? Geduld, maant ze zichzelf aan. Misschien komt het straks nog. Ze merkt het vanzelf wel.

Tot nu toe lijkt het een heel gewone teammeeting. Projecten worden besproken en taken verdeeld.

“Goed, en dan nu ons traditionele laatste agendapunt,” kondigt Mark aan. “Al denk ik dat we Lieze best even wat uitleg geven.”

Aha, nu zal het komen. Lieze gaat wat rechter zitten en kijkt Mark stralend aan.

“Het zit namelijk zo,” begint hij. “Onze bedrijfscultuur is ietwat… specifiek. Zoals je vast al is opgevallen werken hier voornamelijk jonge vrouwen. We willen jullie een kans geven om voor een grote naam te werken. Waar andere bedrijven niet graat onervaren krachten aannemen, willen wij jullie net opnemen en de kans geven om die ervaring op te doen en te groeien.”

Lieze knikt. Ditzelfde praatje heeft ze ook gehoord tijdens haar sollicitatiegesprek.

“Maar,” gaat Mark verder, “we zijn ook veeleisend. We willen topkwaliteit leveren aan onze klanten en fouten tot een minimum beperken. Helaas is het zo dat werknemers mensen zijn en dat mensen fouten maken. Andere bedrijven dreigen dan met sancties en ontslagen, wij zorgen liever voor onze mensen en houden ze bij. Geven kansen.”

Dat klinkt allemaal goed, waarom begint er zich dan een zenuwachtige knoop in Liezes maag te vormen? Ze is zich ook intens bewust van alle blikken die op haar gericht zijn.

“Daarvoor hanteren we nogal, eh, onconventionele methodes.” Mark pauzeert even. “Onconventioneel, maar het werkt wel. We boeken goede resultaten, de foutenlast wordt tot een minimum beperkt en als er een fout wordt gemaakt, dan wordt de persoon in kwestie daarvoor bestraft, om daarna met een schone lei weer verder te kunnen. Bij ons worden er op de jaarlijkse evaluatiegesprekken géén oude koeien uit de sloot gehaald. We willen oprecht dat onze werknemers beter worden in wat ze doen en in hoe ze dat aanpakken. Dat moet je goed onthouden: het is jullie belang dat ons voor ogen staat, misschien nog wel meer dan het belang van het bedrijf.”

Waar heeft hij het over? Lieze kan niet meer volgen. Mark spreekt in raadselen. Kan hij niet gewoon zijn punt maken? Nerveus schuift ze heen en weer op haar stoel en haalt ze een hand door haar haar.

“En om de motivatie scherp te houden, sluiten we elke teammeeting op een specifieke manier af. Dit is geen straf, maar het biedt je wel een perspectief op hoe de straf eruit zal zien, mocht je ooit een fout maken. Elke week krijgt iedereen daar een voorproefje van, om gemotiveerd te blijven dus.”

Mark doet zijn mond open om verder te praten, maar Elke onderbreekt hem: “Mark, je ratelt. Begin er nu maar gewoon aan, dan kunnen we weer aan het werk.”

Even lijkt Mark van zijn stuk gebracht, dan knikt hij. “Goed, meisjes, neem de positie maar aan.”

Rondom Lieze staat iedereen recht. Haar mond valt open als ze ziet dat broeken omlaag geschoven worden en onderbroeken volgen. Dan knielen haar collega’s een voor een neer op de krukjes en steunen ze met hun armen op de tafel.

“Toe maar,” knikt Tine haar toe.

Lieze kijkt haar in paniek aan. Moet zij ook met de billen bloot?

“Het is ok,” zegt ook Sandra. “We doen het allemaal, kijk maar. Het komt goed.”

Langzaam staat Lieze recht. Alle anderen zitten intussen geknield op hun krukje, de billen bloot. Enkel Mark staat nog steeds het whiteboard. Hij kijkt Lieze aandachtig aan. Als in een droom brengt Lieze haar handen naar de knoop van haar broek. Gisteren vond ze het al zo genant om zich uit te kleden voor een arts, nu staat ze op het punt om haar broek uit te trekken waar al haar collega’s en haar teamleader bij zijn. Met schokkende bewegingen trekt ze haar broek omlaag. Haar onderbroek komt vanzelf een deel mee naar beneden. Even aarzelt Lieze nog, dan trekt ze de dunne stof helemaal omlaag, tot net onder haar billen. Snel gaat ze op haar knieën op het krukje zitten, zodat haar voorkant tenminste niet voor iedereen zichtbaar is. Net als de anderen legt ze haar voorarmen op de tafel. Ze staart strak naar het tafelblad, durft niet op te kijken.

Tine geeft haar een bemoedigend kneepje in haar hand.

“Goed zo,” zegt ze. “Je kunt het best.”

Een zwiepend geluid klinkt door de ruimte. Als Lieze voorzichtig vanuit haar ooghoeken opkijkt, ziet ze dat Mark zijn riem uit zijn broek heeft getrokken. Hij gaat toch niet ook zijn broek uitdoen, denkt ze in paniek. Maar nee, daar maakt hij geen aanstalten toe. Hij vouwt de riem dubbel en loopt ermee naar de eerste in de rij, Elke. Hij gaat schuin achter haar staan en brengt de riem naar achteren. Dan slaat hij toe. Het geluid van leer op vlees galmt door de kamer. En nog eens. En nog eens. Dan schuift Mark een paar passen op, tot hij naast de volgende persoon staat, die eveneens drie slagen met de riem krijgt.

Verstard en niet in staat om haar blik af te wenden kijkt Lieze toe. Sláát hij hen? Is dit de straf die je krijgt als je een fout maakt? Een pak slaag? Met Marks riem? En elke teammeeting ook?

Intussen is Mark aanbeland bij Tine. Woesh, doet de riem. Woesh. Woesh.

Dan komt Mark naast haar staan.

“Zet je schrap,” zegt hij. Tine pakt haar ene hand vast, Sandra de andere. Ze kijken haar aan. “Je kunt dit,” zeggen ze. Lieze knikt. Dan haalt Mark uit. De riem landt op haar billen.Het brandt. Heel erg. Ze hapt even naar adem. Dan komt de volgende slag al. Ze knijpt hard in de handen van haar collega’s. De laatste slag. Lieze ademt zwaar uit. Sandra laat haar hand los. Zij is nu aan de beurt. Maar Tine streelt met haar vingers over Liezes hand. “Goed gedaan,” fluistert ze,” terwijl de riem ongenadig op Sandra’s achterwerk landt. Zij is de laatste.

Mark stopt zijn riem terug in zijn broek.

“Goed, terug aan het werk!” roept hij. Iedereen staat op en trekt haar kleren weer goed. Ook Lieze. Mark komt naast haar staan. “Gaat het?” vraagt hij. Lieze knikt. Ze voelt zich verdoofd. Dit was niét wat ze verwacht had. “Heftig he,” zegt Mark. “Het went. En je bent niet alleen, al je collega’s hier steunen je.”

“Je deed het super,” bevestigt Elke. “Ja,” knikken Sandra en Tine. Ook anderen kijken haar bemoedigend aan of steken hun duim omhoog.

Lieze kan er niets aan doen, maar ze glimlacht. Het is fijn om zich zo gesteund te weten. Haar hoofd tolt. Ze weet niet goed wat ze ervan moet denken.

Mark lijkt het aan te voelen. “Doe nog een uurtje rustig aan, laat alles even bezinken. Als je vragen hebt, dan kun je steeds Tine en Sandra aanspreken en uiteraard mag je ook naar mij komen. Voor gewoon een vraag, zal ik je niet slaan,” knipoogt hij. Hij loopt met hen mee naar hun eigen eilandje. “Het is goed om erover te praten, je collega’s hebben intussen heel wat ervaring met deze manier van werken, je kunt steeds bij hen terecht.” Hij maakt aanstalten om zich om te draaien en weg te lopen, maar dan staat hij met een ruk stil. “Wiens computer is dat?” vraagt hij streng. Hij wijst naar Liezes onvergrendelde computer. Haar hart staat even stil. “De mijne,” mompelt ze dan. “Sorry, ik was hem vergeten te vergrendelen, het zal niet meer gebeuren. Mark kijkt haar streng aan.

“Kom op Mark,” verdedigt Tine haar. “Het is pas haar tweede dag.”

“En op haar eerste dag werd haar héél duidelijk uitgelegd dat de computer altijd vergrendeld moet worden.”

“Nee, Mark, dit kun je niet maken. Ze heeft net haar eerste teammeeting gehad,” probeert ook Sandra.

Lieze staat er maar zo’n beetje bij. Wat gebeurt er? Krijgt ze nu straf? Wil dat zeggen dat Mark haar weer zal slaan? Wil ze dat wel? Maar wat moet ze anders?

“Ik kan het zeker wel maken,” zegt Mark. “Maar niet nu inderdaad. We doen het morgen wel. In tussentijd wil ik jullie twee,” hij kijkt nadrukkelijk naar Tine en Sandra, “er even aan herinneren dat jullie geacht worden Lieze wat op weg te helpen. Dat wil ook zeggen dat jullie er mede voor verantwoordelijk zijn dat ze dit soort fouten niet maakt.”

“Ja Mark,” mompelt Tine.

Sandra biedt wat meer weerstand, maar uiteindelijk slaat ook zij haar ogen neer. “Ja Mark.”

“Goed, Lieze, we zullen het hier morgen nog over hebben.” En dan loopt Mark weg.

Liezes nieuwe job (3)

Moet ze dit gaan vermelden op het werk of niet? Het schaamrood stijgt haar naar de wangen als ze zich voorstelt hoe ze bij de dienst personeelszaken zou aankloppen en de details van haar medisch onderzoek uit de doeken zou doen. Langs de andere kant, als ze niets zegt, kan die dokter gewoon verder zijn gang gaan. Dat mag ze toch niet laten gebeuren?

Zouden ze haar wel geloven? Ze kan altijd de beurse plekken op haar billen tonen … Maar ze kan niet bewijzen dat de dokter het gedaan heeft.

Al de hele ochtend piekert ze erover, maar ze weet nog steeds niet wat ze moet doen. Als ze bij het werk aankomt, dan wordt het probleem voor haar opgelost.

“Hoe ging het bij de controlearts?” vraagt Sandra meteen.

Ondanks dat ze al de hele ochtend aan niets anders kan denken, overvalt de vraag haar toch. “Heeft hij je uitgebreid onderzocht?” vraagt Tine. Sandra grijnst.

Weten ze het?

“Ging het bij jullie ook zo?” vraagt Lieze verbaasd.

De twee knikken.

“Maar…”

“Ik zei het gisteren al, dit is een veeleisend bedrijf. Maar je krijgt er wel wat voor terug.”

“Hij zei dat het elk jaar moet.”

Haar twee collega’s knikken. “Het wordt minder erg, je went eraan.”

Lieze kijkt bedenkelijk.

“Dit wil zeggen dat je straks officieel ingewijd zult worden!” roept Sandra enthousiast uit. “Ingewijd?”

“Je eerste teammeeting,” antwoordt Tine met een waarschuwende blik op Sandra. Iets zegt Lieze dat ze haar niet alles vertellen.

“Waarom hadden jullie me niet gewaarschuwd voor die controle-arts?” vraagt ze verongelijkt. “En wat gaat er straks gebeuren op de teammeeting dat ik niet mag weten?”

Tine kijkt boos naar Sandra.

“Als je het had geweten, van die controle-arts, was je dan gegaan?” vraagt ze.

Lieze denkt er even over na. Ze heeft de job nodig, dat wel. Maar als ze vooraf had geweten hoe die dokter haar zou betasten, hoe hij haar zou slààn, dan had ze vast niet gedurfd, hoe graag ze deze baan ook wil.

“Dat dacht ik al,” zegt Tine. “Dat geldt voor iedereen. Maar nu ben je wel geweest en nu kun je hier een jaar lang blijven werken. Volgend jaar weet je het wel, dan kun je beslissen of deze job het waard is of niet. Maar dat kun je na amper een dag werken nog niet beoordelen.”

Lieze knikt, ook al is ze niet helemaal overtuigd.

“Moet ik nog iets weten over de teamvergadering van straks?”

Sandra kijkt nadrukkelijk weg, Tine zucht. “Laten we het erop houden dat het je duidelijk zal worden wat voor bedrijf dit is. Als je besluit om weg te lopen, zal niemand je dat kwalijk nemen, maar dan kun je hier wel niet blijven werken.”

“Het is het waard,” zegt Sandra dan toch. “Echt. Het komt goed.”

“Goeiemorgen iedereen!” klinkt plots de stem van Mark doorheen de ruimte.

“Goeiemorgen Mark!” roept iedereen in koor terug. Iedereen behalve Lieze, die het verbaasd gade slaat. “Goeiemorgen,” mompelt ze twee seconden na de rest.

Dan verschijnt Marks hoofd vanachter een kamerplant. “Lieze! Goed te zien dat je bent teruggekomen, we hebben je dus nog niet afgeschrikt!” Hij lacht erbij, maar na het gesprek met Sandra en Tine vraagt ze zich af of er geen verborgen betekenis achter zijn woorden zit. “Vanmiddag maak je je eerste teammeeting mee. Ik stel voor dat je je daarom vanochtend even inleest in onze huidige lopende zaken, als voorbereiding. Tine toont je de juiste folders wel.” Tine knikt en loopt naar Liezes computer om een aantal bestanden te openen.

“Goed, aan het werk iedereen!” roept Mark, vooraleer hij weer verdwijnt.

“Aan het werk,” bevestigt Sandra, terwijl ze achter haar computer plaatsneemt.

“Geen patiencespelletjes vandaag,” knipoogt Tine. Sandra steekt haar tong uit en richt zich daarna op haar eigen computer, terwijl Tine Lieze een aantal zaken begint uit te leggen over de lopende zaken die ze moet doornemen voor de vergadering van vanmiddag.

Liezes nieuwe job (2)

Lieze typt nog een paar laatste dingen in het document dat ze aan het bewerken is en sluit het dan met een zucht af. Ze neemt haar jas en roept “tot morgen!” naar haar collega’s. “Hé, ben jij nu al weg? Het is nog maar 15u toch?” merkt Mark op. “Ja, maar ik heb dat medisch onderzoek,” antwoordt Lieze. “Oh ja.” Mark grijnst. “Veel plezier!” Het leedvermaak is duidelijk hoorbaar in zijn stem. Met een zucht zwaait Lieze nog eens naar haar collega’s en loopt dan naar buiten.

Als je een nieuwe baan begint, dan hoort daar een medisch onderzoek bij. Waarom snapt ze niet echt, maar het moet nu eenmaal. En ze heeft het werk hard nodig. Ze zat al maanden thuis, ze verveelde zich dood en bovendien werd het financieel behoorlijk krap intussen. Ze boft maar dat ze deze job heeft gevonden, goed betaald en nog leuk werk ook! Ze kijkt op de klok. 15u10. Shit. Straks komt ze nog te laat, ze moet zich maar even haasten. Haar afspraak is om 15u30, maar het is zo’n 20 minuten rijden.

Eindelijk heeft ze een parkeerplekje gevonden, maar het is wel nog een eind verwijderd van de dokterspraktijk. Ze zou even flink moeten doorstappen, want het is nu al 15u33. Op tijd komen is dus al achterhaald, ze moet maar hopen dat de dokter nog bezig zal zijn met de vorige patiënt. Die hoop vervliet echter meteen als ze buiten adem de praktijk komt binnenstormen. Een man in een witte jas staat te praten met de secretaresse. Hij draait zich om. “Ah, ben je daar eindelijk.” Het klinkt best streng. “Ja, sorry, veel verkeer”, floept ze eruit. “Nu ja, ga maar binnen en kleed je uit,” zegt hij. Uitkleden? Hoort dat er ook al bij? Blijkbaar wel… Ze besluit om niet al te moeilijk te doen en gewoon zijn bevel op te volgen. Ze loopt naar binnen, op de voet gevolgd door de dokter. Ze hangt haar jas over de stoel voor het bureau en trekt haar schoenen uit. De dokter neemt plaats achter het bureau en neemt haar aandachtig op. Doordringend bijna. Ze voelt zich wat ongemakkelijk om zich uit te kleden onder zijn blik, maar tegelijk vindt ze dat ze zich niet zo moet aanstellen: hij is een dokter, er is niets abnormaals aan. Ze doet haar truitje uit en trekt haar jurk over haar hoofd. Nu staat ze in haar ondergoed voor het bureau. Ze voelt de blik van de dokter nog steeds op haar lichaam rusten. Hij zit nog steeds achter zijn bureau. Een beetje onzeker kijkt ze hem aan: wat is de bedoeling nu? Moet ze gaan zitten? Zo in haar ondergoed?

“Doe de rest ook uit graag,” zegt de dokter. Hé, wat? Moet ze zich helemaal uitkleden? Naakt? Ze aarzelt. “Schiet op, je bent al te laat, mijn tijd is kostbaar,” snauwt de dokter. Geschrokken doet ze maar vlug wat hij van haar vraagt. Ze maakt haar beha los en drapeert hem over de rest van haar kledij die al op de stoel ligt. Dan stapt ze ook uit haar onderbroek. Ze bedwingt de neiging om haar lichaam met haar handen te bedekken, terwijl ze zichzelf blijft inprenten dat hij een dokter is: ze heeft niets wat hij niet al honderden keren eerder heeft gezien. Onzeker blijft ze staan terwijl de dokter haar nu naakte lichaam bekijkt . “Ga zitten,” zegt hij  dan bruusk, terwijl hij naar de stoel wijst . Nog steeds onzeker neemt ze plaats aan het bureau tegenover de dokter. Nu kan hij in elk geval enkel haar bovenlichaam zien. De stoel voelt koud en hard aan op haar blote billen.

“Zo,” zegt de dokter, “volgens deze papieren ben jij onlangs aan de slag gegaan bij Firma NV, klopt dat?”

“Ja dokter.”

“Je begrijpt dat je moet slagen voor dit medisch onderzoek om daar te kunnen blijven werken?” Ze vindt dat hij het laat klinken alsof het om een examen ging.

“Ja.”

“Ik word graag aangesproken met “ja dokter,” zegt hij kortaf. Oh… Bizar… Hij kijkt haar afwachtend aan. “Ja dokter,” zegt ze. Ze heeft intussen meer het gevoel dat ze bij het schoolhoofd op het matje is geroepen dan dat ze een medisch onderzoek gaat krijgen. Behalve dan dat ze zich heel erg bewust is van haar naaktheid.

Hij begint met het overlopen van een aantal gegevens: haar leeftijd, of ze recent ziek is geweest (“Nee dokter”), of ze ooit zwaar ziek is geweest (“Ook niet dokter”).

“Goed,” zegt hij, terwijl hij recht staat. “Ik ga even je gewicht en lengte opmeten.” Eerst moet ze op de weegschaal gaan staan, waarna de dokter zorgvuldig het gewicht opschrijft. Daarna moet ze tegen een meetlat aan de muur gaan staan. De dokter brengthet houten plaatje tot vlak boven haar hoofd en leest de lengte af. Ook dit wordt opgeschreven op zijn formulier. Nu neemt hij een stukje touw van zijn bureau en begint hij af te meten hoe lang haar armen zijn, dan haar benen, dan de omtrek van haar hoofd. Alle resultaten worden op het formulier geschreven. Lieze vindt het allemaal maar bizar, maar ze zegt niets. Dan meet de dokter de omtrek van haar taille en daarna de omtrek van haar borsten, ter hoogte van haar tepels. “Is dat allemaal wel nodig?” vraagt Lieze, “ik had begrepen dat het een standaard medisch onderzoek zou zijn.”

De dokter kijkt haar streng aan. “Ja, dit is nodig. En ik zou het waarderen als je me niet meer zou tegenspreken en me gewoon mijn werk zou laten uitvoeren, zodat ik mijn goedkeuring kan geven om jou jouw werk te laten uitvoeren.” Het dreigement hangt onuitgesproken in de lucht. Lieze begrijpt dat ze geen keus heeft, ze heeft de baan echt nodig. Ze doet er het zwijgen toe en laat de dokter zijn gang gaan terwijl hij de omtrek van haar borsten opmeet en op het papier noteert. Vervolgens meet hij ook voor elke borst de afstand van haar schouder tot aan de tepel, die op de aanraking reageert en stijf wordt.

“Hmm,” mompelt de dokter en hij schrijft even iets op zijn formulier. Lieze voelt hoe ze bloost.

Eindelijk legt de dokter zijn meetlint weg. Nu doet hij handschoenen aan en neemt hij een otoscoop van zijn bureau. Hij kijkt in haar oren en neusgaten en vraagt haar dan om haar mond te openen. Met een spatel houdt hij haar tong naar beneden gedrukt terwijl hij uitgebreid haar mondholte onderzoekt. Weer krabbelt hij iets op zijn formulier. Al die tijd heeft hij geen woord gezegd en Lieze voelt zich steeds ongemakkelijker worden, zoals ze daar staat, naakt en overgeleverd aan de onderzoeken van die rare dokter.

Hij komt nu achter haar staan en Lieze wil meedraaien, maar een kort “Voor je blijven kijken!” doet haar van idee veranderen. Dit voelt zo mogelijk nog ongemakkelijker. Ze voelt de blik van de dokter op haar lichaam branden, maar ze kan zelf niet zien wat hij doet. Een gehandschoende hand glijdt over haar ruggengraat van boven naar beneden en eindigde quasi tussen haar billen, bij haar staartbeentje. De hand verdwijnt en even later voelt ze een lichte druk op haar bovenrug, die haar dwingt om voorover te buigen. In een reflex plaatst ze haar handen op het bureau, waar ze nu overheen gebogen staat. De dokter bevoelt haar billen, aait erover, kneedt ze even en trekt tenslotte haar beide billen uit elkaar, waardoor hij vol zicht moet hebben op wat er zich tussen haar benen bevindt. Lieze kan wel door de grond zakken. Ze probeert overeind te komen, maar meteen duwt de dokter haar terug voorover. “Nee,” zegt ze. “Dit gaat te ver, dit is geen medisch onderzoek meer.” En weer komt ze overeind. Ze kijkt de dokter recht aan terwijl ze naar haar kleren reikt.

“Je beseft dat ik geen goedkeuring kan geven zonder het onderzoek te voltooien.” Het klinkt feitelijk, de dokter lijkt niet in het minst onder de indruk van haar weigering.

“Ik ga wel naar een andere dokter.”

“Dat gaat niet. Ik ben de enige dokter die verbonden is aan Firma NV. Als je nu de deur uitgaat, dan kun je niet voor Firma NV werken.”

Zou dat waar zijn? Dat kan toch niet…

“Ik geef geen tweede kansen, als je nu weggaat, dan krijg je geen nieuwe afspraak.”

Lieze twijfelt. Ze heeft de baan echt nodig. Kan ze het risico lopen dat die man de waarheid spreekt? Ze moet hiermee doorgaan…

“Goed dan,” zegt ze met tegenzin.

“Mooi,” zegt de dokter. Hoort ze daar iets van triomf in zijn stem? “Neem dan de positie weer aan. Je begrijpt dat er wel straf volgt op je ongehoorzaamheid, ik kan je niet zomaar mijn onderzoek laten onderbreken als jij er even geen zin meer in hebt.” Hé, wat? Straf? Wat bedoelt hij? Niet begrijpend kijkt ze hem aan, maar aan zijn blik ziet ze dat ze zijn geduld beter niet kan tarten, dus buigt ze zich zonder een woord te zeggen weer over het bureau. Door haar positie kan ze niet zien wat de dokter doet, maar opeens voelt ze een groot oppervlak tegen haar billen. Hout? De dokter tikt er een paar keer mee op haar billen en haalt dan uit.

“AAAAUW!” Als door een wesp gestoken (behalve dat de pijn veel erger is dan die van een wespensteek, en over een veel groter oppervlak verspreid is), springt ze overeind.

“Je krijgt er nog vijf,” zegt de dokter onverstoorbaar. Wat? Is die man helemaal gek geworden? Nog vijf van die pijnlijke slagen? Dat kan hij niet maken! Dat kan zij trouwens ook helemaal niet aan. Blijkbaar verraadt haar gezichtsuitdrukking haar gedachten, want laconiek vervolgt hij: “Of je kunt je aankleden en weggaan natuurlijk. Dan werk je maar niet voor Firma NV.” Lieze voelt boosheid opborrelen. Wat denkt die arrogante dokter wel niet? Hij zal haar niet klein krijgen. Vastberaden buigt ze zich weer over het bureau. “Oh ja, als je nog eens recht komt, dan begin ik opnieuw,” voegt de dokter er nog aan toe. Nog eens rechtkomen? Echt niet, denkt Lieze, ze zou hem eens tonen wat… De volgende slag landt zonder waarschuwing op haar billen en onderbreekt haar gedachtegang.

“AAAUW!” Het is eruit voor ze het beseft. Ze vloekt op zichzelf. Ze had de slag niet zien aankomen en het doet zo verdomd veel pijn. Maar ze wil zich niet laten kennen. Ze bijt op haar tanden en bij de volgende slag slaagt ze erin om het niet uit te schreeuwen. De vierde volgt meteen en Lieze houdt hoorbaar haar adem in. Dan volgt een rustpauze voor de vijfde slag, waarin de dokter weer met de houten plank op haar billen tikt en daarna hard uithaalt. Nog één, telt ze. Dit kan ze best. Het blijft een hele tijd stil. Wat gebeurt er? Waarom slaat hij niet? Lieze wordt er wat onzeker van, maar doordat ze nog steeds over het bureau gebogen staat, kan ze niet zien wat er aan de hand is. Eindelijk komt de laatste slag op haar billen neer, harder dan alle vorige. De slag beneemt haar de adem en tot haar ergernis voelt ze de tranen over haar wangen rollen.

“Blijven staan”, zegt de dokter, als ze aanstalten maakt om de tranen van haar wangen te vegen en zich op te richten.

Opnieuw aait en kneedt hij haar billen, alsof het onderzoek nooit onderbroken was, maar deze keer doet het vreselijk veel pijn. De striemen branden en elke aanraking doet haar pijn. De dokter trekt opnieuw haar billen uit elkaar en ze voelt iets kouds tegen haar anus. Blijkbaar is het glijmiddel, want meteen daarna voelt ze hoe de dokter een gehandschoende vinger naar binnen schuift en in het rond begint te tasten. Lieze kan wel door de grond zakken. Alsof ze nog niet genoeg vernederd is! Maar ze is al zover gekomen, het onderzoek kan nu echt niet lang meer duren, nu moet ze doorzetten.

Eindelijk trekt de dokter zijn vinger terug en draagt hij haar op om op haar rug op de onderzoekstafel te gaan liggen. Hij loopt naar zijn bureau en trekt nieuwe handschoenen aan. Lieze probeert te gaan liggen en intussen haar billen zoveel mogelijk te ontzien, maar dat lukt niet echt goed. Een grimas glijdt over haar gezicht als haar billen de tafel raken en ze neemt zich voor om heel stil te liggen en niet te wriemelen, ook al ligt ze eigenlijk niet zo comfortabel. Haar billen doen te veel pijn om een betere houding te zoeken, dus ze zou het maar verdragen.

De dokter begint met haar buik. Hij drukt en klopt tot hij elke vierkante centimeter van haar buik onderzocht heeft. Hij begint beneden, oncomfortabel dicht tegen haar venusheuvel aan en schuift telkens wat meer op naar boven. Als hij haar hele buik onderzocht heeft, verdwijnen zijn handen even van haar lichaam. Intussen ligt Lieze het plafond te bestuderen. Ze had het ongemakkelijk gevonden toen ze de dokter niet kon aankijken tijdens het onderzoek, omdat ze dan niet wist waar zich aan te verwachten, maar hem wel kunnen aankijken blijkt nog erger te zijn. Nu voelt ze zijn handen op haar borsten en weer verschijnt er een blos op haar wangen. Hij voelt en duwt overal als om te kijken of er geen gezwel zit. Hij begint bovenaan en gaat haar hele borst af, steeds verder naar beneden. Uiteindelijk neemt hij haar tepel tussen twee vingers en rolt hij even. Een rilling gaat door Liezes lichaam, wat voor de dokter niet onopgemerkt blijft, aangezien hij weer iets op zijn formulier krabbelt. Daarna ondergaat haar andere borst dezelfde behandeling. Als de dokter haar tepel loslaat, hoopt Lieze dat het onderzoek nu eindelijk voorbij zal zijn. Maar de dokter grijpt nu met zijn twee handen haar beide borsten beet, hij weegt ze, kneedt ze, wiebelt ze wat heen en weer. Lieze probeert zich heel hard op het plafond te concentreren, maar daar is niet veel te zien en ze beseft dat ze nog steeds een blos op haar wangen heeft. De volledige stilte waarin het onderzoek verloopt, maakt dat ze zich nog ongemakkelijker voelt. Ze knijpt haar ogen dicht. Ze kan nog net een “auw” binnenhouden als de dokter keihard in allebei haar tepels knijpt terwijl hij ze naar boven trekt. Hij houdt dat even aan en laat dan los om weer iets op zijn formulier te krabbelen.

Ten slotte voelt ze hoe de hand van de dokter tussen haar benen glijdt. Zijn vinger beroert even haar clitoris, waardoor er een nieuwe rilling door haar lichaam trekt. Lieze wou dat ze ergens anders was. Ze schaamt zich dood. Dat ze hier opgewonden van wordt! Het is allemaal zo vernederend… De dokter masseert haar schaamlippen, duwt een aantal vingers bij haar naar binnen en tast even in het rond, terwijl Lieze uit alle macht probeert om haar lichaam onder controle te houden en zo stil mogelijk te blijven liggen. Uiteindelijk trekt de dokter zijn hand terug. De handschoen is kletsnat door haar vocht. Hij doet de handschoenen uit en schrijft weer iets op zijn formulier, terwijl Lieze nog steeds tentoongesteld op de tafel ligt. Ze durft er uit zichzelf niet van te komen, want ze wil niet weer “straf” krijgen. Eindelijk kijkt de dokter op vanachter zijn bureau.

“Lig je daar nu nog? Kom er maar af en ga zitten.” Hij wijst naar de stoel. Lieze komt overeind, terwijl ze probeert om zoveel mogelijk haar nog steeds brandende billen te ontzien. Maar nu moet ze gaan zitten op die harde, houten stoel. Voorzichtig laat ze zich zakken, maar haar gezicht vertrekt toch weer. De dokter grijnst even, maar zegt niets.

“Zo,” begint hij, “ondanks je aanvankelijke weerspannigheid is het onderzoek goed beëindigd.” Ik zal een positief advies geven qua medische geschiktheid.” Lieze knikt. De dokter kijkt haar afwachtend aan. “Ja dokter,” zegt Lieze. “Mooi zo. Nu, je weet dat het onderzoek jaarlijks moet herhaald worden om in dienst te blijven. De afspraak zal geregeld worden via Firma NV. Je mag je nu aankleden.” En terwijl Lieze nog bezig is met deze nieuwe informatie te verwerken, loopt de dokter al naar buiten om zijn secretaresse het nodige papierwerk in orde te laten brengen. Moet ze dit echt elk jaar ondergaan? De kans dat ze voor volgend jaar ander werk zal hebben gevonden, is quasi nihil. Vlug kleedt ze zich aan, waarbij ze haar pijnlijke billen zo veel mogelijk spaart. Dat zullen wel blauwe plekken worden, denkt ze. Van de secretaresse krijgt ze nog het attest dat zwart op wit vertelt dat ze goedgekeurd is om een jaar lang te werken bij Firma NV en dan loopt ze zo snel mogelijk naar buiten.

Liezes nieuwe job (1)

De handdruk die hij haar geeft is stevig, te stevig eigenlijk, hij doet haar pijn. Ze grimast net niet. Ziet ze daar een twinkeling in zijn ogen? Ze kent hem natuurlijk nog niet goed genoeg om dat te kunnen inschatten. Timide als ze is, kijkt ze hem toch recht aan. Een eerste indruk is belangrijk.

“Hallo, ik ben Lieze,” stelt ze zichzelf voor. “Mark,” antwoordt de man. “Ik ben je nieuwe teamleader. Of ja, zo nieuw ben ik niet meer. Er werd me daarnet nog op een paar grijze haren gewezen.” Hij kijkt gespeeld streng naar een blonde vrouw die aan de dichtstbijzijnde computer zit te werken. Ze grijnst terug. “Het is toch zo,” merkt ze droog op.

“Dat wil nog niet zeggen dat ik oud ben …”

“Jawel hoor,” grinnikt ze. Dan staat ze recht en steekt haar hand uit naar Lieze. “Ik ben Elke,” stelt ze zich voor. “Jij bent vast de nieuwe?”

Lieze knikt.

“Ik geef Lieze even een rondleiding door het bureau,” vertelt Mark. “Lieze, dit is dus Elke.”

“Ja, dat zei ik net al,” merkt de vrouw brutaal op. “Je geheugen gaat erop achteruit Mark. Toch de ouderdom?”

Mark werpt een geërgerde blik op Elke. “Is het weer eens tijd misschien?” vraagt hij. Lieze snapt het niet. Tijd waarvoor? Maar Elke lijkt het wel te snappen. Schaapachtig schudt ze haar hoofd. “We willen Lieze niet meteen shockeren, toch?” zegt ze snel.

“Inderdaad,” antwoordt Mark. “Ik ben vast nog ongeveer een kwartiertje met haar bezig, daarna moeten jij en ik maar even in een meeting gaan.” Hij kijkt haar streng aan. Elke slaat kort haar blik neer en richt haar aandacht dan snel weer op het computerscherm voor zich.

Lieze kijkt bezorgd: heeft ze nu net per ongeluk haar collega in de problemen gebracht? Ze heeft nog nauwelijks iets gezegd!

“Trek je van Elke maar niet te veel aan,” stelt Mark haar gerust, terwijl hij haar meetroont. “Het is een beste meid en een harde werker, maar soms …” Hij zucht. “Nu ja, dat merk je vanzelf nog wel.”

Lieze luistert maar half. Ze probeert vooral om niet al te nieuwsgierig om zich heen te kijken en toch alles in zich op te nemen. Ze staat midden in een landschapsbureau, maar een open ruimte kun je het niet noemen: daarvoor staan er te veel schermen en grote planten die het zicht op de werkplekken belemmeren.

“Hier is jouw zitplek,” kondigt Mark aan. Hij wijst in de richting van een stel planten waar drie bureaus achter samengeschoven staan. “Sandra en Tine zijn je naaste collega’s. Je zult met iedereen hier moeten samenwerken, maar in de eerste plaats met hen. Zij zullen je ook wegwijs maken de eerstkomende tijd.”

Mark kijkt even in het rond. “Goed, dan moet ik maar even een babbeltje gaan doen met Elke.”

“O-o,” reageert Sandra met een ondeugende blik. Mark reageert niet en loopt weg, Lieze bij haar twee nieuwe collega’s achterlatend.

Ze gaat aan de enige vrije computer zitten en start hem op.

“Heb je al een paswoord gekregen van IT?” vraagt Tine haar.

Lieze knikt. “Ja, ik moest me vanochtend aanmelden bij IT en toen kreeg ik een hele stapel documenten. Mijn login voor de computer zit er ook ergens tussen.” Ze haalt een map uit haar tas en begint erin te bladeren.

“Aha, hier heb ik het!”

Ze typt de logingegevens aandachtig over.

“Wat vind je van Mark?” vraagt Sandra haar.

“Sja, ik heb hem nog maar net ontmoet,” haalt Lieze haar schouders op. “Dat is een beetje vroeg om me al een beeld van hem te vormen. Hij zal vast wel een goede teamleader zijn, neem ik aan. Of niet?”

De veelbetekenende blikken die Tine en Sandra elkaar toewerpen ontgaan haar niet, maar ze kan er geen wijs uit worden wat die zouden betekenen.

“O, hij is zeker een goede teamleader,” antwoordt Sandra. “Al houdt hij er wel zo zijn eigen methoden op na.” Ze grijnst.

“Hoe bedoel je?” vraagt Lieze.

“Dat merk je vanzelf nog wel,” kapt Tine haar collega snel af.

Nog even kijkt Lieze nieuwsgierig van de ene naar de andere. Het is duidelijk dat ze haar iets niet vertellen. Moet ze zich nu buitengesloten voelen? Ze weet het niet goed. Langs de ene kant is het duidelijk dat ze haar bepaalde dingen niet willen vertellen, anderzijds kennen ze haar natuurlijk nog maar net en zijn ze verder wel gewoon heel vriendelijk.

“Je kunt vandaag je tijd best gebruiken om je even wat in te werken. Dat betekent vooral veel leeswerk,” geeft Tine aan.

“Dat valt te verwachten, op zo’n eerste dag,” glimlacht Lieze.

“Mooi.” Tine toont haar welke folder ze moet openen. “Verdiep je maar even in dit project. Dat loopt nog wel een tijdje en jij zult eraan mee moeten werken. Als je vragen hebt, dan mag je ze altijd stellen!”

Dan loopt ze weer naar haar eigen computer, vanwaar ze Lieze bemoedigend toelacht.

“Dat geldt ook voor mij,” voegt Sandra eraan toe.

Dan buigen ze zich alle drie over hun werk en wordt het stil, al horen ze vanachter de planten en kasten soms gedempte stemmen opklinken.

“Waar denk jij dat je mee bezig bent?” Marks stem dondert door de ruimte. Ook in de aangrenzende “eilandjes” wordt het stil.

“Auwauwauw!” jammert Sandra, terwijl Mark zo te zien haar oor fijn knijpt. Lieze zit het met grote ogen aan te kijken. Snel kijkt ze even naar Tine om te zien hoe zij reageert, maar die zit weggedoken achter haar eigen computerscherm.

“Behoort patience spelen nu ook al tot je takenpakket?” vraagt Mark sarcastisch, zonder Sandra’s oor los te laten.

“Auw, nee, auw,” jammert ze. “Maar ik was aan het wachten tot de boel opgeladen was.”

“Dus in plaats van iets nuttigs te doen, zoals die rommelboel op je bureau wat op te ruimen, besloot je het systeem nog wat zwaarder te belasten door een spelletje op te starten?”

“Sorry Mark! Ik zal het niet meer doen!”

Eindelijk laat Mark haar oor los. “Dat denk ik ook niet, nee…” antwoordt hij. “Beschouw dit maar als een laatste waarschuwing.”

Dan loopt hij weg.

Sandra wrijft over haar rode oor. Niemand zegt iets. Lieze kijkt het met grote ogen aan. Is dit zonet echt gebeurd? Dat kan toch niet! Ze probeert zich opnieuw op haar werk te concentreren, maar op haar netvlies ziet ze nog steeds voor zich hoe Mark het oor van Sandra fijn kneep.

Na een paar minuten gespannen stilte fluistert Sandra: “Is hij weg?”

Lieze kijkt schichtig om zich heen.

“Ik zie hem niet,” fluistert ze terug.

“Hij is vast anderen gaan lastigvallen,” grijnst ze. “Ik had hem niet horen aankomen, dom van me.”

“Volgende keer sneller je tabblad sluiten,” bevestigt Tine.

“Is… Ik bedoel… Vinden jullie dit normaal dan? Dat moet toch pijn gedaan hebben!” stamelt Lieze.

“Sja, dat zijn de risico’s,” haalt Sandra haar schouders op.

“Maar…” Lieze kijkt haar ongelovig aan. Staat ze dit echt zomaar toe?

“Het is tijd om te gaan lunchen,” kondigt Tine aan. “Ga je met ons mee?” vraagt ze aan Lieze. Die knikt. Ze slaat haar werk op en staat op om Tine te volgen.

“Altijd je computer vergrendelen als je wegloopt,” waarschuwt Sandra haar. “Als Mark ziet dat er een computer onbewaakt en onvergrendelt achterblijft…” De rest van de zin blijft dreigend in de lucht hangen.

“Dan knijpt hij mijn oor ook fijn?” vraagt Lieze, quasi-luchtig.

“Zoiets…”

“Maar waarom laten jullie dat toe? Dat kan hij toch niet maken!”

“Had hij Sandra een officiële berisping moeten geven dan?” vraagt Tine. “Drie berispingen en je wordt ontslagen. Dit is best een streng bedrijf.”

Lieze kijkt geschrokken. “Zou je daarvoor al een officiële berisping gekregen hebben?” De twee anderen knikken. “Maar Mark lost het anders op, zoals je hebt gezien.”

“Waarom?”

Ze vindt het stom klinken, nog voor de vraag helemaal uit haar mond is.

“Omdat hij ons niet kwijt wil, maar hij wil ons ook niet zomaar met alles laten wegkomen. Hij moet wel resultaten op tafel kunnen leggen, tonen dat zijn team iets bereikt.”

“En wij laten het hem toe, omdat we dit liever hebben dan een officiële berisping. Dit bedrijf is misschien streng, maar ze betalen goed, het is leuk werk … Daar moet je wat voor over hebben. En zo erg is het uiteindelijk niet,” vult Sandra aan.

“Niet erg? Dat zag er toch behoorlijk pijnlijk uit!”

“Sja, ach… Het kan erger.”

“Hoe dan?”

Maar Tine schudt haar hoofd. “Daar kom je vanzelf nog wel achter. Dat is niet aan ons om het je te vertellen.”

De rest van de lunch praten ze over koetjes en kalfjes. Tine blijkt hier al vijf jaar te werken, Sandra twee. Ze maakt ook kennis met de rest van het team, dat volledig uit vrouwen lijkt te bestaan. “Girl power,” grapt Elke. “Dat hebben we nodig, om tegen Mark op te kunnen.” Hier en daar wordt er gegrijnsd, maar verder wordt er niet tegen in gegaan.